Arjen Robben

Door: Dick Heuvelman

In de eerste jaren van het laatste decennium van de twintigste meldde zich een zesjarig kereltje bij de voetbalvereniging Bedum. Al snel bleek dit ventje een talentje. Wat heet! Een uitzonderlijk talent, buitencategorie. Hij leidde de teams waar hij in speelde van de ene overwinning naar de andere. Soms leek het wel op een potje van één tegen elf. Die ene, gehuld in een blauw shirtje, heette Arjen Robben. Als hij de bal had, was er geen houden meer aan. Vier, vijf en soms ook wel zes mannetjes passeerde hij achteloos om vervolgens ook nog even te scoren. Of hij gunde hij medespeler ook een doelpunt met een niet te missen assist. Maar liever deed hij het zelf, hij was een pingelaar pur sang.

Uiteraard bleef deze Arjen Robben niet onder de radar van de VV Bedum. Scouts van profclubs wisten al snel de weg naar de velden aan de Sportlaan te vinden. Ook het almachtig Ajax. Dat stuurde Leo Beenhakker, niet de eerste de beste toen bij recordkampioen van Nederland, naar het dorp aan het Boterdiep. Het werd echter een vergeefse reis van Don Leo. Hij sprak in zijn kenmerkende popi-jopietaal moeder Marjo aan met 'meissie' en noemde Arjen ArJAN. Dat was een doodzonde, want Arjen was trots op zijn voornaam.

Ajax liep op die manier een gevoelig blauwtje. Dat was waarschijnlijk ook gebeurd zonder Beenhakkeriaanse avances, want het leek vader Hans Robben het beste dat hij de toen 12-jarige Arjen nog een tijdje binnen zijn schootsveld hield. En dus was de keuze niet moeilijk en mocht FC Groningen zich in 1996 over het Grote Talent ontfermen. Ook te midden van de aankomende profjes gaf Arjen Robben om de haverklap veelbelovende visitekaartjes af.

De enige zorg, vertelde zijn jeugdtrainer Barend Beltman in het jubileumboek ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de FC, was Arjens fysieke ontwikkeling. ”Toen Arjen bij ons kwam, was hij een iel hummeltje. Toen dacht ik wel eens: ik weet niet of hij het wel redt. Niet vanwege zijn voetbalkwaliteiten, maar hij bleef zo lang een klein mannetje."

Als eerstejaars B-junior kwam de groeispurt, kwamen er liefst 14 centimeter bij. Zijn groei als voetballer was navenant. Beltman: “Arjen maakte dat jaar meer dan vijftig doelpunten, het ene nog mooier dan het andere. Als dáárvan toch beelden zouden zouden zijn”, smult hij nog steeds. “Staand op de achterlijn met de buitenkant van zijn voet, doelpunten na soloactie en combinaties, vrije trappen; Arjen scoorde nooit lelijk.”

En ook een volgend stapje hogerop, in de A1 waar vader Hans toen trainer van was, ontpopte hij zich veelal als matchwinner. Zoals die wedstrijd tegen Go Ahead Eagles, met de koppositie als inzet. Robben junior heeft die dag te veel last van zijn rug om te kunnen spelen. Vader Hans zet hem op de bank voor geval van nood. En dat kwam er. Go Ahead stond met 1-0 voor en Robbens ploeg kreeg maar geen vat op de jeugdige Eagles. Ten einde raad keek hij zijn zoon aan. Die knikte, liep zich warm en nadat hij was ingevallen, stond het in een ommezien 2-1 voor de FC-beloften. De gelijkmaker scoort hij zelf, de winnende bereidde hij op onnavolgbare wijze voor.

Een paar maanden later, op 3 december 2000, maakte Arjen Robben als invaller zijn debuut op het vlaggenschip van FC Groningen. Uit tegen RKC Waalwijk. Hij was toen 16 jaar en 314 dagen jong. Het adagium 'wat goed is, komt snel', was in extremis op hem van toepassing. Weer twee weken later stond hij al in de basis tegen Feyenoord. Het bleef uiteindelijk bij 52 officiële wedstrijden voor FC Groningen, dat haar groeibriljant voor achtenhalf miljoen gulden, ofwel bijna vier miljoen euro, verkocht aan PSV.

Eindhoven, waar hij in relatieve rust verder kon rijpen, werd de opstapplaats van zijn internationale carrière. Als PSV'er debuteerde hij in Oranje en verdiende een transfer ter waarde van 18 miljoen naar Chelsea. Daar ontwikkelde het kind van Bedum zich tot wereldster. Via Londen ging het naar Real Madrid. De beste club aller tijden had voor de Bedumer dribbelkoning 36 miljoen over. Maar zijn echte profclub is toch Bayern München geworden. Daar speelt hij nu al tien jaar, met als hoogtepunt zijn winnende goal tegen Borussia Dortmund in de finale van de Champions league 2013.

Namens Oranje schitterde hij ook nog op twee WK's, die van 2010 en 2014. In 2010 voorkwam de dikke teen van Spanje's keeper Iker Casillas dat Arjen Robben als de gevierde man naar Nederland terugvloog. Zelf voor een absolute wereldster zijn er grenzen.


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE