De grote hockeybal

Door: Jan Colly

En daar lig je dan. Het is vrijdag 16 september 08.15. Ik krijg en kapje op om mij in slaap te brengen. Een algehele narcose, die noodzakelijk is om de waarschijnlijke boosdoener van de ontstekingen aan de urinewegen, recent en de afgelopen jaren, de drager van bacteriën, uit mijn lichaam te verwijderen. Ik had me samen met Lien redelijk georiënteerd hoe de operatie zou gaan verlopen en had ook nog mijn goede vriend Wim geconsulteerd. Zelf was ik toch het meeste geïnteresseerd in beantwoording van vragen als, wat zijn de risico’s, hoe lang is de hersteltijd, moet ik (dagen)lang in het ziekenhuis blijven. Eenduidige antwoorden bleken er niet te zijn. Het ene ziekenhuis gaat uit van 2 nachten, maar ook 5 dagen opname komt voor. Ik zie wel, ik geef me over aan het regime van “Martini”.

De anesthesiste herkende ik van de intake, een vriendelijke dertiger, met een professionele duidelijkheid en vriendelijkheid. Ik had al meerdere mensen de hand geschut, onder wie de twee chirurgen, van wie een duidelijk in de rol van mentor, die beide fris en met een goed humeur aan de eerste operatie van de dag wilden beginnen. Ze hadden er duidelijk zin in. De assistenten bleven meer op afstand, maar ik wilde en kon wel met allen even kennismaken. Alleen een groepje potig uitziende dames, als beeld beïnvloed door kledij, zoals dat ook in slachthuizen wordt gedragen. Ergens schrok ik en was blij dat ik een non-reanimatieverklaring had afgegeven: dit dreigt een slachtpartij te worden. Langzaam zake ik weg in een andere gemoedstoestand en trad in een andere wereld.

De urologe deed vakkundig haar werk met als resultaat het ”vangen” van een steen met een omvang, die de aanwezigen deed verstommen. De mentor-chirurg was als eerste weer bij zinnen. “Wat een mooi, groot en gaaf exemplaar” riep hij verrukt uit, “het lijkt wel een hockeybal”. Zijn stevige uiterlijk had mij al het vermoeden gegeven met een sportman van doen te hebben en voordat iemand het in de gaten had, haalde hij een stick tevoorschijn en flashte de bal naar de anesthesiste. Bekwaam blokte ze de bal en stelde voor een partijtje (operatie)zaalhockey te gaan spelen. Iedereen reageerde enthousiast en zij had haar team snel samengesteld. De andere voorspelbare aanvoerder had te weinig spelers en hij moest zijn collega chirurg in de andere operatiekamer om aanvulling van zijn team vragen. Die ging direct akkoord, dan de operatie maar even stopzetten, dat kon wel, de patiënt kon toch geen commentaar geven.

Toen ik mijn hockeyverleden had verteld werd ik direct als scheidsrechter geaccepteerd. Tossen, om wie mocht beginnen, was geen probleem; Het team waarnaar mijn voor ieder zichtbare jonge, zo u wilt oude “heer” wees,  had bal uit. De wedstrijd was spannend, de teams waren tegen elkaar opgewassen en de overgebleven leden van de 2e operatiekamer deden hun best de teams optimaal te coachen en te verzorgen. Er moest flink door gewisseld worden, want een aantal toonden een matige conditie. Ik had het als “scheids” eenvoudig, maar wilde uiteindelijk toch wel dat het team van mijn operatiekamer de wedstrijd zou winnen. Een door velen aangevochten besluit om in de laatste minuut een strafbal te geven bracht uiteindelijk de beslissing. Bij de 3e helft was de laatste fase van de wedstrijd snel weer vergeten. Jongens, zeiden de coaches, we maken er een feestje van. De scheids moet door de operatie de verjaardag van zijn schoonzoon missen en daarbij kan hij niet naar een feest van een vriendin. We maken er een dolle boel van, voor de catering en de muziek is gezorgd. Ik word toegezongen met “Because of you”, wat eigenlijk ongepast is, omdat dit het lied van Lien en mij is, maar a capella klonk het toch wel heel mooi en ik kon me er niet tegen verzetten.

Zullen we haar erbij halen, vroeg ik, ze zit beneden in spanning te wachten hoe de operatie is verlopen. Dat kon beslist niet, de operatiekamer is niet toegankelijk voor onbevoegden. Er werd ruimte gemakt om te dansen, speciaal voor mij een kratje “Hertog Jan” gehaald en het eerste nummer hakte er direct goed in.  “Another brick in the Wall” werd al snel “Another brick in the Stone”  en de basgitaarsolo inspireerde velen tot ongebruikelijke dansen. “A hard day’s night” werd het rustige “A beautiful morning” maar bij “Paradise on the dashboard light” ging iedereen compleet uit zijn dak. Ik liet mij niet onbetuigd met Hertog Jan. Er werd gelachen, gevreeën, genoten. Collegiale relaties toonden zich zoals je ze altijd zou wensen, latente liefdesrelaties werden zichtbaar.

Helaas, Hertog Jan liet mij deze dag voor de tweede keer van mijn stokje gaan. Het was afgelopen; het feest brak af. De ‘feestgangers” gingen weer terug in hun professionele rol en spoedden mij naar de verpleegafdeling. Men nam mijn ”lazarus’ zijn aan, als “nog onder narcose” en gaf me een mooi plaatsje aan het raam om uit te slapen. In elke organisatie bevindt zich helaas ook altijd wel een klokkenluider. Het College van bestuur was wel erg snel op de hoogte van de gebeurtenissen op de OK ’s ochtends. Een spoedzitting werd aangekondigd op het moment dat ik ontwaakte of ontnuchterde. Dat kon ik niet laten gebeuren! Slaapdronken, (half)naakt, behangen met slangen en katheters spoedde ik mij naar de burelen van het CvB. De aanwezige bestuurders schrokken van mijn aanblik, maar lieten me wel mijn woord doen. “Heren” stelde ik met nadruk, ” Ik ben op een zeer professionele manier verlost van mijn plaaggeest, de bacterie-dragende niersteen. Ik ben de organisatie zeer dankbaar en heb er eigenlijk geen woorden voor, wat een geweldig personeel U heeft. De patiëntvriendelijkheid is wonderbaarlijk. Ik geef nooit een tien want dat is geen cijfer, maar van mij krijgt U het nu wel”

Ze raakte mijn wang bijna aan, ik voelde haar adem, rook haar aangename lichaamsgeur. “Mijnheer Colly, wordt U wakker. Het is 12.45. De operatie is geslaagd, U ligt op de uitslaapkamer. Zullen we uw vrouw bellen?” Ja, graag, mompelde ik, fijn dat de operatie zo prettig verlopen is. Het was een bijzondere ervaring.

 

  


Jan Colly

Over Jan Colly

Vanwege fiscale redenen woont hij al jaren met vrouwlief in het pittoreske Harkstede onder de rook van Stad. In't verleden was Jan Colly een vooraanstaand lid van de Groninger sportgemeenschap. Zo was hij ondermeer trainer/coach van hockeyclubs als GHHC, jarenlang directeur van Schaakfestival Groningen en lid van de Raad van Advies voor de sport van de gemeente Groningen.