De Sportwereld Rond in een 11-tal vragen: Barend Beltman

Door: Machiel Akkerman

Hij kwam ter wereld in Bussum, maar kwam door werk van zijn vader in de haven al snel terecht in Delfzijl. Barend Beltman kende een gelukkige jeugd in een maatschappelijk geëngageerd gezin. Bij voetbalclub Eems Boys kreeg de enthousiaste voetballer de vrije hand en bleek over het nodige talent te beschikken. De van origine laatste man was opgevallen bij FC Groningen en kwam in 1985 bij de jeugd van de FC terecht dat net een A-elftal had opgestart. Niet veel later maakte Barend deel uit van het eerste elftal. Hij maakte van alles mee, kwam tot 38 officiële wedstrijden in het eerste elftal. Bereisde Europa met de club, speelde mee in de uitwedstrijd tegen Atletico Madrid de tweede keer dat de Groningers deze Spaanse grootmacht tegenkwamen op 5 oktober 1988. Er werd met 2-1 verloren, maar na de 1-0 thuiszege was het genoeg voor de volgende ronde.

Na eigen zeggen genoot hij enorm van zijn voetballoopbaan, maar was hij niet echt trots. Met het motto ‘Niemand is meer dan een koning of een zwerver’, trekt de docent Sport en Bewegen door het leven. Nu alweer 20 jaar in dienst bij het Alfa-college, als eerst docent ooit op bovengenoemde opleiding. Een levensgenieter die uit al zijn leerlingen het beste wil halen. De inmiddels 53-jarige Barend woont met zijn vrouw Durkje en drie zonen in de Groningse wijk Helpman. Naast zijn werk op school is hij regelmatig te horen op Radio Noord als analist bij wedstrijden van FC Groningen. Het tekent zijn veelzijdigheid dat hij ook regelmatig als tafelheer aanschuift bij de televisie-uitzending van Noord Vandaag tevens op onze regionale zender.

Wat is voor jou het meest indrukwekkende moment in de Groninger sportgeschiedenis?

De eerste Europacupwedstrijden van FC Groningen tegen Inter Milaan en Atletico Madrid, waar ik niet als speler zelf bij was. Laat dat duidelijk zijn. Ik was puber, voetbalde zelf en je volgde natuurlijk alles. Het was sensationeel, maakte grote indruk. Dat wilde ik ook. Gelukkig heb ik betaald voetbal mogen spelen, heb mooie avonturen meegemaakt met de FC en ben eigenlijk toch wel heel Europa rondgereisd. Heb nog een mooie collectie shirtjes aan die duels overgehouden. In het shirt van Partizan Belgrado traint mijn zoon nog altijd. Op mijn 22e was het over bij de FC, ik ben toen gaan voetballen bij Oranje Nassau. Door een zware knieblessure moest ik al op mijn 25e met voetballen  stoppen. Ben op de ALO begonnen toen het avontuur bij de FC afgelopen was. Ik heb mezelf er absoluut nooit ‘meer’ om gevoeld dat ik voetballer was. Voor mij is iedereen gelijk. Leuk was het wel, veel jochies wilden vroeger betaald voetballer worden. Dat het mij is gelukt vind ik prachtig. Leuk weetje is dat ik trouwens nog één keer samen met mijn broer Gert-Jan in het eerste van FC Groningen heb gestaan. Het was in een oefenwedstrijd, maar toch. Dus naast de broertjes Koeman, Van Dijk en Bacuna mag je dus ook de Beltmannen toevoegen aan dit illustere rijtje haha.

Leukste sport om naar te kijken?

Voetbal. Ik zie altijd iets leuks als ik een wedstrijd aanschouw. Toch kijk ik niet meer zoveel. Er is echt te veel aanbod. Natuurlijk volg ik FC Groningen voor mijn werk op de voet, maar een Champions League-avond sla ik zonder er ook maar over na te denken graag over. Er is zoveel meer dan alleen voetbal. Verder volg ik grote evenementen en kijk dan speciaal uit naar de Nederlanders. Bijvoorbeeld de Olympische Spelen, dan bewonder ik de mentaliteit van Henk Grol. Overigens nog een oud-leerling van het Alfa-college. Aanvulling daarop is wel dat ik vind dat hij soms té graag wil. En dan lukt het met heel veel dingen juist net niet. Als je te graag wilt krijg je geen verkering. Ook van de handbaldames kan ik genieten als ze een WK spelen. Veel spelvreugde stralen ze uit en ze weten hun product goed te verkopen.

Leukste sport om te doen?

Vissen haha. Ik ga af en toe met mijn jongste zoon. We vangen nooit wat, maar het hele sfeertje er omheen vind ik geweldig. Spullen pakken, samen op pad. Heerlijk rustig en ontspannend. Verder vind ik het leuk om te tennissen en squashen. Door blessureleed aan mijn knie gaat het lastiger, maar ik kan nog meekomen met potjes van oud-FC Groningen als het geen tegenstander is met alleen maar jonkies die blijven rennen. Speel dan altijd samen met jongens als Jos Roossien, Henk Veldmate. Dankzij Veldmate heb ik onlangs een wedstrijd van Ajax kunnen bezoeken met een gehandicapte jongen die eigenlijk alleen maar op bed kan liggen. Was geweldig. Kwamen we in de catacomben Erik Ten Hag tegen. Die riep meteen tegen me: ‘Hey Barend, oude schopper.’ We hebben nog tegen elkaar gespeeld. We klopten Twente meen ik een keer met 5-0 in de sneeuw, speelden met een oranje bal. Ik scoorde de vierde. Vond Erik toen niet zo leuk. Geweldig dat hij nu coach is van Ajax. Ja, dat zijn leuke dingen.

Favoriete sporter aller tijden?

Johan Cruijff. Ik doe niet aan heldenverering, maar voor hem maak ik een uitzondering. Er hing een poster van hem op mijn kamer. Altijd aan het wijzen, mensen op de goede plek zetten. Door omstandigheden is het er nooit van gekomen om het hem zelf te ontmoeten. De topsportklas van het Cruijff-college valt ook onder het Alfa dus zo zit het er toch nog een beetje in. Allerlei collega’s hebben hem wel ontmoet. Heel raar. Mooie anekdote gaat over mijn goede vriend Taco Poelstra, de Cruijff van het korfbal. Die zou Johan ook ontmoeten. Was zich daar helemaal op aan het verheugen. Kwam Cruijff de bus uit, Taco wil hem een hand geven. Daagt daar uit het niets een verslaggever van RTL op die een interview gaat houden en lopen zo Taco voorbij. Heeft hem nooit meer gezien. Ik ben dus niet de enige die hem gemist heeft. Sieraden voor de lsport. Johan voor het voetbal, Taco voor het korfbal.

Grootste ergernis op sportgebied?

De type’s ‘wethouder Hekking’ die in de sport rondlopen. Naar het typetje van Koot&Bie. Bestuurders, stropdassen, die net even te veel tegen het succes van een club willen aanschurken terwijl ze daar normaal nooit te vinden zijn. Daar kan ik me aan irriteren. Waar ik een enorm respect voor heb zijn de supporters. Hoe fanatiek die met hun club bezig zijn. Daar kijk ik echt van op. Ook in mijn tijd al. Liep ik door de Herestraat, riep een supporter: ‘Wisselen die Beltman.’ Die interactie, daar kon ik enorm van genieten. Kreeg ook heel veel leuke reacties. Dat is ook beetje het spel; geven en nemen. Een machtige ervaring waren trouwens nog twee interlands die ik voor Jong Oranje heb mogen spelen. Twee keer tegen Griekenland. Uit verloren we met 5-0 voor 10.000 uitzinnige Grieken. Thuis winst, maar met 2-0 waardoor we voor een bepaald toernooi waren uitgeschakeld. Onvergetelijk, dat shirt heb ik ook nog.

Beste sportprogramma op tv?

Bureau Sport van Erik Dijkstra en Frank Evenblij vind ik leuk. Net even een andere invalshoek. Ik ben zelf ook nog dichtbij een groot televisieoptreden geweest. Tijdens het WK van 2014 was Hugo Borst de vaste analist met een hondje genaamd Messi. Ik werd gebeld door het programma of ik ook wou aanschuiven op een speciale Robben-avond. Ze zouden zijn hele loopbaan doornemen en ik zou een toelichting geven. Ik heb Arjen vier jaar getraind, twee jaar in de C-jeugd en twee jaar in de B’tjes. Laat ik het zo zeggen: ik heb hem niet in de weg gezeten. Die jongen was toen al zo goed, daar hoefde je als trainer nauwelijks iets aan te doen. Prachtig. Dus ik keek helemaal uit naar die avond bij de NOS toen ik in mijn agenda zag staan dat ik op dezelfde dag diploma-uitreiking op school had. Aiai. Ik heb toen mijn hart laten spreken en heb de TV afgezegd. Achteraf ben ik daar zó blij om want als leraar hoor je daar natuurlijk bij te zijn, als jouw leerlingen afzwaaien.

Beste sportprogramma op de radio?

Langs de Lijn. Lekker om in de auto aan te hebben. Verder luister ik weleens een podcast. Laatst ben ik er zelf onderdeel van geweest toen iemand uit Friesland langskwam bij mij. Het ging over het begeleiden van jonge sporters. Erg onderhoudend was dat. En, oh ja onlangs luisterde ik ook naar een podcast van Maarten van Rossem. Heb ik ook van genoten.

Beste sportboek?

Ik heb niet zoveel met sportboeken, maar ik ontvang elke dag de Volkskrant en dan gaat toch de eerste aandacht uit naar de sportkatern. Willem Vissers mag ik graag lezen. Een geweldig boek dat ik laatst gelezen heb werd door de koning aangeraden in een indrukwekkende toespraak op 5 mei 2020. Het is geschreven door Jules Schelvis en heet Er reed een trein naar Sobibor. Deze man heeft drie concentratiekampen overleefd. Als je dat leest, tja dan ben je sprakeloos. Ik kom uit een erg sociaal betrokken gezin. Wij hadden pleegkinderen, ook uit het buitenland. Ik herinner me een meisje, Maria, uit Chili. Die moest vanwege politieke redenen vluchten. Zij heeft later mijn zoons nog lesgegeven. Toen was voor mij wat dat betreft de cirkel rond. Was het niet Cruijff die zei: als je iemand nu kunt helpen moet je dat doen. Maakt ook niet uit wie het zei, zo sta ik in het leven.

Beste sportcommentator?

Dan noem ik toch Sierd de Vos. Ik vind hem heel origineel, dan kijk je naar Barcelona-Sevilla en weet hij dat de oom van de rechtsback van de bezoekers toevallig de grootste tortilla van Spanje kan bakken. Dat is toch in ieder geval heel erg een eigen stijl hebben. En het is geen jandoedel, hij weet echt alles van het Spaanse voetbal. Ik heb hem nog nooit een fout horen maken over iemand die aan de bal was. Okay, ik hoef niet alle amoureuze perikelen van de spits van Real Madrid te weten, maar als hij dat achterwege zou laten is hij voor mij de perfecte commentator.

Wat is dé sportlocatie van de stad?

Dat is alles in de buurt van Kardinge. Staat onze school, de voetbalvelden, klimtoren, Kardingeberg. Je kunt er alle denkbare sporten beoefenen.

Met wie zou je een Groninger koek willen eten als ontbijtje?

Ik zou twee mensen noemen, helaas allebei niet meer in leven maar hier kan alles toch? Met Johan Cruijff en Nelson Mandela. Met Cruijff praten over voetbal en met Mandela over alles denk ik. Wat een man was dat. Strijdbaar, oprecht, opkomen voor de mensenrechten. Ik zou na de Groninger koek een uitgebreid ontbijt voor ze bereiden. Broodje met kaas, ei en spek. En dan mogen ze zelf bepalen of ze het eigeel ‘nat’ of ‘droog’ willen. Hadden ze vast wel een mening over.


Machiel Akkerman

Over Machiel Akkerman

Hij staat te boek als de meest begeerde vrijgezel van Stad en Ommeland. Machiel Akkerman ademt sport sedert z'n geboorte. Hij is freelance sportjournalist bij ondermeer RTV Noord en Podium TV. Machiel is ook al jaren als columnist verbonden aan Sport in Stad.