De Sportwereld Rond in een 11-tal vragen: Bert Kamstra

Door: Machiel Akkerman

Hij bracht meer dan 1.000 voetbalwedstrijden als scheidsrechter tot een goed einde en zorgt na zijn actieve carrière voor de ontvangst van de leidsmannen die de jeugdelftallen van FC Groningen komen fluiten op ‘Corponello’. De inmiddels 67-jarige Bert Kamstra kan terugkijken op een loopbaan van veertig jaar met de fluit in de hand. Door zijn natuurlijke autoriteit kwam hij op het veld nooit in de problemen en is in de genoemde jaren slechts een enkele keer met begeleiding van een paar clubofficials naar de kleedkamers begeleid als de emoties bij een aantal spelers wat te hoog opliepen. Bert woont met zijn vrouw in Selwerd, heeft twee kinderen en inmiddels vier kleinkinderen, is voor elke huishoudelijke klus te vinden en geeft nog steeds trainingen aan de aanstormende scheidsrechterlijke talenten van de COVS Groningen. Als er ergens iemand uitvalt scheurt Bert op zijn fiets naar het desbetreffende veld om de honneurs waar te nemen. En zeker niet alleen vanuit de middencirkel zoals je ze in zijn leeftijdscategorie vaak ziet doen. Hij zit er bovenop en is nog altijd scherp als een mes. Scheidsrechter zijn verleer je nooit.

Wat is voor jou het meest indrukwekkende moment in de Groninger sportgeschiedenis?

De gewonnen bekerfinale van FC Groningen in 2015. We vertrokken vanaf Corpus den Hoorn met een groot aantal bussen. Ik als medewerker van FC Groningen omdat ik in die tijd wedstrijden floot van de jeugd. Samen met kameraad Alfons de Graaf, die teammanager was van verschillende jeugdteams, genoten we van alle mensen die op de viaducten stonden om ons uit te zwaaien. We waren 2,5 uur voor de aftrap al bij stadion De Kuip. Ik was eigenlijk niet zenuwachtig, had altijd het gevoel dat het goed zou komen. Toen het 2-0 werd ging ik gigantische uit mijn dak, toen wist je dat het niet meer mis kon gaan. In een gevoel van euforie ging je terug naar de bus. Het was een enorme wirwar van voertuigen. Ik weet nog dat onze bus naast een minaret stond en daardoor makkelijk te vinden was. Ook Allah was ons op die dag genadig haha. Onder politiebegeleiding werden we vervolgens de stad uitgereden. Op de terugreis hebben we toen wel een paar consumpties genuttigd.

Leukste sport om naar te kijken?

Dat is voor mij toch wel voetbal. Er is geen wedstrijd hetzelfde, het is altijd anders. Soms zijn de verwachtingen erg hoog gespannen en komt er niets van terecht. Andersom net zo; op papier kan een wedstrijd niet aantrekkelijk lijken, maar door een onverwachte wending kan het ontploffen. Teamsporten in het algemeen spreken met het meeste aan. Volleybal, basketbal. Daar kan ik ook van genieten. Schaatsen of tennis zie ik liever in samenvatting.

Leukste sport om te doen?

Het fluiten van voetbalwedstrijden. Door een oud-collega bij de post, Jan Schuiling, kwam ik in aanraking met voetballen. Eerst ben ik jeugdleider geweest bij Groninger Boys. Daarna doorgegroeid tot scheidsrechter. Een voorwaarde om een goede scheidsrechter te zijn vind ik dat je goed met mensen om moet kunnen gaan. Je moet als het ware spelen met mensen. Dat kan op verschillende manieren. Met humor, maar soms ook door autoritair te zijn. Soms moet je echt op je strepen gaan staan want daar vraagt een wedstrijd dan echt om. Maar het allerbelangrijkste is duidelijk zijn vanaf het eerste moment. Dan heb je al heel veel gewonnen. Je hebt het in je of juist helemaal niet. Je kunt het misschien tot bepaalde hoogte aanleren, maar voor een groot deel zit het in je. Ik probeerde altijd wel te leren van collega’s, observeerde hoe zij situaties wisten op te lossen. Uiteindelijk moet je natuurlijk jezelf blijven, maar je kunt van iedereen iets oppikken waar je zelf niet meteen aan gedacht had. De meest wijze les die ik altijd in mijn achterhoofd heb gehouden was een uitspraak van collega Ignace van Swieten: ‘Als je fluit voor een overtreding is de bestrafte speler tien seconden ontoerekeningsvatbaar. Daarna moet hij weer bij zijn positieven zijn.’ Dat heb ik altijd als leidraad gebruikt. Soms heb je echter onverbeterlijke spelers waarvoor je het nooit goed kunt doen. Zo herinner is me nog een duel tussen Eems Boys tegen ACV 2. Een speler van de Assenaren was de hele wedstrijd vervelend, waarschijnlijk omdat hij niet in het eerste speelde. Zuigen, overtredingen maken. Ik was helemaal klaar met hem, maar had hem nog geen kaart gegeven. Na het laatste fluitsignaal dacht hij blijkbaar: ik kom ermee weg dus kreeg ik nog een scheldkanonnade over me heen. Toen heeft hij alsnog rood gekregen.

Favoriete sporter aller tijden?

Johan Cruijff. Iemand van mijn tijd. Zijn manier van voetballen sprak me enorm aan. Naast zijn overduidelijke klasse ging hij eigenlijk nooit over de schreef, was altijd beheerst. Een voorbeeld voor alle voetballers. Aan FC Groningen gerelateerd denk ik meteen aan het duo Bud Brocken-Peter Houtman. Eerstgenoemde gaf ze voor en de huidige speaker van Feyenoord knikte ze binnen. Houtman is een hele lieve man, ik sprak hem zelfs nog even voor de gewonnen bekerfinale in 2015. Hij heeft oog voor iedereen.

Grootste ergernis op sportgebied?

Ik erger me aan het voetbalcommentaar op de televisie. Er wordt veel te veel gesproken. Dat zou een stuk minder mogen. Ik zie zelf toch wat gebeurt? Soms gaan ze zo diep op de achtergrond van een speler in dat je weet wie zijn broers, zussen, ooms en tantes zijn. Ik heb echt een grote hekel aan dat oeverloze gezever. Hou je gewoon bij de wedstrijd en geef aanvullende informatie over het wedstrijdverloop, niet over de achterbuurman van de centrale verdediger die ook een aardig balletje kon trappen en het tot de Zweedse derde divisie schopte.

Beste sportprogramma op tv?

Toch Studio Sport. Daar houden ze zich meer aan de feiten, niet dat over-geanalyseer. Als ik een livewedstrijd heb gezien op ESPN kijk ik na afloop naar de reacties van de spelers en trainers. Daarna zet ik het toestel uit.

Beste sportprogramma op de radio?

Dat kan alleen maar Langs de Lijn zijn. Ik blijf de NOS trouw. Daar moet je juist veel praten, het is de kunst om een wedstrijd beeldend te beschrijven. Ik weet nog dat ik een keer terugkwam van een vakantie in Oostenrijk en toevallig op de Duitse variant van Langs de Lijn stuitte. Daar was ook een razendspannende ontknoping van een competitie. Het was geweldig om dat te ervaren, je kunt er helemaal in op gaan.

Beste sportboek?

Ik heb niet zoveel met sportboeken, maar ik lees elke dag eerst het sportkatern van Dagblad van het Noorden. Daarnaast krijg ik via een kennis vaak ook de maandagkrant van de Leeuwarder Courant. Daar heeft regelmatig een actiefoto van mij ingestaan. Verder breng ik ons eigenclubblad van de scheidsrechtersvereniging, De Aftrap, al dertig jaar rond in Stad en Ommeland. Zo blijf je op de hoogte wat er binnen de vereniging speelt. Een jaarlijks terugkerend fenomeen is het scheidsrechtersweekend op Ameland. We zijn al aan de 22e editie toe. Onder leiding van bedenkers Roel Bellinga en Henk Steenhuis heb ik al deze trainingsweekenden meegemaakt. Het is elk jaar een enorm succes. We trainen, testen onze spelregelkennis. Er ontstaat een echte teamgeest waarin we echt een hecht team worden. Dit jaar ging het vanwege corona niet door, maar als het weer mag krijgt deze traditie zeker een vervolg.

Beste sportcommentator?

Theo Reitsma, beter gezegd nog de stijl van Theo Reitsma. Ingetogen, met de juiste hoeveelheid informatie en enthousiasme als daar echt reden toe was. Wat ik geweldig vond was hoe hij als verslaggever het Heizeldrama in Brussel becommentarieerde. Hij ging in één klap van voetbal- naar nieuwsverslaggever. Echt heel knap. Hij zag ook meteen dat Maradona met zijn hand scoorde op het WK van 1986 in Mexico. Dat is kwaliteit. Hij was een begaafde begeleider van het beeld. De rust die daarvan uitging is me altijd bijgebleven. Ik ben echt van de oude stempel en kan ook Evert ten Napel waarderen. Beide commentatoren kijken zakelijk naar een wedstrijd en praten niet om het praten. Een wijze les wellicht voor de commentatoren van nu.

Wat is dé sportlocatie van de stad?

De Euroborg. Ik ben veel te vinden op Corpus den Hoorn op wedstrijddagen als scheidsrechters begeleider. Zo kom ik veel met de jeugdelftallen van FC Groningen in aanraking. Die jongens dromen er echt van om in de Euroborg te mogen spelen. Daar willen ze naartoe, dat is de droom.

Met wie zou je een Groninger koek willen eten als ontbijtje?

Jan Schuiling, de man door wie ik in het voetbalwereldje ben terechtgekomen. Ik heb geen contact meer met hem, dat is verwaterd, maar hij was tevens een hele fijne collega bij de post. Hij heeft mij het enthousiasme voor de bal bijgebracht.


Machiel Akkerman

Over Machiel Akkerman

Hij staat te boek als de meest begeerde vrijgezel van Stad en Ommeland. Machiel Akkerman ademt sport sedert z'n geboorte. Hij is freelance sportjournalist bij ondermeer RTV Noord en Podium TV. Machiel is ook al jaren als columnist verbonden aan Sport in Stad.