De sportwereld rond in een elftal vragen: Johan Toren

Door: Jan A. Van der Veen

Beeld: Jan Kanning     

Hij is een volbloed Stadjer. Geboren aan de Florakade, opgegroeid in de Van Houtenlaan en tegenwoordig wonend aan de rand van de stad. 187-voudig ijshockeyinternational Johan Toren (29-12-1957) is van professie handelaar in sportartikelen. Hij heeft twee zoons, de tweeling Jesse&Quinten van vier en half, uit een inmiddels vervlogen relatie met Elske Dijkstra. Als 15-jarige jongeling maakte Johan z'n opwachting in het eerste team van GIJS. Hoogtepunt in 1986 het Nederlands kampioenschap uitgerekend in Heerenveen tegen grootmacht Feenstra Flyers. Bij die Friese club had hij van 1980-1985 talloze titels en triomfen gevierd en zelfs de halve finales van de Europa Cup bereikt. Ook met Oranje beleefde Johan successen. Op het WK promotie van de C-naar de B-groep en in een later stadium zelfs promotie naar de A-groep. Aan het eind van z'n imposante loopbaan was Johan ook nog speler/coach van GIJS.      

Wat is voor jou het indrukwekkendste moment uit de Groninger sportgeschiedenis?
Het kampioenschap met GIJS in het hol van de leeuw. Een ontlading van jewelste bij de supporters en ook de spelers na die gewonnen broedertwist. We hebben drie dagen aan de tap gehangen en moesten ons toen met onze internationals melden in het Duitse Grefath. We waren niet al te fris. Tussendoor hadden we ook nog een loos wedstrijdje thuis gespeeld. We deden de warming up in smokings. Het was een dolle boel.     

Leukste sport om naar te kijken?
Voetbal en dan met name Barcelona. Ik vergelijk hun supertrio Messi, Suarez, Neymar vaak met onze eerste lijn in de gouden jaren van Feenstra Flyers. Onze eerste lijn was Tony Collard, Leo Koopmans en ik. Ik was de speler met inzicht en een heel harde werker. Wij waren vaak ongrijpbaar, ook in de Europa Cup. We wonnen eens in Zweden met 6-3 en onze lijn maakte vijf goals. Hun coach was de weg helemaal kwijt. De puck een keer raken was onze favoriete bezigheid. Met een beetje talent, een puike conditie en spelvreugde kun je in allerlei sporten heel ver komen.      

Leukste sport om te doen?
Voetbal. Ik was in de C1 en B1 van GVAV/Rapiditas een aardig spitsje, maar koos op een gegeven moment voor ijshockey tot grote woede van m'n pa, die voetbaltrainer was. Ik moest zelf m'n ijshockeyuitrusting betalen. Toen heb ik een krantenwijk genomen. Later speelde ik wel eens mee in prominentenwedstrijden met m'n kameraden Erwin en Ronald Koeman. Pier Tol en Cees van Kooten vroegen eens bij welke club ik voetbalde. Ik vertelde dat ik ijshockeyde. Ze begrepen er niets van.       

Favoriete sporter aller tijden?
Met afstand Messi. Hij is een fenomeen. Ik vind hem beter dan Ronaldo. Dat is een machomannetje. Messi waggelt soms over het veld en dan ineens is er die versnelling en volgt vaak een weergaloze solo. Voor een wedstrijdje Barcelona blijf ik altijd thuis.

Grootste ergernis op sportgebied?
Als iemand zich niet 120 procent inzet. Sporters laten tegenwoordig veel te vaak en te snel de kop hangen. Typisch voorbeeld was onlangs FC Groningen thuis tegen PSV. In de tweede helft gingen ze er niet meer voor. Dan erger ik me vreselijk.      

Beste sportprogramma op televisie?
Ik mag graag kijken naar Voetbal Inside. Ik vind wel dat ze soms te ver doordrammen. Maar ja, dat hoort er allemaal bij. Het is natuurlijk allemaal cafépraat. Zondagochtend met Kees Jansma op FOX en zondagavond Studio Voetbal bij de NOS kijk ik ook naar, maar hun gasten draaien veel te vaak om de hete brei heen in verband met allerlei belangen.       

Beste sportboek?
Wim Kieft. Zijn verhaal heeft me wel een beetje aangegrepen. Dat komt natuurlijk ook omdat ik Wim goed ken. Wim was altijd al een aparte vogel. Heb met hem ook carnaval gevierd. Hij mocht je of mocht je niet en dan was Wim erg bot. Extreem bot zelfs.        

Grootste sportprestatie ooit door een Groninger geleverd?
Het Europees kampioenschap in 1988 van Oranje met Erwin en Ronald Koeman. Rinus Michels had even tijd nodig. De puzzel viel helemaal in elkaar nadat hij Erwin en Arnold Muhren had ingebracht. Vanaf dat moment draaide Oranje als een tierelier. Ronald was het hele EK gewoon top. Ik heb wel wedstrijden van het EK bezocht, maar was er in de finale niet bij. Je kunt niet alles hebben in het leven.      

Beste sportcommentator?
Sierd de Vos. Het is fabuleus zoals hij bij voetbalwedstrijden commentaar levert. Door Sierd leer je ook het horecaleven in bijvoorbeeld Barcelona en Madrid kennen. En mocht je er nog extra vertier bij willen, dan heeft Sierd wel een oplossing. Hij heeft ook prachtige humor.       

Wat is de sportlocatie van de stad?
Euroborg. Sfeer en entourage zijn toch wel speciaal. Je kunt ook vrij kort op het veld zitten. Overal in de voetbalwereld hoor ik positieve geluiden over Euroborg. Enig minpuntje is het veld. Dat is dramatisch zelfs. Er moet hoognodig iets mee gebeuren.       

Met wie zou je wel eens een Groninger koek van Knol als ontbijtje willen eten?
Daphne Schippers. Ondanks vele successen is ze gewoon zichzelf gebleven. Daphne is een natuurtalent. Ze is na de start even een dieseltje, maar als ze eenmaal op gang is neemt ze al die kleintjes te grazen. Het is niet normaal.


Jan A. Van der Veen

Over Jan A. Van der Veen

Jan van der Veen werkte jaren voor het Nieuwsblad van het Noorden. Daarna als freelance journalist onder meer voor het Algemeen Dagblad, De Volkskrant, KRO, RTL4, Veronica, Sport7 en SBS om zijn loopbaan vervolgens dicht bij huis af sluiten bij RTV Noord. Altijd in voor nieuwe dingen. Kritisch waar nodig, maar met name enthousiast.