De Tour de France; het blijft een verslavend fenomeen

Door: Theo Sikkema

De 106e Tour de France staat voor de deur. Wereldwijd het grootste wielerspektakel dat bestaat. Het evenement dat jaarlijks de sportzomer mede kleur geeft. Het laatste decennium kloppen de Groninger wielerharten in juli net iets sneller.

Bauke Mollema gaat voor de negende keer deelnemen. Deze keer niet als kopman, maar als belangrijkste adjudant van de Australiër Richie Porte. Of Tom-Jelte Slagter op 6 juli van start gaat in Brussel is vooralsnog onduidelijk. Een verhaal uit en over de Tour.

Een paar cijfers
De laatste jaren is de belangstelling voor de Giro d’Italia en Vuelta d’Espana enorm toegenomen. Vooral omdat het aantal klassementsrenners is toegenomen en er meer grote namen strijden om de mooiste prijzen in deze drieweekse etappekoersen. Feit is dat de Tour de France voorlopig onaantastbaar blijft. La Grande Boucle is in bijna 200 landen dagelijks te zien. Er zijn 2000 journalisten en een kleine honderd fotoagentschappen actief om de koers dagelijks te volgen. Nog een paar andere cijfers. Jaarlijks worden 23.000 politieagenten ingezet, de website heeft in drie weken 120 miljoen paginabezoeken en vanuit de reclamekaravaan wordt 18 miljoen prularia naar de ruim 12 miljoen mensen langs het parcours gegooid.

Terug naar 2004
De Tour leeft enorm. Ondanks de dopingverhalen is het jakkeren en afzien op het smalle zadel van stad a naar stad b onverminderd boeiend bij velen en wordt jaarlijks weer reikhalzend uitgekeken naar ’s werelds grootste rondreizende wielercircus. De drukte langs de weg lijkt jaarlijks groter te worden, maar het is al jaren zo. Een herinnering die boven komt is een tourbezoek uit 2004. Het was de tijd van Lance Armstrong en zijn ploeg US Postal. Armstrong won dat jaar liefst vijf etappes en ook voor de vijfde keer het eindklassement, maar in 2012 werd het grootste deel van zijn palmares geschrapt vanwege het stelstelmatig gebruik van stimulerende middelen. De Duitser Andreas Klöden is uiteindelijk de boeken in gegaan als tourwinnaar van 2004. Voor Ivan Basso en Jan Ullrich. De laatste twee zouden later tegen de lamp lopen in de beruchte ‘Operation Puerto’ zaak, maar raakten hun eindklassering van die Tour niet kwijt.

Schraal ontbijt
Toen ik in die zomer met mijn broer naar Frankrijk toog was van dat alles nog niets bekend. Onze uitvalsbasis was Hotel de Paris in Champagnole. Een typisch Frans stadje aan de rand van de Jura. Het was een oud en verre van modern hotel. Kenmerkend voor het Franse platteland. Slechte bedden, geen airco en iedere ochtend een schraal ontbijt met slechts stokbrood en jam op het menu. We hadden voor dit hotel gekozen, omdat het precies tussen twee etappeplaatsen lag. Op vrijdag 23 juli stond de rit van Annemasse naar Lons-le-Saunier op het programma en zaterdag 24 juli stond een tijdrit van 55 kilometer met start en finish in Besancon gepland. Beide etappes lagen op fietsafstand en dat was voor ons wielertoeristen ideaal.

‘Dagje Tour de France’
Voor de vrijdag was onze keuze gevallen op de Côte de Nogna. Een klimmetje van ruim twee kilometer met een stijgingspercentage van ruim vier procent op een kilometer of 15 voor de finish. Categorie vier. Al fietsend door het fraaie Franse landschap vroegen we ons af of de Tour de France vandaag wel langs zou komen, want er was weinig activiteit. Wel kwamen we af en toe route barrées, afzettingen, tegen. Pas toen we ergens over de top van een heuveltje gingen was het beeld plots anders. Parkeerplaatsen vol auto’s en horden mensen die langs de kant van de weg een plekje zochten of zich al genesteld hadden met wijn, lokale lekkernijen of een barbecuetje aangestoken hadden. Het typische ‘dagje Tour de France’ plaatje. We zochten ergens op het colletje een mooi plekje en vervolgens begon het lange wachten, terwijl het drukker en drukker werd. Van smartphones of live-blogs was in die tijd nog geen sprake, dus je moest het hebben van een verdwaalde fransoos die France 1 kon ontvangen op een klein teeveetje in de camper. Ondertussen bood de reclamekaravaan afleiding.

Ze komen eraan!
Het werd een etappe waarin de vlucht van de dag weg zou blijven. Zes coureurs trokken door de uitlopers van de Jura met een voorsprong van meer dan elf minuten. Het was een kopgroep van naam. Ga maar na. Juan Antonio Flecha, Sébastien Joly, Dmitriy Fofonov, José Vicente García Acosta, Juan Miguel Mercado en Marc Lotz hadden elkaar gevonden. Voor mij is het meest magische van langs een parcours een koers volgen met live-televisie de helicopter. Het is de vooraankondiger van; let op ze komen eraan! Fofovov voerde het commando en probeerde de kopgroep op de klim uit elkaar te trekken. Na de top ging het in dalende lijn naar finishplaats Lons-le-Saunier en dus moest het daar gebeuren. De Kazak slaagde niet in zijn missie. Het waren de Spanjaarden Mercado en Acosta die uiteindelijk weg wisten te komen in de slotkilometers. De geslepen Mercado hielp Quickstep-Davitamon aan een derde etappezege in de Tour van 2004. Lotz eindigde overigens als vijfde.

Allemaal voor hetzelfde
De sfeer van dat dat soort tourdagen vergeet ik nooit. Je ziet de renners maar heel even en het wachten is eindeloos. Toch word je met zijn allen gegrepen door de magie van deze koers. Het rondrazende fenomeen op wielen. Misschien is het de aanraakbaarheid van de renners, maar voor mijn gevoel ook saamhorigheid. Uit alle windstreken staan fans en geïnteresseerden langs de weg. Allemaal voor hetzelfde; de koers! Een dag later was het zo mogelijk nog drukker. De renners snelden langs een sliert van mensen in het dorpje Courcelles les Quingey aan de D110, waar we ons genesteld hadden. Armstrong kwam als laatste en de armada van auto’s en motoren waar de Amerikaan mee omgeven werd was meer dan indrukwekkend.

Ruimte voor anderen
Terug naar de realiteit van 2019. De Tour wacht op niemand. Ook niet op Chris Froome. Voorbestemd om voor de vijfde keer de Ronde van Frankrijk te winnen. Om zich daarmee in het rijtje Jacques Anquetil, Eddy Mercx, Bernard Hinault en Miguel Indurain te scharen. Het is maar zeer de vraag of Froome zijn loopbaan, nadat hij door de wind tegen een muur geblazen werd, voort kan zetten. Dat biedt ruimte aan andere favorieten en schaduwkopmannen om te mogen denken aan het hoogste ereschavot in Parijs op zondag 28 juli.

Kan Porte het wel?
Bauke Mollema moet Richie Porte vooral in de bergen ondersteunen. Porte is door de directie van Trek-Segafredo aangetrokken in een poging het geel na te jagen, maar of dit kan lukken is op voorhand maar zeer de vraag. Het trackrecord van de 34-jarige Australiër in de drie ‘Grand Tours’ is niet veelbelovend. In dertien grote rondes eindigde Porte slechts twee keer bij de eerste tien. In 2010 werd Porte zevende in de Giro en in 2015 was plek vijf in Parijs het eindverdict. In 2017 en 2018 kwam er een DNF, did not finish, in de boeken. Veroorzaakt door zware valpartijen. Ook ziekte wil nog wel eens om de hoek komen kijken. In kortere etappekoersen als Parijs-Nice of de Ronde van Romandië kun je hem altijd bij de favorieten rekenen, maar een grote ronde van drie weken is toch een ander verhaal. Dan wordt het fysieke systeem veel meer op de proef gesteld. Dan is Porte niet de eerste naam die naar voren komt.

Dauphiné vaak maatgevend
In het Criterium du Dauphiné kon de kopman met een elfde plaats in de eindrangschikking nog niet echt overtuigen. Vooral in de tijdrit kwam de Aussie tekort en in de slotrit had hij moeite zijn concurrenten in Frankrijk bij te houden. Dan kun je zeggen er is nog tijd om de vorm bij te schaven, maar de Dauphiné wordt gezien als de kleine Tour de France. Renners die daar van een puike vorm blijkgeven strijden een paar weken later in de grote Tour meestal om te hoogste plaatsen.

Mollema vs Porte
Mollema was in Italië meer dan goed bezig. Strijdend en knokkend belandde de vechtjas op de vijfde plaats in het klassement. Zijn aura kleurde fris en energiek en deze basis gaat mee naar Frankrijk. Kijkend naar de cijfers is de Groninger overigens een betere grote ronde renner dan Porte. Zijn palmares is beter, maar puur kijkend naar Tour, Giro en Vuelta komt Mollema als winnaar van de twee naar voren. In vijftien grote rondes reed Mollema zes keer bij de beste tien en twaalf keer bij de beste 30. Porte kan in dertien grote rondes twee top tien plaatsen overleggen en reed slechts vier keer bij de beste 30.

Nooit echt slecht
Beider wegen komen in juli samen in Frankrijk. Dit jaar reden de twee alleen eind februari in de Ronde van de Verenigde Arabische Emiraten met elkaar. Dat lijkt wat weinig voor een kopman en een superknecht die in juli in de belangrijkste wielerkoers van het jaar tot de grootste daden van het wielerjaar moeten komen. Aan de andere kant zal Mollema gewoon zijn ding doen, waarbij het zomaar kan dat er een plek bij de eerste twintig uitrolt in Parijs. Een echt slechte dag heeft hij eigenlijk nooit, tenzij Mollema het een keer laat lopen. Vanaf de vijfde etappe is het al klimmen geblazen en is alertheid geboden. Zowel de Vogezen, Centraal Massief, Pyreneeën en de Alpen worden aangedaan in de komende Tour de France. Inmiddels is de man die het mollemalen tot kunst verheven heeft zo ervaren, zich druk maken staat sowieso niet in zijn woordenboek, dat hij over het algemeen wel weet hoe laat het is.

Slagter in nevelen gehuld
Hoe dat bij Tom-Jelte Slagter zit is onduidelijk. De renner uit Slochteren koerst voor het tweede seizoen bij Team Dimension Data. Redelijk anoniem is de conclusie. Een zevende plaats in het klassement van de Yorkshire Tour is zijn beste prestatie. De overige uitslagen waren meestal posities in de middenmoot of daar nog achter. Yorkshire was begin mei. Vervolgens kwam Slagter begin juni terug in koers tijdens de Hammerseries in Limburg om daarna door te gaan naar de Ronde van Zwitserland.

Teveel pelotonvulling
Slagter zijn laatste zege dateert van 4 juli 2017 toen hij de tweede etappe in de Ronde van Oostenrijk won. In dat zelfde jaar volgde nog een podiumplek in de Canadese ééndagskoers in Montréal en begin 2018 was er een derde plaats in het klassement van de Santos Tour Down Under. Sindsdien stokt het qua korte uitslagen. Slagter is inmiddels alweer aan zijn negende seizoen bezig als profwielrenner en heeft zichtbaarheid nodig. De import-Fries rijdt teveel mee als pelotonvulling en dat is jammer. Zijn kwaliteiten als puncher op vinnige aankomsten heeft hij vaak genoeg laten zien. Daarover geen twijfel. Zichzelf kunnen tonen in Frankrijk zou mede interessant zijn, omdat zijn contract afloopt. Of hem dat podium geboden wordt is vooralsnog niet bekend.

Wijn, kaasjes en barbecuerook
Hoe dan ook de wielerfans zullen de Franse en Belgische wegen vanaf 6 juli drie weken omzomen. De meesten van de miljoenen liefhebbers, met opentrokken flessen wijn, aangesneden kaasjes en geurende barbecuerook, zullen geen idee hebben of Bauke Mollema en Tom-Jelte Slagter aan hun voorbij trekken of dat het pak hem beet Frederik Backaert of Alexey Lutsenko zijn. Het zal hen niet deren. Een dag de Tour beleven is het enige dat telt. De Tour is een mondiaal wielerfans aantrekkend fenomeen en zal dat tot in lengte van jaren blijven. Het blijft daarom extra mooi om mee te beleven dat Groningers op dat wereldpodium met de besten meegaan.


Theo Sikkema

Over Theo Sikkema

Theo Sikkema (1969) is sportliefhebber in hart en nieren. Woont in de stad Groningen en heeft zijn roots in het Ommeland. Hij volgt de Groninger sport op de voet en is sinds 2002 actief in de sportjournalistiek. Allereerst bij OOG-radio sport en sinds medio 2006 bij RTV Noord als freelancer. Theo is allround, maar heeft een voorliefde voor wielrennen. Hij trapt zelf jaarlijks een slordige 5.000 kilometer weg op de racefiets en heeft af en toe een opvatting over iets wat hij heeft meegemaakt of gezien.