Een Pools trio

Door: Henri van Voorn

De drafsport floreerde in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in Groningen. Tijdens hoogtijdagen kwamen er meer dan 5.000 toeschouwers naar de fraai baan in het stadspark. Aan het einde van de vorige eeuw werd het allemaal minder. Wat men de sport niet kan afnemen is de rijke historie. Onder het motto “gelukkig hebben we de verhalen nog” haalt Henri van Voorn af en toe herinneringen op.

Van alle spelsoorten is in de wereld van de draf- en rensport het triospel erg populair. De wedder moet daarbij de eerste drie aankomende van een race goed voorspellen. Je hebt favorietentrio’s die alleen voor grote spelers interessant zijn en trio’s met outsiders waar de kleine speler een fortuin kan vergaren. De eerste keer dat ik daarvan hoorde staat me nog helder voor de geest. Het was midden jaren zestig en Ben van Os won in Groningen verrassend met Zsa Zsa du Commerce voor Zombro Pluto. Een vaste bezoeker van café Bolhuis had op aanraden van de verslaggever van de Groninger Gezinsbode een paar combinaties vanuit deze paarden gespeeld. Hij kon bij de kassa ruim 6.000 gulden incasseren. Het was dagenlang feest in het café van mijn oom, waar de jenever bij wijze van spreken van de tapkast droop. Een ander trio dat in vele geheugens gegrift is vond plaats in juni 1977 tijdens de dag van de Grote Prijs der Lage Landen. Aonne de Wrede won die dag met Lord Axkit voor de Vergay pupillen King Hollandia en Jheronimus. Een trio aankomst die goed was voor een record uitbetaling van 72.382 gulden. Op zoek naar geluk in het trio spel vulden met name oudere dames vaak de cijfers 1,2 en 3 rond op het formulier in. Als de paarden zo binnenkwamen, dan spraken de kenners van het “oude wijven trio”.

Als je die term op het internet googelt dan word je overspoeld met erotisch getinte websites. Nou daar gaat deze column niet over al zal ik zeker niet ontkennen dat men ook in de draf- ren renwereld om het met Koot en Bie te zeggen graag “van bil gaat”. Diezelfde Koot en Bie noemen zelfs het ooit zo populaire supertrio spel in hun conference van de vrije Haagse jongens Jacobse en Van Es.  Het supertrio was de start van het buiten de baan spelen en de koers werd op zondagavond in Studio Sport uitgezonden. Dat waren nog eens tijden. Het woord trio staat voor drie en dat brengt mij bij bijzondere drietallen op de koersbanen. Ik ken ze in vele variaties. Succesvolle vaders met meerdere kinderen in de koers zoals Jan Wagenaar, Jan van Dooyeweerd, Willem Leeuwenkamp, Roelof Hamming, Klaas Woudstra en Jan de Leeuw. Ooit was er een vader die met zijn beide dochters de koersbanen onveilig maakte. Dat was Jaap Verhoeve en zijn dochters Jopie en Paulien.

Ooit verzuchtte een koersbezoeker: “Vroeger keek ik naar Wie van de Drie op televisie, maar nu zie ik het hier live voor me op de baan van Aduard”. Ook waren er trio’s van broers. Vanuit Hilversum opereerden ‘dove Jantje van Leeuwen’ zijn zonen Siem, Rinus en Jan. Hoewel zij succesvol waren, werden zij in sportief opzicht afgetroefd door de gebroeders Pools. Een uniek trio, want hoewel Harry, Aad en Ruud allen reeds de pensioengerechtigde leeftijd bereikt hebben zijn zij nog volop actief. Ik heb hun carrières vanaf het begin meegemaakt en vond het bijzonder dat zij alle drie dit jaar op de langebaan al een koers wisten te winnen. Voor de jongste, de 68-jarige Ruud, is dat niet zo bijzonder, want hij rijdt nog regelmatig en behoort tot het selecte gezelschap van pikeurs, die meer dan 3.000 koersen wisten te winnen. Ruud scoorde dit jaar bij de opening in Alkmaar met Goldrush H zijn eerste zege in 2021 en een maand later kon Aad op Duindigt juichen toen hij met Doc Holiday won. Aad is inmiddels 73 jaar, maar als je hem op de sulky ziet dan zou je dat niet zeggen. Harry maakte het sprookje compleet door in augustus in het Duitse Drensteinfurt op 79-jarige leeftijd een koers te winnen met It’s Race Time.

Dat de gebroeders Pools nog altijd actief zijn in de sport zegt iets over hun instelling. Mannetjesputters van het zuiverste soort die altijd maar doorgaan. Voor en tegenspoed hebben ze alle drie in ruime mate meegemaakt. Grote successen ook. In mijn jeugd maakte Harry al furore me Xanthos Narciso, een draver met een enorme uitstraling. Harry was daarna vooral succesvol met buitenlandse imports als Royal G, Märzfuchs, Speedy Gent en Unimel B. Daarna brak de periode Allegro aan. Het verhaal dat de vos het beste in Dinslaken liep omdat hij vanuit de Bredase stal dan lang op de vrachtwagen stond, ging er bij journalisten in als koek. Aad Pools werkte aanvankelijk bij zijn oudere broer maar begon daarna voor zichzelf. Hij maakte furore met seriewinnaar Jewelprise, die weinig trek had in training voor de kar. Aad liet hem lekker buiten in een kampje lopen en een herdershond zorgde ervoor dat Jewelprise voldoende beweging kreeg. Jewelprise won in totaal 72 koersen. Ook Aad kon het prima vinden met imports. Van hem moeten Treize F en Greatest Action zeker genoemd worden. Ruud Pools heeft vele jaren een eigen entrainement gehad, maar zijn succesvolste periode beleefde hij in dienst bij Hugo Langeweg senior. Hij won niet alleen vele grote koersen, maar werd ook driemaal kampioen bij de beroepspikeurs. Ruud werkte ook bij Cees Kamminga in de Vibelzee periode en bij Jan van Dooyeweerd junior. Vele jaren was hij een veelgevraagd catchdrivers. Zo won hij voor trainer Marcel Hauber en eigenaar stal de Groningers de Gouden Zweep met Rhythm and Speed.

Wie in drafsportkringen de naam Pools laat vallen, die denkt ogenblikkelijk aan de kortebaandraverijen. Als geboren Beverwijkers kregen zij het sprintwerk in de straten over ruim 300m met de paplepel ingegoten. Hun onverstoorbare houding maakte hen geknipt voor dit werk. Zij waren er ongekend succesvol. Zo werd Harry in de zeventiger jaren driemaal kampioen van Nederland op de kortebaan. Nadat hij zich in Duitsland vestigde was Harry minder op de kortebaan te zien, maar tot een definitief afscheid kwam het niet. Zo won hij in 2015 nog weer een kortebaan met Barbert. Ruud bleek niet alleen een topper op de langebaan, maar beheerst het kortebaanwerk als geen ander. Hij werd maar liefst acht keer kampioen van Nederland in deze discipline. De meest succesvolle pikeur van Nederland op de kortebaan is echter Aad Pools. Hij werd in 1978 voor het eerst nationaal kampioen en mocht in totaal veertien keer de kampioenshelm in ontvangst nemen. De liefde voor het kortebaanwerk wist ‘mister kortebaan’ over te brengen op zijn dochters Manon en Josette. De laatste werd een keer leerlingenkampioen maar is inmiddels gestopt. Manon, die in 2008 al een keer kampioen van ons land werd, trekt er ook dit jaar nog regelmatig met haar vader op uit als er kortebaandraverijen zijn. Ze is minstens zo fanatiek als haar vader. Aad beheerst het vak op de Hollandse straten tot in detail. Als ik een kortebaan bezoek dan kijk ik het liefst bij de start. Daar wordt de strijd vaak beslist. Onvergetelijk zijn de momenten dat Aad even over het zonnebrilletje heen naar zijn tegenstanders tuurt. Hoe vaak zal hij een tegenstander uit zijn concentratie hebben gebracht met de woorden “zeg gaan we bijdehand doen”. Aad heeft steevast de hele trukendoos bij zich en doet alles om een ronde verder te komen. Onverstoorbaar, onverwoestbaar en in sommige jaren onverslaanbaar.  Het is allemaal van toepassing op trio Pools. Echte liefhebbers zijn het ook want het was tekenend dat Aad met broer Ruud meereed naar de allerlaatste koersdag in het stadspark van Groningen. Terwijl Ruud zijn koersen reed, haalde Aad herinneringen op aan mooie tijden.


Henri van Voorn

Over Henri van Voorn

De drafsport floreerde in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Ook in Groningen. Tijdens hoogtijdagen kwamen er meer dan 5.000 toeschouwers naar de fraai baan in het stadspark. Aan het einde van de vorige eeuw werd het allemaal minder. Wat men de sport niet kan afnemen is de rijke historie. Onder het motto “gelukkig hebben we de verhalen nog” haalt Henri van Voorn af en toe herinneringen op.