Emmertjes voor een topschutter

Door: Paul Zweverink

Tijdens een trainingskamp van FC Groningen op het sportcentrum Papendal sprong Peter Houtman op mijn vraag uit stand zeker één meter twintig van de grond. En maakte een kopbeweging. Dat vond de Rotterdamse topschutter mooi. Zo leerde ik hem kennen als een aimabele sportman, een spits pur sang. Feyenoord en FC Groningen, dat waren zijn clubs. Een verhaal over Houtman en over emmertjes.

Eigenlijk was Peter Houtman niet zo’n bijzonder goede voetballer. In deze tijd zouden mensen als René van der Gijp iets zeggen als ‘Houtman? Kan er geen hout van’. Gevolgd door een bulderende lach. Maar de clubs waar hij voetbalde waren maar wat blij met deze rijzige en sterke spits. Want hij deed dat waarvoor clubs toch vooral spitsen inhuren: scoren. Recht toe, recht aan, dat wel. Knallende kopballen, strakke schoten. Koppen vooral. Enorme sprongkracht, grote kopkracht. Niet van de ragfijne techniek. Gewoon iets als: die bal moet erin!

Die kopkracht dus. Ik was als inval-assistent van trainer Theo Verlangen mee naar Papendal in de voorbereiding op het seizoen 1977-1978. Ik vroeg Peter hoe hij toch aan die sprongkracht kwam. Dat vond hij mooi. We wisten een meetlint te regelen en gingen naar buiten. Peter zakje door de knieën, zette af en kwam omhoog. Ik had het meetlint uitgerold. Drie keer probeerde hij het, steeds ongeveer een ruime meter, uit stand dus. Ooit was ik in een Masai-dorp waar springen vanuit stand een soort religieuze functie had: de hoogst springende had vanuit traditie de eerste keuze van de beschikbare vrouwen. Peter Houtman zou de meest aantrekkelijke dame kunnen uitzoeken, ware hij een Masai-krijger…..

Dat Peter Houtman in Groningen neerstreek kwam door Theo Verlangen. De Haagse trainer was een jaar voordat hij bij FC Groningen hoofdtrainer was verantwoordelijk voor het tweede elftal van Feyenoord. Daar speelde de jonge Houtman in de spits. Houtman zelf daarover: “Theo vroeg me of ik met hem naar FC Groningen wilde. Omdat het bij Feyenoord niet gemakkelijk was in het eerste te komen wegens flinke concurrentie, hapte ik toe. FC Groningen was ambitieus en wilde weer naar de eredivisie. Vrienden van me in Rotterdam verklaarden me voor gek. ‘Wat moet je in ’s hemelsnaam in Groningen?’. Maar ik ben een gemakkelijk mens, pas me overal wel aan. En ik heb er nooit spijt van gehad, integendeel. Ik kwam in een warme stad bij een mooie volksclub. Echt iets voor mij. Nu ben ik de enige Rotterdammer voor wie de Zaagmuldersweg een magische klank heeft.’’

Peter Houtman scoorde in dat eerste seizoen gelijk 28 doelpunten en zijn naam was in Groningen gevestigd. Genoeg voor promotie was het echter niet, de FC eindigde op de zesde plaats en verloor het in de nacompetitie voor promotie op doelsaldo van MVV. Houtman had in die tijd een jachtig leven, want moest ook zijn militaire dienstplicht vervullen. Eerst in Nijmegen, later wat dichterbij in Leeuwarden. Bij de luchtmacht. ‘’Heel toepasselijk”’, zei hij daar gekscherend zelf over. Hij vertelt graag over zijn allereerste wedstrijd in het shirt van de FC uit bij Fortuna Vlaardingen. ‘’Eerst ’s morgens in alle vroegte vanaf Nijmegen, waar ik gelegerd was, met de trein naar Groningen. Met de groep mee naar Vlaardingen. Ik scoorde daar mijn eerste doelpunt en moet strak na afloop onder politiebegeleiding naar het station om de trein te halen. Ik moest me weer op tijd melden in de kazerne in Nijmegen.’’

Na dat eerste seizoen keerde Houtman terug naar Feyenoord, de Rotterdammers waren onder de indruk geraakt van zijn zee aan doelpunten in Groningen. Een heel groot succes werd het in de Kuip echter niet en Feyenoord verkocht de spits halverwege het seizoen aan Club Brugge. ‘’Dat werd een deceptie’’, aldus Houtman. ‘’Niet eens zozeer sportief, ik scoorde nog acht goals in negen wedstrijden, maar in verveelde me stierlijk in Brugge. Ik was ook heel blij toen Renze de Vries mij belde of ik weer naar FC Groningen wilde komen. Daar hadden ze Sammy Morgan als spits, maar daar was vaak wat mee. Veel blessures en te veel kaarten en schorsingen. Ik mocht weg bij Brugge en streek weer neer in het Oosterpark.’’

Dat gebeurde overigens niet voordat er een opmerkelijke actie in Groningen plaats had gevonden. De clubkas van FC Groningen was nagenoeg leeg en varkensboer De Vries moest als voorzitter een list verzinnen om de komst van Houtman te financieren. Onder de slogan ‘Loop de emmertjes niet voorbij’ en ook ‘Topvoetbal beleven, nu voor Peter geven’ werd die actie met de emmertjes even opmerkelijk als succesvol. De als zuinig bekend staande Groningers gaven gul. Zelf had Peter Houtman dubbele gevoelens over die actie. ‘’Omdat mensen dachten dat dat geld alleen voor mij was. Dat merkte ik vooral toen ik zelf ook een donatie deed. Zoiets als: ‘ja lekker, je geeft dus geld aan jezelf’. Dat was niet zo, want al dat ‘emmertjesgeld’ ging gewoon in de algemene clubkas’’.

Hoe ook, met Peter Houtman weer in de spits en 23 doelpunten van zijn hoofd en voeten kende FC Groningen een glanzend seizoen. Met promotie naar de eredivisie als gevolg. Daar scoorde Houtman in het eerste seizoen zeventien keer en eindigde de FC op de vijftiende plaats. Het jaar daarop was wederom een topjaar, nu in de eredivisie. Mede dankzij vijftien doelpunten van Houtman eindigden de Groningers als zevende en miste op een haar na Europees voetbal. Waarna Peter Houtman wederom naar zijn oude liefde Feyenoord verkaste en daar ook topscorer werd en zelfs het Nederlands Elftal haalde.   

Maar wederom kam Houtman terug naar het Oosterpark. ‘’Voor mij waren er eigenlijk maar twee clubs: Feyenoord en FC Groningen’’. Het seizoen 1985-1986 werd top. FC Groningen eindigde pal achter PSV, Ajax en Feyenoord op de vierde plaats en ging Europa in. Houtman was met 23 voltreffers weer prima op schot. Het seizoen daarop verliep moeizamer en was het laatste voor de Rotterdammer in Groningers dienst. Hij kijkt nog altijd met veel plezier terug op zijn jaren in de Martinistad. ‘’Ik ben en blijf Rotterdammer, maar Groningen heeft dat plekje in mijn hart. Ik volg de club nog altijd wekelijks. Als ze naar de Kuip komen, heb ik steeds dat extra gevoel. Als stadionspeaker laat ik dat ook steeds wel even horen. Iets als: ‘onze tegenstander van vandaag is het sympathieke FC Groningen, de club waar ik zelf een hele mooie tijd als speler heb gehad’. En als het even kan, ga ik toch ook nog wel een keertje per jaar naar Groningen om een wedstrijdje in de Euroborg mee te pikken. Dan kom je altijd weer oude bekenden tegen.’’


Paul Zweverink

Over Paul Zweverink

Paul Zweverink is ondanks zijn ‘pensionado-schap’ nog altijd langs de velden in de hallen en overal waar sport bedreven wordt te vinden. Hij is freelancer bij het Dagblad en speurt als scout naar talent voor FC Groningen. Met regelmaat produceert Paul uiterst lezenswaardige verhalen en columns voor Sport in Stad.