Harener domineeszonen knallen op ’s Heeren wegen

Door: Dick Heuvelman

Beeld: Eigen archief

Ooit, in de jaren zestig van de vorige eeuw, reed in het vaderlandse wielerpeloton een renner rond die steevast werd aangeduid als de Leidse notariszoon. In de uitslagen, waarin hij veelvuldig (prominent zelfs) voorkwam, heette hij gewoon Gerben Karstens. Maar vanwege zijn komaf, nazaat van een doorgeleerd iemand, werd hij gezien als een buitenbeentje in deze sport, die destijds vooral werd bedreven door de sociaal lagere klassen. Rauw volk vooral!

Een halve eeuw later hebben we in Nederland een domineeszoon op de racefiets. Beter gezegd: twee zelfs. Twee broers, Jochem (22) en Marco Hoekstra (26) uit Haren. Toch gaan ze niet als domineeszonen door het wielerleven. Want ja, tegenwoordig komen coureurs in alle rangen en standen voor. En in alle gezindten. De tijd dat wielrennen een puur katholieke sport was, is voorbij. Dus vindt de goegemeente fietsende domineeszonen niets bijzonders meer. En de dominee zelf evenmin. Die, moeder Astrid, is zelfs met manlief regelmatig langs de parkoersen te vinden om toe te zien hoe haar jongens het doen.

Nou, goed! Heel goed zelfs. Jochem heeft de afgelopen maanden indruk gemaakt met het winnen van twee meest prestigieuze amateur-klassiekers die Nederland kent: de Omloop der Kempen en de Ronde van Limburg.

De winnaars van deze koersen zijn grotendeels ook professional geworden. Zie onderstaande lijstjes. Marco Hoekstra heeft dit jaar ook een klassieker op zijn naam geschreven, de Ronde van Groningen. Een wedstrijd met aanzienlijk minder uitstraling, maar ook hij kan een bovenmodaal stukkie fietsen. Het is dat hij na deze jubel vooral door pech is achtervolgd, anders had hij hier of daar ook nog op het ereschavot gestaan.

Nee, dan kent Jochem (21) momenteel meer voorspoed. Hij ontwikkelt zich tot een renner met professionele potentie. Afgelopen winter heb ik, daartoe aangemoedigd door collega Theo Sikkema, getracht Jochem Hoekstra binnen te loodsen bij het nieuwe Roompotteam van Erik Breukink en Michael Boogerd. Dat netwerken had geen resultaat, de heren zaten al meer dan vol. Voor nóg een talent, hoe perspectiefrijk ook, was geen budget meer.

Inmiddels zal de naam Jochem Hoekstra bij Roompot wel op de lijst van kandidaat-renners staan voor het volgend seizoen. Want ja, wie zowel de Kempen als Limburg wint, heeft wel een imponerend visitekaartje afgegeven. Jochem Hoekstra heeft zich bij de ploeg van Jo Piels, al jaren dominant op subtopniveau, opgewerkt tot een van de blikvangers. Hij kan, zoals dat heet in het jargon, uitgespeeld worden voor de overwinning. En als je dat dan ook waarmaakt, stijg je snel in ploeghiërarchie.

Met dank ook aan Han Vaanhold, de meester-opleider van het amateurpeloton. De Twentse onderwijzer is geen onbekende in Noord-Nederland. Als renner maakte hij in de jaren zeventig deel uit van wat wel werd genoemd de Oostelijke Combine. Samen met kleppers als Arie Hassink, Herman Snoeijink en Gerard Möhlmann struinde hij de noordelijke criteriums af om zich te ontfermen over het vetste deel van de prijzenpot. Dat zette nog wel eens kwaad bloed, maar in een sport als wielrennen is dat wel legitiem. Maar Vaanhold, lid van de befaamde Amstel Bierploeg, was ook een baasje in het grotere werk. Net als zijn poulain Jochem Hoekstra heeft hij ook de Ronde van Limburg gewonnen, in 1984.

Vaanhold was echter één van de weinige Limburglaureaten die geen broodfietser werd. Hij had een goede opleiding als onderwijzer genoten en koos voor de zekerheid van een schools bestaan in zijn dorp Haaksbergen. Maar zijn hobby, het cyclisme, liet hij niet los. Hij stapte in zijn vrije tijd in tal van ploegleiderauto’s, nu in die van Jo Piels. Doorgewinterd als hij is in het métier levert hij, geholpen door zijn didactische kennis, het ene na het andere talent af aan de profwereld.

Of Jochem Hoekstra ook in het rijtje ‘Vaanhold-profs’ komt, lijkt slechts een kwestie van tijd. De domineeszoon uit Haren, om de tijdgeest van Karstens nog maar eens op te roepen, heeft zich niet alleen op vlakke wegen bewezen, maar ook op golvend terrein. Hij heeft nu koersen gewonnen die Bauke Mollema en Tom-Jelte Slagter niet waren weggelegd. Hij is de eerste Groninger die zowel de Kempen (anno 1948) als Limburg (ook anno 1948) op zijn naam heeft geschreven.

Hij is er ook wel klaar voor een overstap naar de Grote Jongens, de broodrenners dus. Hij heeft er de leeftijd (22) voor en zijn cv mag er zijn, al zijn er kenners die vinden dat alleen winnen in Nederland te weinig houvast biedt voor een succesvolle profcarrière. Want ja, zeggen zij, de moeilijkheidsgraad van koersen in dit land is daarvoor te laag.

Jochem Hoekstra is er echter van overtuigd dat hij zal slagen. Natuurlijk, hij denkt niet dat hij als beginnend prof zo maar eventjes koersen wint. Aan realiteitszin ontbreekt het hem niet. Waar het in eerste instantie om gaat, is je verdienstelijk maken voor kopmannen. Daar heeft Jochem geen moeite mee, zo werkt het nu eenmaal in het cyclisme.

Of er ooit een hoofdrol in het profpeloton voor hem zal zijn weggelegd, is ook nog maar de vraag. Daarvoor mist hij een specialiteit die kopmannen op het erepodium brengen. Hij is geen sprinter, geen echte klimmer en hoewel hij zich op de website van zijn ploeg afficheert als tijdrijder, is zijn palmares in deze discipline nogal mager. Dan kom je al gauw uit in een dienende rol, met zo nu en dan buitenkansjes.

Maar een beetje knecht, iemand die zich helemaal weg kan cijferen voor een topper, verdient tegenwoordig ook een vorstelijk belegde boterham. Dat was in de tijd van de notariszoon van Leiden, Gerben Karstens dus, wel anders. Toen was het voor het knechtvolk vooral sappelen en gebeurde het nogal eens dat beloofde verdiensten niet werden uitbetaald. Waarbij aangetekend dat de notariszoon Karstens zich destijds kon ontrekken aan slavenarbeid. Hij was wel een winnaar, won onder meer etappes in alle grote ronden: veertien in de Vuelta, zes in de Tour en eentje in de Giro.

Jochem Hoekstra, en hij trouwens niet alleen, zou er (blind) voor tekenen.

Wie staan op erelijst

Ronde van Limburg

1953 Frans Mahn – in 1956 wereldkampioen der amateurs in Kopenhagen

1961 Jan Janssen – in 1968 Tourwinnaar en in ’64 wereldkampioen der profs

1962 Gerben Karstens – winnaar van etappes in alle grote Rondes, Parijs-Tours in 1965

1963 Evert Dolman – wereldkampioen der amateurs in 1966 en winnaar van de Ronde van Vlaanderen in 1971.

1970 Fedor den Hertog – olympisch kampioen ploegentijdrit 1968 en winnaar Touretappe in 1977

1975 Henk Lubberding – winnaar van de witte trui in de Tour de France 1978 en winnaar Gent-Wevelgem 1980

1977 Leo van Vliet – winnaar Gent – Wevelgem in 1983 ern winnaar Touretappe in 1983.

1983 Gert Jakobs – meesterknecht van topsprinter Jean-Paul van Poppel

2008 Johnny Hoogerland – smaakmaker van de Tour de France 2011

 

Wie staan op erelijst

Omloop der Kempen

1954 Daan de Groot – in 1955 winnaar Touretappe Millau-Albi na solo van 150 km.

1967 Jo de Roo – winnaar Ronde van Lombardije (’62 en ‘63), Parijs-Tours (idem), Bordeaux-Parijs (1962), Ronde van Vlaanderen (1965) en Omloop Het Volk (1966)

1963 Arie den Hartog – winnaar Milaan – Sanremo (1965) en Amstel Gold Race (1967)

1967 Leo Duyndam –  winnaar Ronde van Noordwest Zwiterseland (1970) en Touretappe in 1972

1970 Fedor den Hertog – Nederlands kampioen bij de profs (1977) en rit in Parijs-Nice (1978)

1977 Leo van Vliet – winnaar GP Marseilaise (1980) en Vierdaagse van Duinkerke (1983)

1984 Jean-Paul van Poppel – won als sprinter etappes in alle grote Rondes, 22 in totaal.

2005 Niki Terpstra – winnaar Parijs – Roubaix 2014

2007 Lars Boom – winnaar Touretappe over de kasseien in 2014


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE