“Ik gebruik waarschijnlijk niet de beste trainingsaanpak”

Door: Eddy Kiemel

Atleten trainen bij jou als coach op basis van vertrouwen. Het vertrouwen dat jij het beste programma kiest voor hun. Soms gaan ze weg, soms komen ze terug, maar het gaat altijd om vertrouwen. Zij  geven hun ziel en zaligheid en jij maakt (in het beste geval samen met de atleet) de keuzes. En dat is een grote verantwoordelijkheid.

Af en toe heb ik tijdens het observeren van een training, vaak in bos of park als de atleten even uit het zicht zijn dat ik me afvraag: “waarom doen we nu exact deze training?”. Dan verschijnt er –net als in de film- zo’n kwaadaardig mannetje op mijn linker schouder, die zegt: “Waarom 4x8 minuten, dat had toch ook 5x6 minuten, kunnen zijn”. En dan krijg ik honderdduizend ander gedachten. Ja inderdaad dat had gekund, maar we hadden ook nog op de baan kunnen trainen. Wat is nu het beste? De keuze is immers reuze.

Dan verschijnt het akelige mannetje weer; “Eigenlijk doe je maar, hebt geen idee”.  En dat gaat van kwaad tot erger. Met positieve zelfspraak probeer ik mezelf dan op de been te houden; dat is het mannetje op mijn rechter schouder: “Je bent best succesvol, dus je hebt echt wel een idee”.  En dan is er nog die atleet die zijn sportieve lot in mijn hadden legt. Net op het moment dat ik dreig te bezwijken onder de druk, komen de atleten doe hoek weer om.

Zonder dat ik me er bewust van ben ga ik automatisch weer, zonder enige vorm van twijfel,  aanwijzingen geven aan de langslopende atleten. Blijkbaar is er ook nog een soort autonoom geweten dat geen twijfel kent. Dat stelt gerust.

De atleten verdwijnen weer uit het zicht, en daar is het akelige mannetje weer: “Waarom niet 10x3 minuten, wat weet je nou helemaal”. Dan neemt mijn rationele ik het over. Hoe kom ik van deze gedachten af? Wat is het beste programma, en kun je dat uberhaupt wel maken? Even een gedachtenspinsel: stel dat je elke training twee keuzes zou hebben (bv. 4x8min of 5x6min), waar één de beste. En je doet per jaar 300 trainingen, hoe groot is dan de kans dat je voortdurende de juiste kiest, en dus een jaar lang traint volgens de beste trainingsaanpak. Snel rekenen leert ons dat dit een boom is met heel veel takken (203703597633449 en dan 76 nullen om precies te zijn). Kortom 300 keer een muntje opgooien en het 300 keer goed hebben. Onmogelijk. En dan te bedenken dat je veel meer dan twee keuzes per training hebt…

Dit stelt gerust. Het beste is onmogelijk, maar wat dan wel? Zo weinig mogelijk foutieve keuzes maken zegt het positieve mannetje, en daar moet je de beste in worden. Het akelige mannetje druipt af: “lekker makkelijk zeg…”. Met dank aan mijn rationele ik kan ik weer iets rustiger naar huis, maar wel weer extra scherp om nog minder fouten te maken. Is het akelige mannetje toch nog ergens goed voor…


Eddy Kiemel

Over Eddy Kiemel

Hij werd in 1991 NK op de 800 meter. Verderop in het leven bekwaamde hij zich als atletiektrainer. Sedert jaar en dag is Eddy Kiemel de technische baas van het zo succesvolle Team 4Mijl. Z'n atletiekactiviteiten combineert hij met z'n job als procesverbeteraar bij de Gasunie. Eddy leeft samen in Eelde met Wendy Koolhaas, veelvuldig NK kogelslingeren. Met regelmaat publiceert hij een column voor Sport in Stad.