Jac. Nolle

Door: Dick Heuvelman

Het eerste indoorsportpaleis van Groningen was ook een concertzaal, De Harmonie geheten. Geliefd bij boeren, burgers en buitenlui vanwege haar bewierookte akoestiek. Daar waar het GOV, de Groninger Orkest Vereniging, zeg maar de voorloper van het NNO, het ’nette’ deel van de bevolking in vervoering bracht. En keurige heren biljartten. Maar waar ook het stadse plebs, inclusief de penose, haar vertier zocht en vond. Bijvoorbeeld als er werd gebokst.

Bomvol zat het er dan. De Harmonie – midden in de Oude Kijk in 't Jatstraat – was het Madison Square Garden van Groningen. Het mekka van de noordelijke bokssport. Talrijk waren de lokale helden die destijds, in jaren direct voor en na de Tweede Wereldoorlog, de affiches fleurden: Jan Schubart, Baby de Voogd, Johan de Jager, Jan en Appie Corman, Cor Hillenga, Wim Gerlach en Theodorus 'Pukkie' Wilbrink.

En niet te vergeten Jacobus Nolle, roepnaam Jac., een in Amsterdam (1914) geboren, maar in Groningen getogen pugilist. Zijn staat van dienst is, alles op een rijtje zettend, toch wel het meest imposant. Ga maar na: de eerste noorderling die – in 1937 – Nederlands kampioen in het zwaargewicht werd. Bij de amateurs, dat wel, maar na nog twee roodwitblauwe kampioen-gordels, werd hij de ook eerste en tot op de dag van vandaag enige Groninger profbokser. Midden in de oorlog, in 1942, nam hij een licentie als broodvechter.

Geen gemakkelijke tijd voor beroepssporters en zeker niet voor boksers, want om aan de kost te komen moesten ze vooral naar het land van de zo gehate vijand, Duitsland dus. In Berlijn, Hamburg en Dortmund, overal werd Jac. Nolle gecontracteerd als er topgala's werden georganiseerd. Met wisselend succes, want in Duitsland moesten bovenal Duitsers winnen ter meerdere glorie van het Germaanse ras.

Nolle vulde er een aardig spaarpotje mee, dat hij na zijn actieve carrière mooi kon aanwenden om een café in de hartje stad te kopen.

Maar niet nadat hij zich direct na de oorlog heeft moeten verantwoorden bij de zuiveringscommissie, die uitgebreid zijn antecedenten natrok over zijn activiteiten  in Duitsland tijdens de oorlogsjaren. De onderzoekers konden bij Jac. Nolle echter geen onverkwikkelijke zaken ontdekken. Zijn optredens als bokser in het Derde Rijk werden als legitiem beoordeeld. Op geen enkele manier was zijn gedrag, aldus de strenge zuiveraars, als fout aan te merken.

Daardoor kon Jac. Nolle zijn naam zonder problemen te gelde maken in café De Pijp, dat hij had gekocht nadat hij er eerst jarenlang portier was geweest. Deze kroeg was gevestigd in de Gelkingestraat, toentertijd een straat die als 'nait best' stond aangeschreven. De vele kroegtijgers hier veroorzaakten niet zelden een explosief sfeertje en daarom was een portier geen overbodige luxe. Nolle op zijn ouwe dag terugkijkend in het Nieuwsblad van het Noorden: “Ik heb heel wat tikken uitgedeeld daar, maar al met al was het toch wel  een mooie tijd.” 

In Nolle's café was een mengeling van studenten, academici en onderwereldfiguren te vinden. Dat matchte wonderwel, alleen was het alleen maar vanwege de aanwezigheid van Jac. Nolle. Zijn verschijning wekte respect en vooral ook ontzag op bij de al dan niet geachte clientèle. Dat had hij toch maar even mooi te danken aan zijn exceptionele bokstalent. Op zijn professionele record stonden meer dan zeventig partijen. De meeste werden gewonnen, maar Jac. Nolle moest ook regelmatig het onderspit delven.

Maar echt tegen het canvas getimmerd is hij nooit, meldde hij altijd trots. Ja, één keertje dan, moest hij enigszins besmuikt toegeven. “Maar dat was vooral mijn eigen schuld. Ik knipoogde even naar mijn verloofde en die onoplettendheid werd mij fataal.”


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE