Magere Wieleroogst

Door: Theo Sikkema

Beeld: Archief Jan Kanning

De oogst van de drie Groninger profs in 2016 tot nu toe; één zege en tien top tienplekken.

Met de Tour de France voor de deur is het een goed moment om onze Groninger profs Bauke Mollema, Tom-Jelte Slagter en Martijn Keizer onder de loep te nemen en de balans op te maken van de eerste seizoenshelft. De conclusie is dat het niet overhoudt. We hebben één overwinning kunnen noteren. Slagter zegevierde op 20 februari in de eerste etappe van de Tour du Haut-Var in Frankrijk.

Mollema werd een dag later in de Ruta del Sol tweede in de vijfde etappe. Zijn beste klassering dit seizoen. In de rit met finish bergop in Peñas Blancas won Alejandro Valverde. De Spanjaard won ook het eindklassement en de kopman van Trek-Segafredo kon als derde naar het eindpodium.  Een veelbelovend begin, maar een passend vervolg is uitgebleven. Dat vindt Mollema zelfs overigens ook. Het uitblijven van goede uitslagen past in zijn ogen niet bij hoe hij zich voelt. Er is nog altijd sprake van progressie en de trainingsmogelijkheden zijn verder verbeterd. Nu hij sinds dit jaar in Monaco woont, is het trainingsgebied een ware speeltuin. Mollema kan er te kust en te keur klimmen en optimaal trainen. Beter nog dan in El Campello, de Spaanse badplaats in de buurt van Alicante waar de Groninger een aantal jaren overwinterde. Een uurtje rijden met de auto en Mollema kan in de training naar 2.000 meter hoogte klimmen.

Hij is inmiddels aan zijn negende seizoen als prof bezig. Is inmiddels 29 jaar en door de jaren heen gerijpt. Op basis van de afgelopen jaren behoort Mollema mondiaal tot de beste twintig wielrenners. Op de UCI-ranking werd hij de laatste drie jaar zeventiende, negentiende en twintigste. Daar is niks mis mee. De geboren Zuidhorner fietst de punten over het algemeen bij elkaar door in etappekoersen gemiddeld genomen bij de eerste tien te rijden, maar er zijn te weinig uitschieters. Dat kleeft aan hem en de kans dat Mollema daar nog vanaf komt lijkt niet groot. Sinds zijn overgang vorig jaar naar Trek-Segafredo is er veel aan zijn houding gewerkt. Daar is voor de oplettende kenner ook wel verbetering in te zien. Zijn stabiliteit is iets toegenomen, maar het leidt niet tot meer zeges. Vergelijkbare renners als Romain Bardet en Thibaut Pinot zijn veel aanvallender ingesteld en boeken op hun momenten mooie zeges. Mollema probeert het wel, maar hij heeft de versnelling niet om aanvallend tot grotere daden te komen.

Een goed klassement rijden is overigens echt niet eenvoudig, want je moet er elke dag staan. En de afgelopen drie jaar top tien rijden in de Tour de France is naast Mollema alleen voor Valverde weggelegd. Dat is dus bijzonder, maar een dergelijke constantheid krijgt minder waardering dan een etappezege. In de voorjaarsklassiekers waren er een veertiende stek in de Amstel Gold Race en plek negen was het verdict in Ans bij Luik-Bastenaken-Luik. De koers die gewonnen werd door Wout Poels. Na afloop liet Mollema weten zich heel goed te hebben gevoeld en met “overschot” zat. Dan vraag je je af waarom laat je het dan niet zien en probeer wat. Mollema is vermoedelijk de beste aanhaker ter wereld en niemand kan meer afzien. Dat is voor een klassementsrenner een grote kwaliteit, maar het brengt je als coureur te weinig als eerste over de streep. Dat is jammer, omdat de sponsor publiciteit verlangt en de kopman veel in beeld wil zien. Het is vermoedelijk ook niet voor niks dat Trek-Segafredo de vrijage met Alberto Contador aangegaan is. Ze gaan het uithangbord Fabian Cancellara verliezen en Mollema is niet de persoon om dat over te nemen. Daarvoor is er te weinig groei doorgemaakt de afgelopen jaren.

In het afgelopen Critérium du Dauphiné moest Mollema opgeven wegens keelklachten. Zijn fysieke kwetsbaarheid openbaart zich ook op gezette tijden. Overigens trainde hij een paar dagen later alweer volop hoog in de Alpen, waar hij een tweede hoogtestage afwerkt ter voorbereiding op La Grande Boucle. Te vaak in een wedstrijd ziek zijn is iets wat je als renner onderuit haalt. Neemt niet weg dat Mollema gewoon kandidaat is om de komende weken in Frankrijk te strijden voor de plekken vijf tot en met tien. Zijn cijfers uit de fietscomputer laten nog altijd progressie zien, maar de concurrentie wordt ook beter. Het podium is definitief uit beeld. Daarvoor komt de klimmer net een paar procent tekort of Mollema moet in staat zijn om de vorm die hij in de eerste tien dagen tijdens de Tour van 2013 etaleerde nu drie weken door te trekken. Dat is vooralsnog geen realistisch scenario. Een etappezege zou fantastisch zijn en levert meer exposure op dan drie of vier keer top tien rijden in Parijs. Voorlopig gok ik op rit negen. De etappe in de Pyreneeën van Vielha Val D’Aran naar Andorra Arcalis met bijna 5.000 hoogtemeters. Op de lange slotklim van ruim tien kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van ruim zeven procent kan Mollema zijn taaiheid tot volle wasdom laten komen.

Slagter gaat normaal gesproken beginnen aan zijn tweede Ronde van Frankrijk. En zijn rol is ook al duidelijk. Werken voor kopman Pierre Rolland. Normaal gesproken ook voor Andrew Talansky, maar de Amerikaan verkiest, ondanks een zeer sterke Ronde van Zwitserland, de Vuelta boven de Tour. De in Nijbeets domicilie houdende Slagter heeft een dusdanig bioritme dat hij aan het begin van het seizoen altijd in goeden doen is. Zo ook dit jaar. Na piekmomenten in eerdere jaren met etappezeges tijdens de Tour Down Under en Parijs-Nice pikte de renner, die het boerenleven een warm hart toedraagt, dit jaar zijn vroege zege mee in de Haut-Var. Een veertiende stek in Milaan-San Remo was ook heel behoorlijk. Daarna meldde hij zich op 9 april nog een keer met een negende plek in de Brabantse Pijl. Waarna het stokte qua uitslagen. Het klassieke drieluik, Amstel Gold Race, Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik, verliep ronduit teleurstellend met een 60e plaats op De Cauberg, 36e in Huy een val in de Ardennen. Daar liep de in Slochteren geboren renner een armblessure op.

Deze kwetsuur wierp hem niet dusdanig terug dat de trainingsopbouw in gevaar kwam. Hij keerde eind mei terug in de Ronde van België. Op de slotdag zagen we hem in de stromende regen in de buurt van Tongeren in volle finale een poging wagen om een rol te spelen voor ritwinst, maar zover kwam het niet. In het aansluitende Critérium du Dauphiné werd van Slagter niks vernomen. Een zestigste plek in het eindklassement was zijn deel. De doorstart na het vroege goede begin in februari is vooralsnog niet gekomen. De 1.69 meter kleine renner weet zelf ook niet hoe dat kan. Qua trainingsarbeid heeft hij hetzelfde gedaan als in 2014. Vorig jaar verliep qua voorbereiding anders, omdat een knieblessure toen roet in het eten gooide. Maar ondanks een vergelijkbare aanpak is het vooreerst afwachten wat we van Slagter kunnen verwachten wanneer de renners op zaterdag 2 juli in gang schieten vanaf de Mont-Saint-Michel en finishen op Utah Beach. Toch zijn er een aantal ritten, waar we Slagter mogen verwachten. Te beginnen op zondag 3 juli. Waar de renners in Cherbourg-en-Cotentin finishen op een muur. De Côte de la Glacerie kent in de laatste drie kilometer stroken van veertien procent.

Het zou in de loopbaan van Slagter passen om een keer een hele grote zege te boeken. Als de vorm er is heeft hij absoluut de potentie, omdat de renner van Cannondale Pro Cycling een echte puncher is. Zeker in een kleine groep is Slagter rap. Bovendien heeft hij de ervaring om een koers af te maken. Als het in rit twee niet lukt dan lijkt woensdag 6 juli een uitgelezen kans. Een rit door het Centraal Massief van Limoges naar Le Lionran. In de laatste zeventig kilometer vijf colletjes van de tweede en derde categorie. Geen lang klimwerk, want dan moet Slagter passen, maar op een klassiek parcours á la Luik-Bastenaken-Luik moet hij mee kunnen. Mits hij van de ploegleiding voor zijn kansen mag gaan. Kortom als alles meezit, kraait Slagter victorie op de Col de Font de Cere.

Dat is voor Keizer niet aan de orde. De Muntendammer mag zich met recht een slaaf van de weg noemen. Vorig jaar stond hij met 101 koersdagen bovenaan in dat klassement. En ook dit jaar stond Keizer medio juni alweer aan kop. Hij hijste zich alweer 59 keer op het wedstrijdzadel. Daar waar Mollema en Slagter er respectievelijk 36 en 40 hebben. Keizer begon op 19 januari in Australië en koerste bijna in één ruk door tot en met 12 juni in het Critérium du Dauphiné. Met als grote hoofdschotel de Ronde van Italië, waar hij het genoegen had om het succes en helaas ook het drama van kamergenoot Steven Kruijswijk van dichtbij mee te maken. De foto op de laatste dag waar Kruijswijk en Keizer hand in hand naar de start reden was veelzeggend. Een paar maanden eerder, op woensdag 2 maart was het bijna raak in de proloog van de Driedaagse van West-Vlaanderen. In Middelkerke was de Zwitser Tom Bohli zes seconden sneller, waardoor Keizer genoegen moest nemen met de tweede plaats. Dergelijke koersen zijn voor Keizer ideaal om voor winst te gaan. Een proloog met een paar etappes over niet al te heftig terrein. In West-Vlaanderen liet Keizer het uiteindelijk lopen en werd hij slechts elfde in de eindrangschikking.

Het doel van het voorjaar was op 7 mei de start van de Giro in Apeldoorn. Halverwege leek het erop dat Keizer een rol ging spelen in de top van het dag klassement. Hij noteerde een hele snelle tussentijd, maar moest zich tevreden stellen met de veertiende plaats. Bijna iedereen reed een minder sterk tweede deel in verband met de tegenwind. Een teleurstelling, maar de knecht van Lotto-Jumbo.nl zet zich daar snel overheen en is van onschatbare waarde voor de ploeg. Keizer is hondstrouw, weet wat hij wel en niet kan, maar bovenal iemand met een prettig karakter. Daardoor ligt hij goed in de groep en mag de ploegleiding van Lotto-Jumbo NL zichzelf nog eeuwig dankbaar zijn dat ze hem twee jaar geleden op de valreep alsnog een contract aangeboden hebben. Tot geluk van Keizer die begin 2014 uiteindelijk in België een continentaal ploegje gevonden had, maar nooit een dag koerste voor de Veranclassic Doltcini formatie. Van alle drie de Groninger professionals heeft Keizer het meest positieve aura over het eerste half jaar van 2016. Hij heeft naar vermogen en misschien met nog wel een beetje meer zijn vak uitgeoefend. Terwijl Mollema en Slagter in de Tour zichzelf weer moeten verbeteren, gaat bij Keizer de rem er even op om vermoedelijk toe te werken naar de Ronde van Spanje.

De conclusie van drie Groninger profs en vijf maanden koersen in 2016 is dat er één keer gewonnen is. Er vier podiumplaatsen en tien top tien noteringen behaald zijn. Dat houdt met in totaal 135 koersdagen niet over. Laten we hopen dat in deze Tour het aantal zeges dit seizoen tot nu toe minstens verdubbeld, want dan hebben we de eerste Groninger etappezege in de belangrijkste koers van het jaar ooit kunnen begroeten en kan er eindelijk een mooie Franse bladzijde aan onze wielerhistorie toegevoegd worden. Zover is het nog niet, want inderdaad Parijs is nog ver!


Theo Sikkema

Over Theo Sikkema

Theo Sikkema (1969) is sportliefhebber in hart en nieren. Woont in de stad Groningen en heeft zijn roots in het Ommeland. Hij volgt de Groninger sport op de voet en is sinds 2002 actief in de sportjournalistiek. Allereerst bij OOG-radio sport en sinds medio 2006 bij RTV Noord als freelancer. Theo is allround, maar heeft een voorliefde voor wielrennen. Hij trapt zelf jaarlijks een slordige 5.000 kilometer weg op de racefiets en heeft af en toe een opvatting over iets wat hij heeft meegemaakt of gezien.