Mijn play-off gevoel

Door: Anne Buunk

23 maart 2018, 10:00 uur. Er verschijnt een melding op mijn telefoon: ‘Arjan Taaij heeft de groep Play Off Finaleaangemaakt’. In deze groep vervolgens het enthousiaste bericht van de hoofdcoach van Lycurgus: hij wilde, terugdenkend aan het succes eerdere jaren, de organisatie rondom de play-offs graag samen met ons oppakken. Daarbij doelde hij vooral op de betrokkenheid van de jeugd en een ‘sfeervak’. Op deze gewone vrijdag in maart reageerden Evelien Pinkster en ik direct, te meer omdat wij een weekje eerder al een plan hadden gemaakt en dit graag wilden bespreken. Met, al zeg ik het zelf, jeugdig enthousiasme, gingen we in op zijn verzoek tot samenwerking. Met de kennis van nu kunnen we gerust stellen dat dit plannetje nogal ‘uit de hand is geëscaleerd’. 

29 april 2018, 11:00 uur. Evelien, inmiddels door RTV Noord, Sport In Stad en Dagblad van het Noorden benoemd als ‘aanjager’, en ik staan een spandoek op te hangen in MartiniPlaza. ‘Redbad, is dit genoeg?’, als reactie op Strikwerda’s ‘provocerende’ uitspraken na de eerste wedstrijd in de best-of-five serie om het landskampioenschap. Ondanks onze inspanningen, werd deze weinig aantrekkelijke wedstrijd gespeeld in een zo goed als leeg Alfa-college Sportcentrum. Dat de spanning en sensatie met name uitbleef door een gebrek aan kwaliteit aan de Orion-kant, werd door Strikwerda voor het gemak buiten beschouwing gelaten. Geslepen als hij is, gooide hij het over een andere boeg; zijn teleurstelling in het Groningse volleybalpubliek, zo weinig toeschouwers, een historisch dieptepunt. Tel daarbij ‘Taaij is een angsthaas’, ‘ik til Nederlandse volleyballers naar een hoger niveau’, en ‘alles draait bij Lycurgus om Kooistra’ op, en je hebt Redbad-bingo. De uitspraken van deze (ook regelmatig door zichzelf benoemde) succescoach werden vervolgens eveneens geduid als de drijvende kracht achter onze inspanningen om MartiniPlaza vol te krijgen. Dit is echter de halve waarheid. 

De plannen waren, zoals u hebt kunnen lezen, 23 maart al gestart, en de drijvende kracht was ‘onze Taaij’. Het enthousiasme van onze groepsapp-beheerder werkte aanstekelijk, niet alleen op Evelien en mij, maar ook op nog een aantal anderen die volledig buiten hun eigen takenpakket om aanhaakten. Daniel Polet is in dit verhaal wellicht de meest onderbelichte, maar zeker niet minst gewaardeerde kracht. Als stagiaire van Lycurgus was hij de schakel tussen ons en het bestuur, en nam hij onder andere de mailing en ticketing op zich (lees: nachten enveloppen vullen en overzicht creëren in chaos). Malou not-just-a-fysio Alferink sloot al snel aan, bewapend met onuitputtelijke energie, steeds beter wordende dans-moves en een zak Bugles. Ook Dennis Borst, inderdaad, de midden-man die het ‘niet zou laten gebeuren dat Orion in Plaza de titel ging pakken – rot maar op’  (RTV Noord, 6 mei 2018), zette zijn brede schouders eronder. Met de prachtige after-beelden van het eerste landskampioenschap nog vers in het geheugen, bleek ook Nick van Studio15 weer bereid tot de nodige audiovisuele ondersteuning. Na een eerste bakkie volgden talloze vergaderingen, waarbij Jack Suiveer als oud-aanjager ook eenmaal aansloot om ons van zeer waardevolle tips te voorzien. Tot slot viel de naam van Rinske Schoenmaker, die al eerder belangeloos veel voor Lycurgus had gedaan, en ‘de werkgroep’ was geboren. Met deze groep werden vrijwel alle verenigingen in Noord-Nederland benaderd, kampioenen uitgenodigd, business-club-leden over de streep getrokken, berichten op alle mogelijke social media gegooid, gedeeld, getagd en geliked. Mocht u het gemist hebben, dan horen we graag onder welke steen u heeft gelegen. 

Terug naar de wedstrijd. Met de hulp van velen konden onze mannen voor ongeveer 3000 man spelen. Het net stond door have-you-ever-been Mello strakker dan ooit, de banners recht gehangen door Ger en opzwepende beats werden de hal ingestuurd door Martijn Westerink. Wisselend zenuwachtig, gefocust en enigszins hysterisch liepen we door de grote hal, losten kleine problemen op, en deden een poging stil te staan bij de mooie sfeer. Ondersteund door stagiaires van het Alfa-college en het vaste vrijwilligersteam van Lycurgus, vond iedereen een plekje en kon de wedstrijd beginnen. 

29 april, 14:00 uur. de opkomst is machtig mooi, ondersteund door de 83 door Ivonne moeder-van Pinkster gemaakte vlaggen. Het is nu uit onze handen, de mannen moeten het doen. Ze komen 2-1 voor, de champagne is bijna ontkurkt, de Taaij-trofee staat klaar, het scenario voor de nacht is geschreven, en iedereen heeft de maandag vrij. We zijn er klaar voor, kom maar op met dat derde kampioenschap op rij. 

29 april. 15:15 uur. De sfeer wordt grimmig. De temperatuur daalt een paar graden.  Mede-aanjager Evelien Pinkster verlaat de korte zijde “Ik kan het niet meer aan”. Ik volg haar een halve set later. Het wordt 2-2. Ook Rinske bekijkt ongelovig wat er zich een paar meter onder ons afspeelt. We overwegen ons achter het gordijn te verstoppen. Ijsberend langs het spandoek zien we plotseling dat Orion spelverdeler Stijn Held wél kan lachen. Een plukje oranje supporters is opeens verdacht goed te horen. Met een combinatie van paniek en ontluistering dalen we eind vijfde set weer af. In het sfeervak zien we blauwgeschminkte gezichten met nog steeds een sprankje hoop. Maar na een klinkende 15-6 overwinning voor Redbad en de zijnen, is dit voorbij. Het besef: we worden vandaag geen landskampioen. We hadden maar één draaiboek, en dat zat verdomd goed in elkaar al zeggen we het zelf, echter: het was gericht op winst. Winst van de wedstrijd en winst van de grote beker die de hele wedstrijd vanuit de coulissen met ons had staan flirten. Prijsuitreiking doorgesproken, confetti-kanonnen klaar, bier al bijna besteld. Niets van dit alles. 

In contrast met het ongeloof onder de supporters, werd de rust en het vertrouwen bewaard door met name de staf van Lycurgus. Tekenend voor de afgelopen maanden is het vertrouwen in eigen kunnen en kwaliteit. Geen grootspraak, geen ‘reuring’, geen reactie op provocerende uitspraken. Noem het Noordelijke nuchterheid of noem het saai, ik kies voor groots. Zo ook nu weer, vlak na het verlies, toonde Gerard Smit zijn fingerspitzengefühl en vertrouwde mij toe: “Kan gebeuren meissie. Komt goed.” 

Op maandag werd “Project Plaza” omgedoopt tot “Project Doeti”. We hadden immers toch een dagje vrij. Met een door Maaike zusje-van Pinkster versterkte werkgroep werd vergaderd over hoe-nu-verder. Aan de prachtige afbeeldingen van Studio15 en enthousiaste spreuken op Twitter en Facebook, kon je onze teleurstelling niet aflezen. Waar we waren gewaarschuwd voor ‘het zwarte gat’, stond er weer een blauwe week op ons te wachten. Na een vol MartiniPlaza vol, moest er een bus gevuld worden voor de ‘Road to Doeti’. 

5 mei, 12:00 uur. 50 Lycurgus-supporters verzamelen zich voor het Alfa-college, inclusief onder andere de vice-voorzitter en pa & ma Taaij. Chauffeur Nick rijdt ons in een paar uur in een oververhitte bus naar Doetinchem. Daar aangekomen blijkt het niet uitverkocht, ondanks de grote woorden van alles wat zich Oranje noemt, maar de sfeer zit erin. Er is een mooi blauw vak en voor ongeveer 200 (!) Lycurgus supporters blijkt een biertje in de zon op Bevrijdingsfestival niet op te wegen tegen een potje in Home of Orion. De vlaggen zwaaien weer, onze jonge Lycurgus-fan Stéan rolt dit keer geen ballen maar zit vertrouwd achter de trommel, en het ‘wie vond mooi’ wordt ingezet door de Set-Uppers. Ach, zo erg is uit kampioen worden ook weer niet, bovendien is er zondag mooi weer voorspeld.  

5 mei, 13:10 uur. Opnieuw ontluistering. Het went al bijna om Evelien chagrijnig te zien worden, naar haar telefoon te zien grijpen en vervolgens de tribune te zien verlaten. Al voor het einde van de wedstrijd berichten in de groepsapp: “Zet de kaartverkoop voor Plaza maar open.” Ik probeer geloof te houden; het kan nog, wat niet kan is nog nooit gebeurd, je bent niet dood voordat je gestorven bent, er moet iets gebeuren voor er iets gebeurt. Tevergeefs. Weer geen landskampioen. Gefrustreerd, geïrriteerd, en toegegeven, ook wat verbaasd door grappen die al kort na de wedstrijd gemaakt konden worden. De knop moet om, natuurlijk, maar even een trap tegen de boarding, bal de berging in of krachtterm, was toch ook wel lekker geweest. Met hangende pootjes de bus weer in, laptop open en vizier op minder dan 24 uur later. Dit keer hadden we wél alle mogelijke scenario’s uitgedacht; flyers stonden klaar en Facebook-posts werden er in hoog tempo uitgejast, dit keer door Theo Sikkema omdat Nick het ‘drama’ op vakantie in Frankrijk op afstand volgde. 

Zondagochtend, 6 mei, 9:30 uur, op de fiets naar MartiniPlaza. Een flashback naar een week eerder, echter nu met een slechter humeur en toegegeven, minder vertrouwen in een goede afloop. Wie wil er op één van de mooiste dagen van het jaar, na een hele dag drinken in het Stadspark, BINNEN naar een volleybalwedstrijd zitten kijken? Uiteindelijk bleken dat toch nog over de 1000 mensen te zijn. En precies deze mensen, inclusief het oranje leger van Orion, bleken enorme volleyballiefhebbers. De sfeer was goed en bij tijd en wijlen uitzinnig, punten werden door de spelers met het publiek gevierd, kaartjes werden gevraagd en gekregen en liederen ingezet. Na set 1 wisselden Evelien en ik een snelle blik; “Het gaat gebeuren vandaag”. Om dit direct daarna weer af te kloppen, want wat niet kan is nog nooit gebeurd, kan beide kanten op. Ook nu gaven de spelers van Orion namelijk met overgave gehoor aan de eerdere oproep van Strikwerda (Dagblad van het Noorden, 4 mei) om ‘weerbarstig, onverzettelijk en irritant’ te zijn. Helaas voor hen, bleken de mannen van Lycurgus dit keer niet te verleiden tot zinloze discussies aan het net. Het trucje was bekend en de remedie bleek eenvoudig: ballen (letterlijk en figuurlijk). Prachtig vechtvolleybal, met ogenschijnlijk onmogelijke reddingen, ontlading en euforie. Met het kantelpunt van de wedstrijd: de pancakevan Sander Scheper. Binnen een nanoseconde was hij vanaf de achterlijn bij het net, redde een onmogelijke bal, waarop Lapkov een zo mogelijk nog onmogelijkere bal inbracht – punt. Niet zomaar een punt, maar een punt dat gevierd werd alsof ‘we’ er al waren. Dat vervolgens Marcelis het ‘naar een hoger niveau tillen van Nederlandse spelers’ letterlijk nam door de scheidsrechtersstoel zowat te bestormen, was bonus. Vier prachtige sets, drie keer bijna-doodgaan van de spanning, twee kaarten en een laatste punt later was het zo ver: de derde landstitel op rij! Confetti, bier, ongeloof, ‘ik zei het toch’ van menig betweter, maar vooral heel veel vreugde. Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat het die avond goed gevierd is, inclusief al dan niet geslaagde versierpogingen, valpartijen en verdwaalde Orion-spelers in de Shooters die na een paar biertjes vergeten waren dat er slechts zilver om hun nek hing.  

Van de daaropvolgende zegetocht in de stad op maandag, hebben meer mensen mee kunnen genieten. Begeleid door een luid getoeter reed superfan Heiko de spelers, staf en vrijwilligers meerdere rondjes door de stad. Op menig terras werd niet alleen vreemd opgekeken, maar ook gejuicht, gedabt(!) en gefeliciteerd. Op het Schuitendiep werden we zelfs getrakteerd op een ware bierdouche (Unitas, bedankt!). Ook de mooie woorden van Paul de Rook op het Stadhuis en de uitzinnige menigte op de Grote Markt opgehitst door Dennis Borst (“Groningen, laat je horen!”), zullen we niet snel vergeten. Met het werkgroepje hebben we niet alleen genoten van de zon in ons gezicht en de (keiharde) wind in onze haren, maar vooral van de prachtige manier waarop een hecht team een zeer verdiend kampioenschap vierde. Je kunt onze inspanningen clubliefde, betrokkenheid of gekkenwerk noemen; uiteindelijk moet het op het veld gebeuren. De mannen (op de been gehouden door de onmisbare vrouwelijke not-just-a-fysio) hebben het geflikt en dat maakt dit alles (drie)dubbel en dwars de moeite waard.


Anne Buunk

Over Anne Buunk

Ze is geboren en getogen in Stad. Heeft haar hart verpand aan Lycurgus. Speelt in het eerste team, is lid van de jeugdcommissie en vertrouwenscontactpersoon van de jeugd. Tussen de sportieve bedrijven door is Anne Buunk verbonden aan het UMCG als neuropsycholoog. Anne produceert met regelmaat een column voor Sport in Stad.