Nic. staat een eeuw pal in korfballand

Door: Dick Heuvelman

In de annalen van de Groninger sporthistorie is het jaar 1920 feestelijk opgeslagen. Het was het jaar waarin Be Quick zich een plaats verwierf op de eeuwige lijst der landskampioenen. Een prestatie die geen noordelijke voetbalclub nadien kon evenaren, laat staan overtreffen. In de kantlijn was er in de laatste maand van dat jaar de geboorte van de eerste stadse korfbalclub, die de naam Nic. meekreeg. Voor onze sporthistoricus Dick Heuvelman een uitgelezen moment om aan de hand van pieken en dalen de revue van deze honderdjarige op passende wijze voor het voetlicht te brengen. Met dank aan Klaas Hofstra, Jan de Jong en Kees Vlietstra, de schrijvers van twee jubileumboeken. Een eeuw pal staan voor Nic.

1920

Het begint met de verspreiding van een door de heren H.J. Jonker en A.J.G. Strengholt ondertekende circulaire op 13 december, met een aanhef die vandaag de dag bij velen zouden doen denken aan ene Adolf H.;

DEN LEZER HEIL!

Groningen is een sportstad bij uitnemendheid, doch heeft, naar de bescheiden meeningen van ondergeteekenden, een groot gebrek. Een goede Korfbakvereniging ontbreekt er. Het is naar aanleiding hiervan dat schrijvers dezes het stoute voornemen hebben opgevat te trachten tot stand te brengen: de oprichting eener, het mooie 'spel van mand en bal' beoefenende vereeniging. (...) Te dien einde zouden wij Uw tegenwoordigheid op een vergadering ter oprichting eener vorenbedoelde sportclub zeer op prijs stellen."

Op maandag 20 december krijgt die oprichting haar beslag in de bovenzaal van hotel De Unie aan de Grote Markt zijn beslag en een dag later meldt het Nieuwsblad van het Noorden dat N.I.C. aan de Groninger sporthorizon is verschenen. Dat was meteen de eerste foutmelding, want het is Nic., zonder puntjes en met slechts één hoofdletter. De clubnaam is een hommage aan de Amsterdamse onderwijzer Nicolaas Broekhuysen, die het korfbal als een afgeleide van het in Zweden veel beoefende ringboll in Nederland introduceerde. Aaldrik Jan Georg Strengholt wordt de eerste voorzitter en ook mede-initiatiefnemer Harm Jacob Jonker krijgt een bestuursfunctie. Nic. gaat met 33 leden en één donateur van start. Als clubkleuren worden groen en wit gekozen en de contributie vastgesteld op één gulden en 25 cent per kwartaal.

1921

In de lente van dit jaar worden de eerste oefeningen (lees: trainingen) gehouden op het terrein van de Volksweerbaarheid, naast het Sterrebos. Inmiddels is het ledental zodanig gegroeid dat er vier twaalftallen kunnen worden geformeerd. Mejuffrouw A. Nieuwold wint een taart omdat zij het allereerste wedstrijddoelpunt voor Nic. maakt. Ook wordt de Nic.-marsch gepresenteerd, die nog altijd hartstochtelijk wordt gezongen na een gewonnen wedstrijd van het vlaggenschip. De tekst is van Harm Jacob Jonker, voor de muziek tekende Roelof van der Geest. Het eerste couplet gaat als volgt:

Gij club van Gruno's veste

Streef immer naar het beste,

Het fairste spel van mand en bal,

Op Nic. , sta pal, sta moedig pal!

1923

Bij de oprichting werd afgesproken dat Nic. zich ook gaat inzetten voor het oprichten van zusterverenigingen. De eerste is Hermes, dat zich gaandeweg ontpopt tot een geduchte concurrent van Nic.

1924

Het eerste kampioenschap is daar, met als gevolg promotie naar de nieuw gevormde eerste klasse van de NKB. In 1926 was er de eerste degradatie, maar Nic. verzocht de bond om gehandhaafd te worden in de eerste klasse. Alle clubs stemden hiermee in, maar het Jubbegaaster Wordt Kwiek bedong dat het de uitwedstrijd tegen Nic. niet in Groningen hoefde spelen, maar in Oudega. Dat scheelde de Friese club nogal wat reiskosten.

1928

Nic. levert haar eerste international af. Het is Joop van der Geest. Tegen de Belgen is hij nog reserve, maar later dat jaar speelt hij namens Nederland mee in een demonstratiewedstrijd op de Olympische Spelen van Amsterdam. In 1935 wordt hij als speler van Voorwaarts ook nog handbalinternational.

1935

Nic. krijgt een nieuwe accommodatie, in het park Groenenstein. Met dank aan secretaris Klaas Roggen. Hij maakte de leden als volgt enthousiast voor de verhuizing: "Een knus laantje voert u derwaarts en half verscholen in het lommerrijke groen staat daar ons eigen clubgebouw, waar gedienstige handen (van damesleden) de moe gespeelde dames en heren thee serveren"

1940-1945

Tijdens de Duitse bezetting ziet Nic., ondanks allerlei financiële tekorten, nog kans geld bijeen te brengen voor de zwaar getroffen 'Rotterdamse korfbalmakkers'. Ook gaat er veel voedsel naar de goeddeels platgebombardeerde Maasstad. Leden halen voor dit goede doel zelfs boter, melk en graan uit Friesland. In 1943 ziet voorzitter J.H.J. Jansen zich genoodzaakt onder te duiken. Ledenvergaderingen moeten worden aangevraagd bij de gewestelijk politiepresident. Die geeft standaard  toestemming met de volgende restrictie: "Iedere ontoelaatbare uiting in verband met de thans bestaande bijzondere omstandigheden dient achterwege te blijven. De bezoekers dienen uiterlijk te 21.00 uur de zaal te hebben verlaten."

1952

Het microkorfbal doet zijn intrede in Nederland. Nic. kan echter niet mee met deze ontwikkeling omdat er in Groningen geen overdekte accommodaties voor zijn. De Korenbeurs is te klein en een loods bij de suikerfabriek blijkt eveneens ongeschikt. Pas in 1958 kan Nic. de zaal in. Nou ja, in dit geval de groenteveiling aan de Peizerweg. Elf jaar later, in 1969, kan Nic. in een heuse sporthal terecht, de Pellikaanhal in De Wijert. Die goedkope accommodatie, 100.000 gulden, kwam uit het brein van oud-voetbalinternational Henk Pellikaan. Veel gemeenten kochten bij Pellikaan Bouw zo'n low budgethal. De laatste jaren heeft Nic. onderdak gevonden in het Alfa-College, nadat De Wijert door het KNKV is afgekeurd voor topkorfbal. Die hal is in 2018 gesloopt.

1971

Nic. begroet haar eerste sponsor, de firma Electro Service NV in de Turftorenstraat. Met directeur Van Gelder wordt een driejarig contract afgesloten. In die periode kan  Nic., dat belooft zich flink in te spannen om reclame te maken voor dit bedrijf,  kan in dat geval 2500 euro op haar rekening bijschrijven, als ook 16 trainingspakken. Maar na twee jaar gaat Electyro Service, dat radio's en tv's verkocht en flink aan de (sponsor)weg timmerde (was ook één van de sponsors van de wielerzesdaagse), failliet. Daardoor stokt de sponsoring en moet Nic. het uiteindelijk doen met iets minder dan de helft: 1220 gulden. En die 16 trainingspakken.

1972

Ondanks het wegvallen van de sponsor is er toch een groots sportief succes. Nic. promoveert naar het nationale korfbalwalhalla, de (zaal)hoofdklasse. Op het veld gaat het veel minder, wordt er zelfs gedegradeerd. Het mag de pret in De Wijert niet drukken, want zaalkorfbal viert dan al de boventoon. Er worden ambitieuze plannen gesmeed om die promotie tot een doorslaand succes te maken. Nic. 1 zal haar wedstrijden voortaan in de pas geopende Evenementenhal naast de Martinihal gaan spelen. Een op topsport gerichte accommodatie, waar ook Donar, Lycurgus en de handbalclubs Olympia en Vlugheid & Kracht onderdak kunnen krijgen. Om op de dit hoogste niveau te kunnen blijven spelen gaat Nic. spelers van elders verleiden in Groningen te komen spelen. Er worden verder nog 10.000 folders verspreid om het publiek te attenderen op topkorfbal in de E-hal, waar grote clubs als Ons Eibernest, Blauw Wit en ROHDA te bewonderen zullen zijn. Jaap Lenstra lanceert met zijn zakelijke instinct de Club van 5000. Tegen betaling van 25 gulden kan men lid worden van deze exclusieve club. Lenstra gaat uit van 200 leden. Zowel het één als het ander flopte. Het Groninger publiek blijkt niet warm te lopen voor korfbal, de Club van 5000 wordt een Club van 1500 (gulden) en spelen in de Evenementenhal financieel is niet haalbaar. Dat blijkt alleen voor het door Nationale Nederlanden rijk gesponsorde Donar weggelegd. Tot overmaat van ramp degradeert Nic. ook nog na één seizoen hoofdklasse.

1976

Een jaar dat gekenmerkt wordt door bestuurlijke onrust. Er is vooral veel te doen over de te volgen koers van het eerste team. Bestuurslid en ook speler Jaap Lenstra gooit een stevige knuppel in dit groen-witte hoenderhok. Hij bedankt als lid omdat hij bij Nic. de ambitie mist om zo hoog mogelijk te spelen. Hij vraagt overschrijving aan naar de Friese korfbaltrots SCO. In Oldeholtpade, waar de lat wel hoog is gelegd, wordt dankbaar van de diensten van Lenstra gebruik gemaakt. Niet alleen als speler maar ook als succesvol coach. Hij is er zelfs erelid geworden.

1977

Zonder Jaap Lenstra toont Nic. toch weer aspiraties. Zo is er grote ledenwerfactie georganiseerd, met als doel om er in 1978 met minstens 250 leden bij te hebben. Eén van die acties in dit kader is een prominentenwedstrijd waartoe enkele toppers uit diverse sporten worden verleid. Zo is voetbalscheidsrechter Frans Derks bereid gevonden commentaar te leveren en gooien de schaatslegendes Atje Keulen-Deelstra en Jeen van den Berg een balletje mee, evenals FC Groningen-speler Henk Cornelis, de atletes Olga Commandeur en Elly van Beusekom en roeikampioene Ingrid Dusseldorp. Ook deze actie sterft echter in schoonheid, 250 nieuwe worden niet gehaald.

1991

Nic. slaagt erin weer toe te treden tot de hoofdklasse. Desondanks is het bestuurlijk weer hommeles. Het bestuur overwint deze crisis en tegelijkertijd gaat het ook sportief de goede kant op. Mede dank zij spelers van buiten, zoals de Noord-Hollanders Mike Schreurs en Angelique Klompmaker. Er breekt ook talentvolle eigen jeugd door, met als exponent de latere international Kees Vlietstra. Schreurs krijgt dat jaar de prijs voor de beste hoofdklassedebutant, met Kees Vlietstra als eervolle tweede.

1994

Een absoluut kroonjaar. Nic. wordt Nederlands kampioen. Niet in de zaal maar op het veld. Een best-of-three-finale met de Amsterdamse grootmacht ROHDA wordt met 2-1 gewonnen. De bijpassende festiviteiten beginnen in de hoofdstad, waar Nic. de beslissende pot met 9-8 won. Dat Nic. inmiddels een nationale topclub is geworden wordt vier jaar later bevestigd als de groen-witte tijgers voor de tweede keer de veldtitel veroveren, dit keer ten koste van het Haagse Die Haghe. Taco Poelstra, door Nieuwsblad-verslaggever Peter Homan de Cruijff van het korfbal genoemd, wordt geëerd met de titel korfballer van het jaar en Kees Vlietstra debuteert in Oranje.

1999

Het laatste decennium van de twintigste eeuw mag toch wel als de Gouden Tijd van Nic. worden betiteld. Na twee landskampioenschappen op het veld, gaat de Groninger korfbaltrots op voor de allerhoogste eer in korfballand: in een bomvol Ahoy' (8.000 toeschouwers) spelen om het landskampioenschap. De opponent is op en top gelouterd, meervoudig kampioen PKC. Desondanks krijgt Nic. bij de kenners de favorietenrol toebedeeld. Want het heeft niet alleen de Cruijff van het korfbal - Taco Poelstra - in de gelederen maar ook toppers als de gebroeders Kees en Mike Vlietstra. Als ook de uit Scheveningen afkomstige Riko Kruit, een schotvaardige heer. En het vrouwenkwartet, bestaande uit Marjan de Jong, Irma Geersing, Geke van der Let en Angelique Klompmaker, kun je ook om een stevige boodschap sturen. Maar laat nu uitgerekend Taco Poelstra in de aanloop naar Ahoy' met malheur kampen. Bij hem moet drie weken voor het uur U een meniscus inclusief wat kraakbeen uit zijn knie worden verwijderd. Wonderwel lukt het fysiotherapeut Chris Volkers, oud-speler van Donar, de Groninger vedette tijdig klaar te stomen. Desondanks loopt het voor geen meter bij Nic. Wellicht bevangen door een vorm van plankenkoorts draait het voor Groningers op een afgang uit. PKC veegt Nic. ongenadig het carnavaleske Ahoy' uit: 25 -14. Tijdens de ‘after party’ in mineur kondigt voorzitter Truus Vlietstra strijdlustig aan dat haar club een jaar later weer in Ahoy' zal staan en dat er dan uit een ander vaatje getapt gaat worden. Het eerste lukt inderdaad, het tweede in feite ook wel, maar toch niet helemaal. Andermaal trok Nic., met Die Haghe als tegenstander, aan het kortste eind. Maar daarvoor is wel een verlenging nodig.

2005

Ter verbetering van het spelpeil wordt op advies van oud-bondscoach Ben Crum de Korfbal League gelanceerd, waarvoor de tien beste hoofdklassers zich plaatsen. Daartoe behoort ook Nic., niet bevroedend dat dit podium uiteindelijk tot de ondergang van Nic. als topclub zal leiden. Dat heeft alles te maken met de - voor korfbalbegrippen - fors oplopende geldstromen bij de topclubs. Nic. kan na verloop van tijd niet mee in deze financiële ratrace, ziet haar toppers naar elders verkassen en moet in 2014 haar status als topclub prijsgeven als het na negen seizoenen degradeert uit de Korfbal League. Momenteel is Nic. zelfs weggezakt naar het derde niveau, de overgangsklasse.

2009

Had Nic. met Taco Poelstra ooit de Cruijff van het korfbal in haar midden, dit jaar begroet de club de Messi van het korfbal, de Taiwanees Ricky Wu. Hij is ontdekt door de gebroeders Vlietstra tijdens één van hun internationale trips. Met het fenomeen Wu en de internationals Michiel Gerritsen en Friso Boode als scherpschutters bij uitstek kost het Nic. nog geen moeite zich te handhaven in de Korfbal League. Nic. is een ware attractie. De virtuoze wervelwind Wu speelt drie seizoenen voor Nic. en op zijn conto staan 369 treffers, een moyenne 7,2 per wedstrijd.

2020

Topclub of geen topclub, Nic. is jarig. Het bestaat 100 jaar en heeft zich in de afgelopen eeuw al met al ontpopt als een sieraad voor de Groninger sportwereld. Daar hoort een feestje bij, maar zelfs dat is Nic. momenteel niet gegund dank zij de heer - of mevrouw - Corona. Terwijl Nic. toch ook een naam heeft hoog te houden als feestclub. Desondanks blijft Nic. moedig pal staan, al gebeurt dat tegenwoordig buiten het gezichtsveld van publiek en media. Wellicht verdient het derhalve aanbeveling de aloude Nic.-marsch maar eens online te zetten. Om Stad en Ommeland uit volle borst zingend duidelijk te maken dat Nic. nog springlevend is.
Enne..., zoals er na goede tijden slechte tijden komen, is het omgekeerde ook veelal het geval. Een suikeroom die niet op een paar euro's kijkt zou een mooi cadeau zijn voor deze kersverse eeuweling. En dan op naar de Ziggo Dome, daar waar nu de zaaltitels worden verdeeld.


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE