Niets is zo veranderlijk als het weer

Door: Britt Tjalma

Ik had dit stuk met gemak 'het kan vriezen, het kan dooien' kunnen noemen, maar dat soort Piet Paulusma-achtige opmerkingen vind ik behoorlijk uitgekauwd en afgelopen weken bleek het maar weer eens zo te zijn: niets is zo veranderlijk als het weer. In negatieve zin.

 

Voorafgaand aan ons vertrek naar de Weissensee heerste er totale gekte. Vooral onder de niet-schaatsers, want de gemiddelde Nederlander lijkt te denken dat 2 cm ijs op een meertje veilig begaanbaar is en dat de Elfstedentocht gereden kan worden na 3 nachten vorst. Natuurijsrijders krijg je iets minder snel gek, die kijken kritisch naar de weersverwachting en de bijbehorende pluimen en zodoende pakten we gewoon onze tassen en vertrokken we richting Oostenrijk.

 

De eerste dagen waren werkelijk prachtig. Het ijs lag er goed bij, met lekker veel scheuren en er was een grote ronde geveegd: 16 km. Lekker veel scheuren? Ja, lekker veel scheuren. Als we een perfecte ijsplaat hadden gewild gingen we wel naar Thialf, tussen de langebaners rijden, nietwaar?

 

Voor mij zijn scheuren een must, wil ik een goed gevoel bij het ijs krijgen. Van nature heb ik een prikslagje, lekker kort. Als het ijs lijkt op een mijnenveld is dat in mijn voordeel, want daar kan ik prima overheen en tussendoor harken, aangezien er dan eens een keer geen mooie valbeweging gefabriceerd hoeft te worden.

 

Het ONK was best prima, een hele goede generale. Ik zat super in de koers, pakte 95% van de kopgroepen, maar helaas niet de beslissende, omdat ik me bezighield met een gevallen ploegmaatje. Ik smeet met mijn krachten, reed me kilometers lang het snot voor de ogen om onze kopvrouw zo goed mogelijk in stelling te brengen. Helaas bleven de koplopers weg en werd het een pelotonsprint. Ondanks alle uitputtende inspanningen kon ik mee in de kop van de groep en toen... BAM, volle bak in een scheur. Toch nog gelukt om te vallen.. Tocht even balen van die scheuren.. Weg mooie top 8 klassering, maar hallo goed gevoel: ik bleek in uitstekende vorm te verkeren. Op naar woensdag!

 

De AET zal u vermoedelijk niet ontgaan zijn. Het was een bijzondere koers, om het maar zo te stellen. Ik ging vol vertrouwen van start, kon op alle uitlooppogingen reageren in de eerste 100 km. Na een km-tje of 110 besloot ik zelf op avontuur te gaan, even de knuppel in het hoenderhok gooien. Dit bleek HET sein voor mijn concullega's: ik werd na een kwartiertje ploeteren ingehaald door een groepje favorieten, ze hadden zich losgemaakt van het peloton. Even keihard op de tanden bijten en aansluiten, ging er door mij hoofd.

Inmiddels was de door mij zo geliefde ijsvloer verandert in een enorme oppervlakte slushpuppie. Zonder smaakje, absoluut ongunstig. Ik belande al snel headfirst in een laag drab. Ok, opstaan en doorgaan, er komt een achtervolgende groep aan! Een paar km verderop sloeg het noodlot wederom toe: 6 meiden buitelden over elkaar heen. Doordat het ijs enkel een rechtuitgaande loopbeweging toeliet kon ik geen kant op: hoppakee, er overheen. Weg razend peloton, want toen ik eindelijk overeind was en mijn longen zich weer vulden met zuurstof was dat natuurlijk al lang gevlogen. Ik besluit de ronde af te maken, klunend en naar mijn ploegleider te gaan: ik spaar me voor zaterdag, het AKM, daar liggen mijn doelen voor dit jaar.

 

Vond ik het Alternatieve Elfstedentocht verantwoord op deze manier? Nee. We zijn schaatsers, geen hardlopers. Omstandigheden horen zwaar te zijn, dat maakt natuurijs mooi, maar we moeten wel ons 'werk' uit kunnen voeren. Dat was nu niet het geval. Het parcours had moeten worden aangepast, dat had veel gewonden gescheeld. Inkorten vind ik onzin, dan benadeel je specialisten vooral, maar de route omleggen naar het kleine meer, dat had prima gekund en dan was het nog steeds lekker zwaar geweest, maar wel veilig en vooral schaatsend.

Puntje van aandacht voor de komende edities, KNSB.

 

Enfin, ik focus me volledig op de koers die nog komt. Vorig jaar werd ik hier 4e, deze hele zomer heeft de finale van editie 2017 door mijn hoofd gespookt, ik heb de koers al 25 keer gereden, in gedachten: hier moet het gebeuren. Het kan, ik ben nog fris, voel me sterk, heb er zin in!

Vrijdag komt het bericht: afgelasting. Niks geen herkansing. Lichte ontreddering is het gevolg.

 

Aanvankelijk denk ik dat de organisatie is gezwicht voor alle negatieve berichten nav de omstandigheden van afgelopen woensdag. Een blik op het ijs leert mij iets anders: de situatie is sterk verslechterd.

 

Het is goed dat de koers van te voren wordt gecancelled, want wij waren er gewoon weer overheen gegaan. Er was geen staking georganiseerd, er was niet getwijfeld, we zouden gewoon weer als dolle stieren en stierinnen de Spielplatz der Natur hebben bereden.

 

Uiteindelijk zijn we immers sowieso helemaal gek: met z'n allen in 7 dagen 80, 200 en weer 80 km schaatsen, gewoon voor de lol en een beetje prijzengeld, als je voorin eindigd. Dat slaat überhaupt niet echt ergens op, maar dat is juist wat het zo gaaf maakt: gewoon dom doorgaan.

 

Dan 's avonds maar even de kroeg in, ons verdriet weg drinken en bijkletsen met de lotgenoten. Dit is wat het marathonschaatsende Nederlanders mooi maakt: allemaal een biertje of een wijntje in de hand en even lekker klagen over het weer.

 

En nu? Nu weer 2 weken bochtjes rijden op kunstijs en dan naar Zweden. Ik ga proberen mijn natuurijsseizoen daar te redden. Ik wil in die kopgroep zitten, ik wil wederom het sportjournaal halen, want dan rijd je lang genoeg op kop. IK WIL KOERSEN.

 

Oh, een kleine slag om de arm. De eerste koers rijden we op de Botnische Golf, bij Lulea. Enige weken geleden was het hier -36. Stiefnippeligweer, zullen we het maar noemen. Als het zo koud is starten we wederom niet, de grens ligt op (ongeveer) -24.... Fingers crossed dus!  


Britt Tjalma

Over Britt Tjalma

Ze is geboren en getogen in het rustieke Beerta. Woont al vele jaren in Stad en verdient haar euri als consultant bij Sport Drenthe. Haar passie is bovenal het marathonschaatsen. Vooral op door de natuur gevormde ijspistes gaat Britt Tjalma helemaal los. Britt schrijft met regelmaat een column voor Sport in Stad.