Onze man in brons: Tonny van Leeuwen

Door: Hans Schrijer

Johan heeft er een, Dennis heeft er een (in Londen), dus het werd ook wel een beetje tijd: een standbeeld voor Tonny. Vanaf zaterdag 18 oktober 2014, onthuld nog wel door zijn boezemvriend Piet Fransen, ook al zo’n Groningse sportlegende met een eigen tribune in de Euroborg. Voor de jongere kijkertjes en voor Groningers geboren met een zachte ‘G’ zetten we de meest glorieuze wapenfeiten uit een lange reeks nog even op een rijtje.

Een reeks die nog veel en veel langer had moeten worden, maar abrupt eindigde bij een noodlottig verkeersongeval in 1971. Ontdek hoe de doelman met de imponerende gestalte en tomeloze inzet in het doel allerminst een standbeeld was.
Hij werd er GVAV - FC Groningen Speler van de Eeuw mee, op ruime afstand van alle drie de Koemannen, Jan van Dijk en Ron Jans en wie heb je nog meer. De Leeuw van Lemmer, dankzij een paar handige kunstjes aan de rekstok? Sorry Epke, er is maar één De Leeuw en dat is Van Leeuwen. Een korte, maar fantastische periode lang de Allerbeste Clubkeeper van de Wereld.

Meteen maar het waar gebeurde verhaal dat het meest tot de verbeelding spreekt: zondagmiddag 23 april 1967, de uitwedstrijd van GVAV bij Ajax, dat toen speelde met de lang-niet-kinderachtige voorhoede Cruijff, Keizer, Swart, Nuninga. Een jaar eerder maakten de Amsterdammers er in het Oosterpark nog 3-8 van, dit seizoen stond de teller van gescoorde doelpunten voor Ajax al op 122. De bloemen stonden klaar in de kleedkamer, want bij een overwinning op Groningen zou Ajax gehuldigd worden als kampioen. Het publiek zat er klaar voor: een makkelijke middag met veel stemverheffing en opwinding. Bij de warming-up was er nog niks te zien van een tegenstander uit Groningen; de bus was te laat en kwam pas tien minuten voor de aftrap bij het stadion in de Watergraafsmeer aan. Geen tijd meer voor een tactische bespreking. Trainer Ludwig Veg kon alleen nog roepen: “Niet als een kip zonder kop aanvallen hier, allemaal voor het doel van Tonny liggen graag. Tonny gaat de ballen tegenhouden.”

Het werd de wedstrijd van Tonny van Leeuwen. Hij spuugde in zijn handen en stompte, plukte, dook, schopte en sloeg alle doelpogingen resoluut het strafschopgebied uit. Tonny raakte in een flow - een woord dat toen nog niet bestond - en besloot gewoon eigenzinnig de wedstrijd van zijn leven te keepen. Oud-spelers Piet Fransen en Martin Koeman zeiden er later over: “We wisten niet wat we zagen. Hij pakte moeilijke ballen alsof het aardappelen waren, soms met één klauw.”
GVAV won met 0-1. Uitbraak Piet Fransen, voorzet op Ole Fritsen, binnentikken. De neutrale Volkskrant-verslaggever Ben de Graaf deed er nog een schepje bovenop: “Hij verkeerde in een trance. In een lastige fase van de wedstrijd ranselde hij met een gescherpt reactievermogen en blakend van zelfvertrouwen alle hoge ballen weg. Een klassekeeper zonder weerga, met feeling voor hoekschoppen en met een ongelooflijke reflex bij verraderlijke inzetten. Hij beleefde de wedstrijd zo ongelooflijk intens, dat het leek alsof hij tijdens zweefduiken nog alle tijd had om enige show op te voeren. Heel terecht dat hij na afloop op de schouders ging.”
De schouders van zijn ploeggenoten - en nu komt het kippenvelmoment dat thuishoort in de Canon van Mooiste Groningse Sportmomenten Aller Tijden: de Ajax-supporters op de tribune gaven Tonny van Leeuwen een staande ovatie.

Vooral die ‘feeling voor hoge ballen bij corners’ in de complimenten van Ben de Graaf is een saillant detail. Een paar weken daarvoor - op 5 april 1967 - speelde Van Leeuwen in Leipzig met het Nederlands elftal tegen de DDR. Oranje leidde met 0-2 en 2-3, daarna scoorde de DDR nog vier keer, waarvan drie keer uit cornersituaties. De interland ging de boeken in als de dramatische verlopen ‘cornerinterland’, waarbij de keeper er niet zo goed uit zag. Iedereen in de omgeving van Tonny, die hem een beetje kende, vond het niet zo gek dat hij uit bij Ajax gemotiveerd was tot op het bot, gespitst op een revanche met een hoofdletter R.

Superlatieven

Tonny van Leeuwen debuteerde bij GVAV tegelijk met Martin Koeman. Een uitstekende binnenkomer was de wedstrijd tegen Feyenoord: 3-0. Waarna beide spelers meteen niet meer stuk konden bij het Groningse publiek.

Als 15-jarige was Van Leeuwen van de zaterdagamateurs ‘De Jordan Boys’ in Gouda overgestapt naar Sparta, weer vijf jaar later liet GVAV het oog op hem vallen. Het Groningse bestuur wilde hogerop in 1963 en deed daarvoor een paar verstandige aankopen. Tonny van Leeuwen werd de opvolger van keeper Otto Roffel. Tijdens het eerste seizoen al, schoten de superlatieven over Van Leeuwen vaak te kort, om zijn sublieme spel te beschrijven.
Van Leeuwen scoorde zelf ook wel. In januari 1967 voor het eerst, uit een penalty. Club-icoon Martin Koeman zei het zo: “Een betere keeper dan Van Leeuwen heb ik nooit gezien. En ik ben toch lang scout geweest. Zwaar, maar toch heel erg atletisch. Hij keepte op souplesse en wist het heel goed te verkopen. Veel gevoel voor show, maar altijd erg goed in staat om zijn concentratie te bewaren. Alleen als er met een tegenstander wrijving was, kon hij zijn kop wel eens verliezen. Dan wilde hij meteen zijn goal uit, er invliegen, de vuist er onder!”

Tonny’s Temperament

Net zo legendarisch als zijn keeperskwaliteiten, was Tonny van Leeuwen’s grote ‘enthousiasme en moedige inzet’ in situaties die om strijd vroegen, om het zacht uit te drukken. De Tuchtcommissie moest er ook wel eens aan te pas komen. Bij een tegengoal werd er wel eens een tegenstander onder het gras gelopen (MVV), of een hoofd van een aanvaller in de haast aangezien voor de wedstrijdbal (Go Ahead). Ook op de training was Tonny steed paraat en bereid tot actie. Altijd in korte broek, ook al was het stervenskoud en druilerig nat. Martin Koeman zei daarover: “Een lange broek daar deed hij niet aan. Dat was niets voor een kerel.”

Ploeggenoot Dick Bosschieter, een jongen met een heel goede schijnbeweging, ondervond Tonny’s temperament aan den lijve. In zijn eerste week bij GVAV stuurde hij tijdens een training ‘de allerbeste clubkeeper van de wereld’ een paar keer kansloos naar de verkeerde hoek. Lachen! Van Leeuwen’s hoofd werd steeds roder. Bosschieter werd bij de voorlaatste rake schuiver nog dringend gewaarschuwd door zijn collega’s: “Doe dat nou niet, jongen! Het kan je dood worden!” Bosschieter dacht dat het daarmee heus wel zou meevallen en flikte het even later toch nog maar een keertje. Weer lachen! De omstanders hebben hun ogen maar dicht gedaan, toen Van Leeuwen op Bosschieter afvloog. Toen het stof was opgetrokken, is Dick nog een week of acht uit de roulatie geweest. Hij heeft het daarna nooit meer gedaan.

De Doelman Privé

Ook na werktijd stond Van Leeuwen bekend om een zeker ‘noordelijk temperament’. Eind jaren negentig maakte het Nieuwsblad van het Noorden bekend dat hij een buitenechtelijk kind had: Richard Vennema, die ook al aardig kon keepen, nog tot 1999 onder de lat bij Veendam. Piet Fransen keek niet erg op van het nieuws, hij wist al van het slippertje met gevolgen van zijn beste vriend. Zijn commentaar: “Richard wist ook dat ik het wist. Een perfecte jongen hoor. Toen ik hem voor het eerst in het doel zag staan, liepen de rillingen me over de rug. Exact Tonny, echt Van Leeuwen: die houding, die kop!”

Wat voor veel bierelftallen uit het amateurvoetbal de ‘Derde Helft’ is gaan heten, was voor Tonny de City Bar aan de Gelkingestraat. Stond zijn witte Mercedes daar slordig geparkeerd op de stoep, dan durfde geen Groninger agent het aan om een bekeuring uit te delen. Na de wedstrijd op zondag kwam hij er, om nog even aan de bar te mijmeren met vrienden Koeman en Fransen. Maar ook wel spontaan, na een doordeweekse training, of zomaar. “Even een uurtje weg” zei hij dan, weet Koeman nog. Een gevleugelde uitspraak, want je wist dat het uurtje weg ook gemakkelijk tot de volgende ochtend zes uur kon duren. Als je naderhand vroeg waarom, antwoordde Van Leeuwen alleen: “Ik kon niet wegkomen. Ik kon gewoon níet wegkomen.”

Hondstrouw, dat was hij ook. Na de degradatie van Groningen aan het einde van seizoen 1969-1970 (het was kantje boord, een gelijkspel in de laatste wedstrijd tegen DOS zou genoeg zijn geweest om in de eredivisie te blijven), meldden topclubs als Barcelona, FC Köln, Anderlecht, Feyenoord en PSV zich bij de penningmeester van GVAV met een fors bod (Anderlecht een half miljoen), maar Van Leeuwen bleef bij GVAV. Ook om in Peize te kunnen blijven wonen en een aan maatschappelijke carrière te kunnen bouwen. Voor later . . .

Nog een hoogtepunt?

Zonder twijfel het complete voetbalseizoen 1970/1971. Veel aandacht ging uit naar Europa Cup-winnaars Feyenoord (’70) en Ajax (’71), maar vlak achter Van Hanegem en Cruijff hoor je eigenlijk de naam Tonny van Leeuwen te onthouden. De 30 wedstrijden van dit seizoen gaan als geheel de geschiedenis in als de beste prestatie van een doelman ooit geleverd in het Nederlandse betaald voetbal. Een paar cijfers waar ze zelfs op IJsland zenuwachtig van zouden worden: van de 200 spelers in de Eerste Divisie wisten er slechts 7 de bal officieel in een wedstrijd tegen Van Leeuwen in het net te krijgen. Dat waren Kees Kist jr. (Heerenveen), Leijdekker van Heracles, Beekmans en Van den Wassenberg van Helmond Sport, Böhm van FSC, Spindelaar van Cambuur, Hofs van Vitesse. In de laatste 11 wedstrijden viel er slechts één tegengoal te noteren. Nooit meer overtroffen. Citaten uit de kranten: “Keepersgeluk afgedwongen, absolute uitblinker, vlekkeloos, Van Leeuwen groeide naar eenzame hoogte, fabelachtig keeperswerk.”

Tonny van Leeuwen werd maar 28 jaar oud. Hij overleed in 1971, op de terugweg van de prijsuitreiking in Rotterdam voor de minst gepasseerde keeper in het betaalde voetbal. In de buurt van Meppel reed hij frontaal tegen een vrachtwagen, beladen met betonnen palen. Zijn vrouw, die naast hem zat, overleefde het ongeluk.

Het is de zwartste dag in het bestaan van GVAV. Overigens ook de allerlaatste dag uit het bestaan van GVAV, want exact een dag na de dood van Tonny van Leeuwen, op woensdag 16 juni 1971 werd de FC Groningen opgericht.

Piet Fransen heeft nog vaak aan Tonny gedacht. Wat heet? Iedere dag, zegt hij zelf. Een autorit naar het zuiden, onvermijdelijk langs de plek van het ongeluk in Meppel, vindt hij nog altijd moeilijk genoeg. “Dan word ik emotioneel. Op de plek des onheils gaat de autoradio uit, heen en terug. Als stil eerbetoon aan mijn allerfijnste gabber.”

(bronnen: website FC Groningen, Volkskrant, Bas Kammenga, Wikipedia)


Hans Schrijer

Over Hans Schrijer

Hans Schrijer, redactie Sport in Stad. Tekstschrijver, copywriter, maar in de eerste plaats sportgek. Uit Nijmegen geƫmigreerde Groninger zonder heimwee.

WEBSITE