Oosterparkstadion (1933)

Door: Dick Heuvelman

Op de laatste dag van september in 1933 was er een plechtigheid met even verstrekkende als onvoorziene gevolgen in de nog kersverse Oosterparkwijk. Die dag, een zaterdag, was burgemeester H.P.J. Bloemers naar de Zaagmuldersweg genood voor een ambtelijk ceremonieel. Hij droeg vier multifunctionele sportvelden; eentje voor voetballers en handballers en drie voor hockeyers, over aan het bestuur van de gemeentelijke commissie voor sportopvoeding. Het complex kreeg als naam mee Oostersportpark.

Dat werd een dag later, op 1 oktober dus, feestelijk in de gebruik genomen met. Een hockeydemonstratie van de Groninger Hockeyvereniging en de studentenclub De Blauwe Scheen, een handbalwedstrijd tussen de stedelijke elftallen van Groningen en Amsterdam en een demonstratie van leden van de Turnkring Groningen.

Gek genoeg was er bij alle festiviteiten geen ruimte voor voetbal geprogrammeerd, terwijl het hoofdveld met name voor die sport was aangelegd. Het was in eerste instantie gereserveerd voor Velocitas, dat toen haar gloriejaren kende. Omdat deze club, in 1934 winnaar van de KNVB-beker, vanwege de grote publieke toeloop voor haar topwedstrijden altijd uit moest wijken naar het stadion van Be Quick op de Esserberg in Haren, kreeg het van de gemeente het aanbod om van de knusse Velodrȏme naar het nieuwe Oostersportpark te verhuizen.

De groenwitte club wilde dat wel, maar dan moesten er wel een accommodatie komen waar ook drommen publiek ontvangen kon worden. Dus met tribunes en staantaluds. Dat zat er echter niet in, waarna buurtclub BRC (Blauw Rood Combinatie), in 1945 opgegaan in Oosterparkers, dankbaar profiteerde van de onverwacht geboden kans. Daarentegen werden de hockeyclubs al snel van hun nieuwe onderkomen verjaagd. Met hun sticks sloegen ze niet alleen tegen de bal, maar bewerkten ze ook het gras zodanig dat er geen onderhoud tegenop kon. Hun plaats werd opgevuld door GVAV-Rapiditas, dat destijds op terrein 2 in het Stadspark speelde.

Die verhuizing had grote gevolgen. Niet zo zeer direct als wel na de oorlog, hoewel het voetbalveld in 1935 al wel werd verrijkt met een overdekte tribune voor 524 zitplaatsen. Vier jaar kwam er een aarden wal bij, zodat  de toeschouwerscapaciteit op 4000 werd gebracht.

Beginjaren vijftig werd het Oostersportpark steeds meer een voetbalbolwerk, kreeg het hoofdveld beetje bij beetje een stadionachtige allure. Oosterparkers, de volksclub van de buurt, vestigde er in 1951 een toeschouwersrecord. Tijdens de competitiewedstrijd tegen Emmen zaten en stonden op de kop 11.014 man in het Oosterpark. Dat jaar verrees er ook een een lichtinstallatie. Dank zij deze voorziening, die populaire avondwedstrijden  tot gevolg had, maakten wereldsterren als Pelé, Uwe Seeler, Helmuth Rahn, Lev Yashin en Stanley Matthews er hun opwachting met hun clubs.

De transformatie van sportpark tot voetbalstadion kwam in een stroomversnelling terecht toen in 1954 het profvoetbal zijn intrede deed in Nederland. GVAV bekroonde haar opmars met promotie naar de eredivisie. Dat betekende tevens de voltooiing van een historische machtswisseling in het Groninger voetbal. Be Quick, dat sinds haar oprichting de stadshegemonie had gehad, was haar toonaangevende positie definitief kwijtgeraakt.

En met Be Quick verloor ook het Esserbergstadion haar leidende positie als het ging om belangrijke wedstrijden. Die gingen, mede door het kunstlicht, naar het Oosterpark. Dat kreeg met de jaren steeds meer de uitstraling van een Engels aandoend stadion, midden in een volkswijk. Van enige architectuur was geen sprake, de diverse uitbreidingen en veranderingen hadden veel weg van een lukraak gehaakte lappendeken. Maar wel eentje die het publiek een warm gevoel gaf.

Tussen deze bouwactiviteiten door had GVAV in 1971, als gevolg van financiële sores, haar licentie moeten overdragen aan het door de gemeente geïnitieerde FC Groningen. De voortschrijdende professionalisering annex commercialisering leidde in 1989 tot verbanning van Oosterparkers uit haar natuurlijke habitat, waarna de FC een geheel nieuw stadion wenste. Dat kwam er in 2006, waarna voor het roemruchte Oosterpark op 72-jarige leeftijd de sloophamer wachtte. 


Dick Heuvelman

Over Dick Heuvelman

Dick Heuvelman is synoniem aan Het Sportgeweten van het Noorden. Maar de oud-sportjournalist van het Dagblad van het Noorden, laat ook de landelijke en internationale sport niet met rust.

WEBSITE