Schaatsen op natuurijs

Door: Dorien van der Veen-Lüers

Geboren en getogen in Bedum en op mijn 26e naar Den Haag vertrokken. Inmiddels 16 jaar verder vraag ik me af of ik nog een Groninger ben. Wat is een “Groninger?” Blijf je een  Groninger als je de provincie verlaat? Dit weekend heb ik een deel van de antwoorden gekregen. Hoewel ik momenteel met veel plezier met mijn man en drie kinderen in Voorburg woon, op 1 straat van het bordje Den Haag af, voel ik me geen “Haagse” of “Voorburgse”. Voel ik me dan een Groningse? Of een Bedumse?

Afgelopen week werd het koud in Voorburg. Vrijdagochtend was het dan eindelijk zo ver dat de Noren uit het vet konden worden gehaald. Sinds ik in het Westen van het land woon zijn ze de kast niet uitgekomen. Als ik ging schaatsen was het op een ijsbaantje waar je ijshockeyschaatsen aan moet. Maar nu de kinderen wat groter zijn en de ijsbaantjes dicht zijn ten gevolge van Corona maatregelen sloeg de schaatskoorts toe en wilde ik voor het “echte” werk gaan. De oude Vikings lagen netjes in de doos op de bovenste plank van mijn kledingkast. Ik opende de doos en de tranen stroomden over mijn wangen. De herinneringen bleven komen. Op het boterdiep met mijn inmiddels overleden vader; Hij hield van schaatsen en zat met mijn grote zus op les. Onze basisschool faciliteerde schaatsles onder schooltijd op de ijsbaan in Groningen. Als klein meisje schaatste ik ook graag op de ijsbaan in Bedum. Gezellig met vriendinnen rondjes zwieren met op de achtergrond een lekker muziekje. Op de middelbare school gingen mijn vriendin en ik vaak op zondagochtend op de fiets naar Groningen zogenaamd om te schaatsen, maar misschien vonden we het flirten met de ijshockeyers nog wel leuker.

De herinneringen aan de kou; De snijdende kou op het grote Paterswoldsemeer. Het “ik wil naar huis” gevoel, maar ook het gevoel dat het nooit lente mocht worden. De geur van kwast en warme chocolademelk, erwtensoep, vrolijke mensen, tintelende vingers en stijve tenen. Vrijdagmiddag kon ik niet meer wachten. Mijn man en ik klapten om half 1 de computer dicht en reden naar de Driemanspolder. Een prachtig natuurgebied waar je grote stukken kan schaatsen. Een beetje gespannen was ik wel. Zou ik het nog kunnen? Onhandig zaten we op het gras om onze schaatsen aan te trekken. Terwijl ik mijn veters zo snel mogelijk probeerde te strikken zonder handschoenen om te voorkomen dat mijn vingers zouden bevriezen, bekroop mij een bekend gevoel; Ik voelde me een Groninger. En Groningers kunnen schaatsen dus ik ga dit ook gewoon doen. Ik was trots en dankbaar dat ik in Bedum had mogen opgroeien. En warempel het lukte. Ik kon het nog best en wat was het heerlijk!

Op de terugweg naar huis begon ik me zorgen te maken. Wat als we in alle drukte vergeten waren onze kinderen de Groningse schaatscultuur mee te geven. Verder dan het ijsbaantje op de hofvijver waren ze niet gekomen. Als het op schaatsen aankomt hebben ze hier in het Westen de boot behoorlijk gemist.

Maar gelukkig leverden de kinderen bij thuiskomst en de dagen daarna het bewijs dat het Groningse bloed door hun aderen stroomt, ongeacht hun woonplaats. Direct werden we verzocht mee te gaan naar het ijs. Daar aangekomen confisqueerde onze oudste dochter mijn Noren en sprintte er vandoor. De andere twee gingen er op hun ijshockeyschaatsen achteraan. Daar stond ik dan apetrots te zijn zonder scheuvels. Drie dagen hebben we met het gezin mogen genieten van het ijs, van de vrijheid, de zon, de wind, vrienden en een heleboel lieve mede schaatsers. Corona was er even niet. Drie dagen met elkaar over mooie Haagse meren en vijvers. Natuurlijk kan het niet tippen aan het Groninger Landschap, maar toch prachtig. Drie dagen super trots en dankbaar voor onze Groninger roots.


Dorien van der Veen-Lüers

Over Dorien van der Veen-Lüers

Ze is geboren en getogen in Bedum, studeerde rechten aan de RUG en woont nu in Voorburg met echtgenoot Floris en kids Merle, Koen en Lotte. Dorien van der Veen-Lüers combineert haar job als jurist bij de overheid met tennisactiviteiten, power yoga en body pump. Dorien produceert met enige regelmaat een column voor Sport in Stad.