Veertig jaar geleden was het 1980

Door: Hans Schrijer

Ik heb goed nieuws en slecht nieuws. Dit verhaaltje gaat wél terug in de tijd, het heeft best veel met sport en nostalgie te maken, dat kan ook best als je het over 1980 hebt, maar de link met Groningen is vreselijk dun. Om niet te zeggen: afwezig. Nou ja, we hebben het over herinneringen in het hoofd van iemand die in de Groningse Hortusbuurt woont. Dat ben ik.

In 1980 woonde ik nog in Brabant. Maar verder gebeurde er van alles wat leuk en plezierig was. In januari kondigt de Amerikaanse president Jimmy Carter een boycot aan van de Olympische Spelen in Moskou. Iets met Afghanistan. Je had nog geen Coronavirus. De gemeente Lelystad wordt officieel ingesteld. In maart herovert de Amsterdamse politie de Vondelstraat na veel rellen op de krakersbeweging. Op 1 april begint de NOS met Teletekst. Martina Navrátilová raakt een paar weken haar nummer 1 positie kwijt aan Tracy Austin, voortaan weet je zoiets meteen dankzij het Nederlandse Teletekst. De Verenigde Staten reageren direct: op 1 juni richt Ted Turner de zender CNN op! De film Kramer vs Kramer wint veel Oscars. Gerard Nijboer wint de marathon van Amsterdam, in 2 uur en 9 minuten - op ouderwetse gymschoenen! West-Duitsland wint in Rome het EK voetbal, door in de finale met 2-1 te winnen van België. Twee doelpunten van Horst ‘Das Ungeheuer’ Hrubesch. Hij was inderdaad niet echt knap. De Gotthardtunnel tussen Italië en Zwitserland (of andersom) gaat open; op dat moment de langste autotunnel ter wereld; Gerard Nijboer zou er bijna een halve marathon in kunnen lopen: 16,3 km dwars door de berg. Was er dan helemaal nog geen terrorisme? Tuurlijk wel, bij het Oktoberfest in München komen bij een bomaanslag 13 mensen om het leven en raken 219 mensen in Lederhose gewond. De dader is een 21-jarige rechtsextremist. O ja, Beatrix wordt koningin, haar moeder heette Juliana. De firma 3M brengt de gele post-it velletjes op de markt. Mijn kantoorgebouw vol ambitieuze start-ups hangt er anno 2020 vol mee. Ook een paar roze en blauwe.

Hoe was mijn jaar 1980 - en dan om precies te zijn mijn kippenvelmomenten bij grote sportevenementen in de openlucht? Om aan alle twijfels een einde te maken: 1980 was het jaar dat Joop Zoetemelk de Tour de France won! Die ging nog gewoon elk jaar door. Met mijn twee beste vrienden Peter Dumoulin (geen familie van Tom) en Mark Bossers was ik in de crèmekleurige Volkswagen Kever van de moeder van Peter gestapt om dat eens allemaal van dichtbij te bekijken, in Zuid-Frankrijk. We kampeerden, we negeerden mooie Franse meisjes die met ons in het zwembad tikkertje wilden spelen (in feite omdat we schijterds waren, ik sprak vloeiend Frans, maar we deden met zijn drieën heel overtuigend alsof we het niet begrepen), we reden naar Morzine in de Alpen om Joop te zien schitteren in een tijdrit bergop, naar skioord Avoriaz. We zouden proberen Mart Smeets te vermijden.

En nu komt het.

Op Google zie ik - in 2020 - dat mijn geheugen al een dikke 37 jaar vreemde spelletjes met me speelt. Het ging zo, dacht ik in ieder geval: omdat het een individuele tijdrit was en bovendien zwaar bergop, kwamen de wielrenners keurig één voor één langzaam langs ploeteren. Vriend Mark stond ongeveer 100 meter bergafwaarts om mij te waarschuwen of er iemand naar boven kwam fietsen die ertoe deed. Ik had een fotocamera met een filmrolletje, die je na elk fotomomentje moest doordraaien naar de volgende foto, dus veel tijd om te relaxen was er niet. Hoe driftiger Mark zwaaide, des te belangrijker de wielrenner, dat had ik al snel door. Toen hij het iconische rood-gele shirtje van sponsor TI-Raleigh om de schouders van Joop zag naderen, sprong hij als een dolle op en neer. We zouden de foto’s drie keer laten afdrukken bij de fotograaf in onze woonplaats; je had immers nog geen Whatsapp.

Op de terugweg naar de camping hoorden we op de Franse autoradio dat Zoetemelk de tijdrit met glans had gewonnen; dat hadden wij met het blote oog al lang kunnen opmerken, daar waren we vast van overtuigd. Nog diezelfde avond hoorden we bij het kampvuur dat Joop ook maar meteen de gele trui had veroverd in die tijdrit. Gek genoeg beleefde ik het zwaarste kippenvelmoment weken later, toen Tourwinnaar Zoetemelk halverwege het criterium van Boxmeer - in de gele trui! - een beslissende voorsprong nam op de rest. Je wist dat criteriums van tevoren bekokstoofd zijn, dat Joop als kersverse Tourwinnaar uiteraard ook in Boxmeer met geen mogelijkheid kon verliezen, maar toch, daar trok mijn kippenvel zich geen barst van aan. Iedereen langs de kant wist ook dat het doorgestoken kaart was, zo’n ererondje vermomd als wedstrijd. En toch. De siddering, het verwachtingsvolle geluid dat er op het moment van Joop’s gespeelde en meteen ook maar gelukte demarage door het publiek ging . . . onvergetelijk. Terwijl iedere wielerliefhebber weet dat Joop helemaal niet kán demareren, alleen stiekem wegsluipen, inderdaad . . .  op zijn Zoetemelks. Het is een uitdrukking geworden, vast en zeker dankzij mensen die niet in Boxmeer waren, die avond in augustus.

Ik heb daarna nog Ajax toegejuicht op het Museumplein in 1995 en Jason Dourisseau het netje van de basket in de Martinihal zien knippen namens Donar. Ik heb de film ‘En un momento dado’ over de jaren van Johan Cruijff in Barcelona gezien, met anderhalf uur lang een brok in mijn keel. Maar Joop in het knalgeel onder de straatlantaarns van donker Boxmeer, dat was intenser.

O ja, nou komt het, zei ik. Op Google zie ik dat mijn herinnering weliswaar mooi is, bijna te mooi om waar te zijn - en dus ook niet klopt. In 1980 wás er helemaal geen korte klimtijdrit Morzine-Avoriaz, wel een lange tijdrit in Saint Etienne. De rit van Morzine naar Avoriaz was in 1983. Joop had ook helemaal geen klassiek-nostalgisch TI-Raleigh shirtje aan maar een spuuglelijk tricot van sponsor Mercier. De winnaar was niet Joop, maar Lucien van Impe. Joop had een off-day, hij was boos omdat hij beschuldigd werd van doping, dus fietste hij die dag “om eens even wat te laten zien”. Na afloop zei hij dat hij “had gevlogen” (dat hadden we dus goed gezien!) en dat twee dingen hem op de been hadden gehouden: de steun van het Nederlandse publiek (Mark, Peter en ik dus) en het feit dat er nog maar drie dagen te gaan waren. Parijs was gelukkig niet zo ver meer. Joop woonde toen al in Frankrijk en was al zo keihard verfranst, dat hij elke nieuwe zin met “Pfffff” begon. Dus ook deze: “Pfffff. Parijs is gelukkig niet zo ver meer.”

Nou ja, ik heb in ieder geval 37 jaar lol gehad van een herinnering die niet echt precies zo gebeurd is, als je heel strikt bent. Maar wel ongeveer. Daar houd ik me aan vast.


Hans Schrijer

Over Hans Schrijer

Hans Schrijer, redactie Sport in Stad. Tekstschrijver, copywriter, maar in de eerste plaats sportgek. Uit Nijmegen geƫmigreerde Groninger zonder heimwee.

WEBSITE