Vrijwillig, maar absoluut niet vrijblijvend

Door: Hans Schrijer

Zomaar een verhaaltje om al die enthousiaste, onbetaalde Groningse vrijwilligers op sportvelden en in clubkantines mijn allergrootste respect te betuigen.

Zondagmiddag, Eerste Pinksterdag en 24 mei. Op de kop af precies 20 jaar na het puntertje waarmee Patrick Kluivert Ajax naar de voorlopig allerlaatste Europa Cup-met-de-Grote-Oren punterde, maar dat doet er voor dit stukje helemaal niet toe. Waar het om gaat: het is extreem mooi tennisweer. Zo'n 23 graden, onbewolkt, kraakhelder, niet meer dan een heel licht briesje. Dat belooft wat, voor m'n jaarlijkse verplicht-vrijwillige bardienst aan de bar van de sympathiekste tennisvereniging van Groningen. Genoemd naar het Van Starkenborghkanaal, dat je toevallig ook over moet steken om er te komen, als je toevallig aan deze kant van het water woont.

Het gaat vreselijk druk worden vandaag, aan m'n bar, ik voel het. Gezien het perfecte zomerse klimaat om eens een flink balletje te slaan én de wetenschap dat er vooral op zondagen altijd veel geduld moet worden opgebracht bij het wachten op een tennisbaan die vrij is. Ik verwacht hordes ongeduldige, uitgehongerde en oververhitte clubgenoten. Wat zeg ik: álle 600 actieve én slapende clubleden tegelijk, want zulk fantastisch weer wordt het natuurlijk nooit meer, binnenkort. Ik droom 's nachts al van dorstige dertigers met een grote mond, helemaal geslaagd in het leven dus iedere tegenspraak is zinloos, van twaalfjarige rijkeluiszoontjes die je publiekelijk terechtwijzen omdat je het verkeerde ijsje uit de vriezer hebt getrokken (hun vader is vaak advocaat). Plus de nachtmerrie van elke beginnende barman en barvrouw: het vaste groepje veeleisende 70-plussers dat onder het barpersoneel bekend staat als 'the grumpy old men'. Zij vormen met hun motto 'elke seconde telt en alleen de hoogste kwaliteit is goed genoeg' in feite de directe aanleiding van het besluit van het bestuur om de bardienst dan maar verplicht te stellen.

Als je lid van een tennisclub wordt, teken je een soort contract: ja, ik beloof het 1 keer per kalenderjaar te doen, die bardienst. En dan ben je er nog niet. Je zou verwachten dat de toewijzing als volgt gaat: "Zeg Hans, kun jij aanstaande zondag? Dan noteer ik dat gelijk even met balpen in dit schriftje!"

Nee, de procedure is waterdicht - en voelt ongeveer aan als het kopen van een woning. Het gaat op landelijk niveau, bij de tennisbond zelve, met een wachtwoord en inloggen op een speciale bardienstwebsite (die heb je dus), waar een slimme IT-miljonair nog een stukje rijker van is geworden.

Vanaf het moment dat je op akkoord hebt geklikt (ja, zondag met Pinksteren kan ik), bestaat een aantal maanden lang een voornaam deel van je e-mailverkeer uit correspondentie met de landelijke bardienstpolitie. In de week dat 'De Dag Zelf' nadert, neemt de druk nog wat extra toe.

Hoe het kan, is een raadsel, maar toch lukt het sommigen om ijskoud te ontkomen. De 'verdachte' die de bewuste zondagavond bardienst had na mij, gebruikte een verrassend simpele techniek: gewoon niet op komen dagen. Hij is voor het laatst gezien met een biertje in zijn hand op een terras op het Zuiderdiep.

Was het erg druk? Nee. In mijn bardienst van half 1 tot half 7 tellen we 0 mensen. Nul. Zijn ze misschien buiten aan het tennissen, de hoofdreden waarom je op een tennisclub gaat? Niemand, niks. Het tennispark met zeven glorieuze prachtbanen is stil, geluidloos en verlaten als een nachtelijk kerkhof. Eén keertje - om kwart over 3 - zien we in de verte wat bewegen: een merel. Niet lang daarna horen we stemmen: een jong stel met kinderwagen dat zich in de poort vergist heeft; ze wisten niet eens dat hier op andere dagen een bloeiende tennisvereniging woont. En toen weer uren en uren helemaal niks.

De man met wie ik samen bardienst heb - laten we hem George noemen, want zo heet hij - is toen maar thuis zijn tennisspulletjes gaan halen, even later ik ook. Later op de middag zouden we uit pure verveling nog samen alle keukenapparatuur kritisch gaan testen: de perfecte tosti bakken, jij nog een goudbruin kroketje? Eerst maar eens zo'n zelf getapt en zelf opgedronken glaasje bier! We spreken af eerst nog even op Baan 1 - die toch toevallig net leeg was - het Open Nederlands Kampioenschap voor Barmannen te spelen, te beginnen met de finale over twee gewonnen sets. George, die qua postuur meer weg heeft van een gezellige binnenstad barman dan van een afgetrainde hardhitter, wint vrij gemakkelijk met 6-1 en 6-3. Ook dat nog. 


Hans Schrijer

Over Hans Schrijer

Hans Schrijer, redactie Sport in Stad. Tekstschrijver, copywriter, maar in de eerste plaats sportgek. Uit Nijmegen geƫmigreerde Groninger zonder heimwee.

WEBSITE