Donar op kruispunt in de historie

Datum: 14 januari 2019
Foto's: (c) Arnold Meijer

Het zijn ‘vette’ jaren voor Donar. Wie de recente historie van de club bekijkt, weet dat de blauw-witte club sinds de gang naar MartiniPlaza exact elke zes jaren in de financiële en organisatorische problemen is gekomen. 2002, 2008 en 2014 zijn in bestuurlijk opzicht zwarte bladzijden geweest. Overigens kan het tegenovergestelde aangetoond worden voor de jaren 2004, 2010 en 2016 die telkens door sportief succes zijn gekenmerkt. Schijnbaar is de club in staat na een warme of koude herstart binnen twee jaar weer op nationaal topniveau terug te keren.

De huidige bewindvoerders van Donar hebben alles op alles gezet om in 2020 met de slechte traditie te breken en nu eens een langere periode van nationale hegemonie en stabiliteit na te streven. Sinds 2010 is de Groningse club een echte prijzenpakker en daarnaast is de club onbetwist hét uithangbord van alle zaalsporten in Nederland. Zelfs op het Europese toneel valt de entourage op. Stukje bij beetje wordt de organisatie uitgebreid en geprofessionaliseerd, maar meer drastische maatregelen zijn nodig om de stap richting een hoger Europees podium te kunnen maken.

In zijn nieuwjaarsspeech repte voorzitter Jannes Stokroos nog maar eens over de verbouwing van MartiniPlaza, waarin Donar zijn vaste thuishaven ziet. Er ligt echter nogal een wensenlijstje. Zo wil de club graag een permanente trainingszaal in de Expohal met omringende ruimtes voor eigen kantoren, vergaderruimtes, kleedkamers en sponsorruimtes. Daarnaast staat een verbouw van de eigen ‘middenhal’ tot een heuse sportarena op de verlanglijst. Een totale herbouw van de huidige ‘foyer’ tot het ontvangstportaal met horecaruimtes zou daarin een volgende stap moeten zijn. Die moeten uitnodigen tot eerder naar de hal komen en langer na afloop blijven hangen.

Ooit zouden ‘skyboxen’, een fanatiek vak met staanplaatsen aan de korte zijde, vier megaschermen in de nok van de zaal en de tribunes nog dichter op de vloer het plaatje helemaal compleet kunnen maken. De onlangs geopende fanshop is blijk van een directe aanwinst en ‘eyecatcher’ die de aanblik van MartiniPlaza al meteen meer een basketbaluitstraling meegeeft. Een sportbar en sportrestaurant over de volle breedte van de zaal en het verplaatsen van de entree naar de theaterzaal zouden de doelgroepen nog meer kunnen scheiden. Ook biedt het andere ambitieuze zaalsportclubs en –evenementen de kans om rondom de agenda van Donar hun activiteiten in een A-locatie te ontplooien. En wellicht dat deze ontwikkelingen in de verre toekomst kunnen leiden tot de basis van een volledig nieuw gebouwde multifunctionele ‘topsporthal’ binnen de grenzen van de vijfde gemeente van Nederland.

Terug naar de belangen van Donar. Dit sportieve uithangbord van Groningen heeft er namelijk het grootste belang bij dat het verdienmodel in de eigen thuishal gunstiger gaat uitvallen dan momenteel het geval is. Het kunnen ‘upgraden’ van de huidige businessfaciliteiten en de mogelijkheid om mee te verdienen aan de horeca-inkomsten liggen daarin het meest voor de hand. Ook het opleiden van eigen spelers en het vastleggen van de betere spelers voor langere tijd en daarmee creëren van transferwaarde, zijn in Nederland nog onontgonnen terrein. Een boegbeeld als Jason Dourisseau heeft als speler misschien niet het eeuwige leven, maar zou in zijn rol als sportieve ambassadeur zeker in de toekomst van grote waarde voor de club kunnen blijven. Het wordt rond 2020 de kunst om de selectie met behoud van kwaliteit te kunnen verjongen en na een eventueel vertrek van coach Erik Braal voort te kunnen bouwen op de basis die momenteel wordt gelegd.