't Groningen gevoel van ...

...Klaas Stoppels

Het Groningen gevoel is voor mij best wel lastig om onder woorden te brengen. Ik ben geboren in Groningen en vind het een mooie en leuke stad maar eigenlijk ben ik nog steeds zoekende naar het echte ‘Groningen’ gevoel. Ben ik dan niet trots om Groninger te zijn? Best wel eigenlijk, Groningen is een wervelende stad waar je te kust en te keur kunt gaan als het gaat om uitgaan, sport en cultuur. Met enige regelmatigheid bezoek ik voor een lach de schouwburg, de Oosterpoort en Vera voor muziek en sportcomplexen voor de sport. Af en toe naar de FC, regelmatig naar Donar en vroeger naar GIJS in het Stadspark. Hebben we het over wervelend, jong en cultuur dan kunnen we natuurlijk niet om het Noorderzon festival heen. Ieder jaar breng ik daar in ieder geval 1 avond door. Het is echt een happening geworden. Naast al deze activiteiten bruist Groningen natuurlijk ook door alle studenten. Zij houden in mijn ogen de stad jong.

Tegenwoordig ben ik woonachtig in Eelde en ondanks dat de binnenstad geografisch gezien slechts 14 km van mijn huis ligt merk ik dat ik heel weinig meer in de stad te vinden ben. De Groninger binnenstad biedt veel maar door het door Pé Daalemmer & Rooie Rinus zo mooi bezongen ‘verkeerscirculatieplan’ is het tegenwoordig best lastig om nog met de auto in de binnenstad te komen. Ome Rieks en tante Greta oet Oosterhogebrug weten daar alles van en kopen hun pinda’s tegenwoordig ook gewoon weer bij hun eigen Spar! Wat mij wel enorm aanspreekt is de verscheidenheid van (oude) gebouwen en straten. Ik denk bijvoorbeeld aan de Tuinbouwstraat, grenzend aan het haast iconische Noorderplantsoen. Of het hoofdstation van Groningen dat onlangs nog is uitgeroepen tot het mooiste station van 2019. De stadschouwburg, de muziekkoepel in het Noorderplantsoen, het Pepergasthuis, de der Aa kerk en ga zo maar door. Maar Groningen vernieuwt ook en met deze vernieuwing verrijzen er ook nieuwe gebouwen die Groningen haar markante gezicht geven, denk hierbij aan Het Groninger Museum, de Gasunie, de kleurrijke huisjes aan het Reitdiep en recentelijk het nieuwe Forum op de Grote markt. Groningen timmert in dat opzicht ook flink aan de weg!

Aangezien deze website over Sport in Stad gaat ontkom ik er niet aan hier een paar woorden aan te wijden. Als enige binnen ons ouderlijk gezin was sport en in het bijzonder basketbal, voor mij belangrijk. Ik kon en kan er nog steeds veel energie in kwijt en daarnaast levert het mij ook nieuwe energie op. Net als de meeste jongetjes ben ik begonnen met voetbal. Dit deed ik bij Velocitas waar men er al heel gauw achter kwamen dat ik beter was in ballen vangen dan er tegen aan te schoppen. Na een basketbalwedstrijd van Donar te hebben bezocht had het basketbalvirus mij te pakken. Het bleek dat ik best een aardig balletje kon gooien en schopte het uiteindelijk dan ook tot de vaderlandse eredivisie zij het in een zeer bescheiden rol. Dat ik 15 jaar later in dezelfde eredivisie een aantal seizoenen als coach bij Aris Leeuwarden werkzaam mocht zijn maakte de cirkel voor mij helemaal rond. Op dit moment ben ik nog steeds zeer actief als basketbalcoach. Als één van de trainers van de ‘basketbal academy’ Groningen (RTC) begeleiden wij, onder leiding van Pete Miller, toekomstige basketbaltoppers naar hun plafond. Ontzettend mooi om al deze gedreven kinderen te mogen trainen, iets waar ik dan ook heel veel plezier en energie uit haal. Ook train ik de dames van Martini Sparks en de jongens U20 van HSVB in Haren.

Terug naar het ‘Groningen’-gevoel. Nu ik erover schrijf kom ik toch steeds weer uit op het hoge land. Mijn ouders zijn in die regio geboren (Bierum en Oosternieland) en mijn zus woonde lange tijd in Warffum en Oldenzijl. Als ik door dat landschap rijd dan bekruipt mij een gevoel van rust, trots en herkenning. Ik bezoek het Hoge land nog regelmatig, vaak met de muziek van Ede over de luidsprekers. Ik ga dan vaak even langs bij het graf van mijn ouders en krijg daar op de een of andere manier vaak het gevoel van thuiskomen. Gek, des te langer ik er over nadenk des te meer waardeer ik de provincie Groningen. Ik hoor mezelf nu denken; “ich bin toch ein Grunninger”

Eind goed al goed zullen we maar zeggen.

Klaas Stoppels, november 2019