't Groningen Gevoel van...

...Ronald Steenge

In het jaar 1969 verhuisden mijn ouders (Jans en Janny) en zus (Roelanda) vanuit Beilen naar Groningen. Ik besloot direct om mee te gaan. Inmiddels was ik 6 jaar en ik was toe aan een nieuwe uitdaging. Beilen was als dorp te klein geworden voor mij. De grote stad, Groningen, lonkte!

Na vijf jaar wonen aan de Magnesiumlaan in Vinkhuizen besloten mijn ouders om weer naar een dorp te verhuizen. Naar Ten Boer. Ik ging daar, na te zijn begonnen bij GRC en nog een jaartje voetballen bij Lycurgus, spelen bij Omlandia.

Via diverse Groninger selectie-elftallen kwam ik op aanraden van Wim van der Heide en Henk Nienhuis op mijn 17de naar jong FC Groningen. Omdat mijn ouders verhuisden naar Ruinen, ging ik naar het jeugdinternaat van FC Groningen, aan de Hélène Swarthlaan in de Wijert. Vanaf die periode kreeg het Groningen gevoel steeds meer vorm. Door de week studeren aan de HTS en trainen in het Oosterpark, daarna een heerlijke daghap eten bij de Weeva en op vrijdag bij eetcounter Sip Bloemberg. In het weekeinde een wedstrijd spelen en daarna stappen bij de Jolly Joker, Cachet of Bluet.

Nadat ik ben gestopt met voetballen, heb ik samen met mijn vrouw Martine (een echte Stadjer, vernoemd naar de Martinetoren!) tien jaar in Nieuw-Vennep gewoond. Onze kinderen Anna en Ive zijn daar geboren. We hebben daar een hele mooie tijd gehad, maar we misten toch wel de stad. Tsja, en dat was natuurlijk onze stad: Groningen! De stad waar je elkaar gewoon groet op straat, de muziek- en cultuurstad van het Noorden, de stad die bruist en jong blijft door de vele studenten, de stad waar je fietst en geniet van bijzondere architectuur. Sinds 2006 woon ik weer hier met veel plezier.

Elke dag fiets ik langs de Haydnschool, waar mijn kinderen op hebben gezeten, via de Helperzoom (met op de achtergrond de Euroborg) en Rademarkt naar mijn winkel in de Oosterstraat. Onderweg genietend van de Groningers en mijn mooie voetbal herinneringen. Mijn eerste wedstrijd voor de FC op 18-jarige leeftijd, het behalen van Europees voetbal, de eerste Europese wedstrijd tegen Atletico Madrid in mijn Oosterpark. De wandelingen voor een wedstrijd naar het Oosterparkstadion, waar het publiek al twee uur voor de wedstrijd in de wijk rondliep en in het stadion stond. Groningers die vanaf het balkon riepen: “Zet ‘m op, winn’n hè! “ (en na de wedstrijd riepen, als je verloren had “ ‘t Was weer niks hè!”). De lange zijde onder het score bord, het enthousiasme van de Z-side en het nagenieten in het spelershome met spelers en vrienden.

Sport is bij ons in de familie erg belangrijk. Martine heeft op hoog niveau softbal gespeeld, dochter Anna speelt voetbal bij Helpman en mijn zoon Ive bij Be Quick (hij heeft trouwens een zeer fanatieke supporter, let maar op de graffiti langs de ringweg). Ik tennis redelijk vaak en speel nog mee met oud FC Groningen. En af en toe dam ik met Roel Boomstra.
Verder bezoek ik zoveel als ik kan de wedstrijden van de FC. De gezelligheid, na de wedstrijden met oud FC-ers, bestuursleden, supporters, vrienden en oude bekenden, is altijd fijn.

Onlangs had ik een afspraak in Vinkhuizen. Precies op de plek waar vroeger mijn basisschool ‘De Hoeksteen’ stond. Mijn oude schoolgebouw is afgebroken! De GRC-velden in het stadspark zijn er niet meer. Het Oosterpark-stadion is verdwenen… Groningen verandert en daar schrik ik soms van.

Gelukkig vernieuwt de stad mèt behoud van veel oude goede plekken, zoals de singels, de diepenring, de stadsschouwburg, het Noorderplantsoen, de Martinitoren, de A-kerk, de Pottebakkersrijge. Het Groninger Museum, het cruiseschip, de apenrots, de Euroborg en straks het Forum, de skyline verandert, maar man wat een bijzondere bouwwerken in mijn stad.
Inmiddels ben ik zelf ’n Olle Grieze, maar mijn liefde voor “de metropool van het Noorden” zit diep en zal nooit meer overgaan. En dat voelt goed.

Tot slot, wat de FC betreft wens ik maar één ding “Winn’n hè!”