’t Groningen Gevoel van...

... Edwin van Calker

Beeld: eigen archief

Na z'n afscheid als bobpiloot in 2014 was hij een tijdje technisch directeur van schaatskoepel iSkate, maar sinds kort is Edwin van Calker terug bij z'n oude liefde. Als trainer/coach trekt hij in Europa van baan naar baan met talentvolle Chinese bobbers. Edwin was jarenlang met veelal Groningse collega's het uithangbord van Oranje. Hij was actief op de Olympische Spelen in Vancouver (2010) en Sotsji (2014). In Vancouver besloot Edwin om de viermansbob te laten schieten omdat hij de piste te gevaarlijk vond. Het leverde hem kritiek, maar ook applaus op. In Sotsji finishte Edwin met z'n drie remmers als elfde. Hij is geboren in Gasselternijveenschemond, maar woont sinds z'n studententijd in Stad.

Topsporter in ruste

Mijn sportcarrière begon op de atletiekbaan. De tienkamp was mijn discipline met als favoriete onderdeel de sprint en verspringen. Bij de jeugd kon ik wereldwijd met de besten meedoen. Op 18-jarige leeftijd werd ik bij de wereldkampioenschappen voor junioren vijfde van de wereld. Bij de overstap naar de senioren maakte ik de overstap naar de sprint. Met een persoonlijk record van 10.60 seconden op de 100m zou ik Dafne net voor zijn gebleven maar zou Churandy duidelijk een maatje te groot zijn geweest.

De grote droom bleef om ooit op het hoogste podium te acteren: de Olympische spelen. Met het bobsleeën kwam deze droom rap dichterbij. Hoewel de concurrentie in Nederland beperkt is vergt het veel training en discipline om mee te strijden met de mondiale top tegen de traditionele wintersportlanden. In de zomer 10 tot 12 keer per week kracht-, sprong- en looptraning, en (bij gebrek aan ijs) ontelbare keren de start oefenen op de startbaan. Daarnaast natuurlijk letten op je voeding en fysiosessies. ’s Winters is het dan tijd om te trainen op ijs en wordt er afgedaald tot je de banen volledig in de vingers hebt. Nog steeds ken ik alle bobsleebanen van de wereld feilloos uit mijn hoofd en kan ik deze zonder moeite visualiseren.

Door deze training en toewijding en natuurlijk uitstekende teamgenoten en specialisten daaromheen heb we uiteindelijk kunnen meedoen aan de mondiale top. We hebben podiumplaatsen behaald op wereldbekerwedstrijden, een vierde plek op een wereldkampioenschap en meegedaan aan 3 Olympische spelen.

Uiteindelijk komt er een moment dat je de topsportcarrière achter je gaat laten en het sporten weer een hobby wordt. Dit heeft zelfs gevolgen voor mijn woordgebruik. Trainen wordt weer gewoon sporten genoemd, rusten is gewoon luieren en een blessure wordt weer gewoon een pijntje.

Groningen heeft gelukkig ontzettend veel te bieden voor sportievelingen.
Ik ben lid geworden van de GLTB. De club met naar mijn bescheiden mening het mooiste tennispark van Groningen en ver daarbuiten. Middenin een woonwijk met een ietwat klassieke uitstraling. Dit najaar heb ik sinds 20 jaar mijn eerste competitiewedstrijdjes gespeeld. Een leuke manier om de sport te combineren met gezelligheid. Hoewel winnen niet meer het belangrijkste is blijft het pijnlijk om te verliezen van de altijd sterke Kanonniers uit Nieuweschans.

Daarnaast hou ik van de jaarlijks terugkerende sportevenementen in Groningen. De Kardingerun is een ideaal sportief teamuitje met de oud-bobbers om ongegeneerd vol overgave door de modder te denderen.

Natuurlijk is er ook nog de net gehouden 4 mijl van Groningen. Weken voor de run zie je het fanatisme van de Groningers toenemen. Het Stadspark, Noorderplantsoen en Kardingegebied stromen langzaam vol met renners die de druk voelen van het verbeteren van hun toptijd van de vorige editie of koste wat het kost die vervelende opscheppende collega willen verslaan.
Ik moet eerlijk toegeven dat ook bij mij de druk toeneemt naarmate de 4 mijl dichterbij komt en de spanning behoorlijk voelbaar is voor het startschot. In mijn startvak stond ook concurrent Derk Bosscher. Na een flitsende start waar Derk een behoorlijke voorsprong opbouwt had ik hem in de Herestraat weer in de smiez’n. Met een uiterste inspanning spurtte ik hem voorbij in het zicht van de finish, zeg ik nog even “moi” en finish ik in 33 minuten. Twee minuten langzamer dan het jaar ervoor, maar de voldoening was er niet minder om. Wat toch fijn om te kunnen balen van een verlies van een simpel tennispotje en tevreden te zijn met een matige finishtijd op de 4 mijl!

Groningen wat ben je mooi en wat is het genieten hier.