't Groningen Gevoel van...

... Emiel Venema

Beeld: eigen archief

Mijn Groningen-gevoel gaat terug naar 1980. Ik heb niet veel echte sportidolen gehad, was niet iemand met posters van bekende voetballers aan de muur, maar Peter Houtman was wel een idool van mij. In mijn geheugen zie ik hem wekelijks scoren in het Oosterparkstadion, uiteraard met het hoofd. Ik stond als jongetje vaak achter het doel aan de Zaagmuldersweg, kon net over het hek kijken en zag Houtman weer een vrije trap nemen. Hij was heel slim, zag dat de muur niet op afstand stond en schoot de bal daarom knoeterhard in de muur wetende dat hij de vrije trap over mocht nemen en een tegenstander had geveld. Ja, Peter was mijn held. Hoe trots was ik dan ook toen mijn drie jaar oudere zus Saskia op een middag met een bal met een handtekening van Houtman aan kwam zetten!

Houtman had in de buurt van de Bedumerweg in de stad Groningen een winkel geopend en deelde daarom ballen met handtekeningen uit. Wij woonden aan het Borneoplein, aan de rand van de Indische Buurt, niet ver van de Bedumerweg. Mijn vader en moeder, Jan en Maria, hadden een schoenmakerij aan de Korreweg, op de hoek van het Borneoplein. Elke middag als ik vrij was van de Brugsmaschool, ging ik eerst naar de winkel om daarna meteen naar huis te gaan om me klaar te maken voor het voetballen op het grote grasveld van het Bernoulliplein. Zolang het licht was, was ik daar te vinden, slecht weer of niet.

Ik was acht jaar toen ik ging voetballen bij GVAV-Rapiditas. Ik had tot dan niet zoveel met sport, maar omdat ik last had van astmatische bronchitus, zei de huisarts tegen mijn ouders dat ik vooral veel moest gaan bewegen. Aangezien mijn vriendjes op voetbal en judo zaten, viel de keuze op één van die twee sporten. Het werd voetbal want vijf klasgenootjes voetbalden bij GVAV. Ik kon er geen hout van, wilde ook snel stoppen, maar sport kijken en volgen vond ik vanaf dat moment erg leuk. Ineens was ik verkocht aan de competitie in sport.

Gelukkig ging het voetballen zelf mij ook steeds beter af en deed ik bij wijze van spreken niets anders meer dan voetballen, Studio Sport kijken, Langs de Lijn luisteren en het sportkatern van de krant en Voetbal International lezen. Ik droomde dat ik later zelf profvoetballer zou zijn of dat ik als voetbalcommentator langs de lijn zat. Naast voetbalfan was ik een wielerfan. Volgde alles van de Tour de France en fietste door de bossen van Norg waar mijn ouders een zomerhuisje hadden en waar we elk weekend en tijdens de zomervakantie heen gingen. Dan reed ik in gedachten mijn eigen Tour en hield een gefantaseerd klassement bij.

Omdat ik bij GVAV voetbalde, werd ik op mijn dertiende gevraagd om ballenjongen van FC Groningen te worden. Een droom kwam uit. Vanaf dat moment zat ik bij elke thuiswedstrijd links naast het doel aan de Zaagmuldersweg-kant. Ik zag 'mijn cluppie' drie jaar lang van heel dichtbij. Het waren de jaren waarin FC Groningen voor het eerst Europees speelde en zich nestelde in de subtop van Nederland. Wat was ik trots als Erwin Koeman een aai over mijn krullenbol gaf. Of als ik even naast Frank Rijkaard zat in de verwarmde dug-out, omdat het voor de wedstrijd tegen Ajax zo koud was.

Ik was ballenjongen tijdens de legendarische thuiswedstrijden tegen Atlético Madrid en Inter Milan. Ik was voor de wedstrijd tegen Inter zo nerveus dat ik drie keer naar de wc moest. Ook zat ik langs de lijn bij het debuut van Marco van Basten in het Nederlands elftal. Oranje speelde in het Oosterpark tegen IJsland en won met 3-0. Een andere debutant die september-avond in 1983 was Peter Houtman, hij maakte de 3-0. Natuurlijk was ik supertrots op mijn idool.

In 1992 ging ik als sportredacteur aan de slag bij OOG-Radio in de stad Groningen. Vanaf dat moment mocht ik elk weekend achter de voetbaluitslagen aanbellen, gasten uitnodigen voor het sportprogramma en interviews voorbereiden. Wat was ik nerveus toen ik mijn eerste eigen interview opnam, bij de basketballers van Donar. Of tijdens mijn eerste live-verslag op de toenmalige tribune van Velocitas in het Stadspark. Ik had rode vlekken in mijn nek, zo gespannen was ik.

Met zelf voetballen was ik inmiddels gestopt. Pas in 1997 werd ik weer actief, deze keer in de zaal met vrienden bij Helpman. Een jaar later ging ik in het weekend als freelancer aan de slag voor Radio Noord. In die tijd zaten er elke zaterdag en zondag nog twee of drie verslaggevers in de provincie live verslag te doen langs het voetbalveld en zo kwam ik bij clubs als Appingedam, Holwierde, De Heracliden, WVV, Hoogezand, Tolbert, VEV'67 en Musselkanaal, maar ook bij voor mij bekende stadsclubs als Be Quick, Velocitas, Gronitas en Helpman.

Nadat ik in 2000 met mijn vaste baan bij Philips in Drachten was gestopt, stortte ik me volledig op de sportjournalistiek. Meteen mocht ik bij RTV Noord ook televisie gaan maken. Onder begeleiding van Romke Hoogstra en Jan van der Veen kreeg ik de kans het televisievak te leren, iets waar ik ze nog steeds erg dankbaar voor ben. Mijn eerste tv-klus was bij de zaalvoetballers van Leekster Eagles. Vanaf dat moment werd ik de vaste volger van de Eagles.

Niet veel later mocht ik ook regelmatig naar Donar, de volleyballers van Lycurgus, Nic., maakte ik portretjes van individuele sporters als Rutger Smith en Renate Groenewold, 'ontdekte' ik in 2003 in Drachten de toen 13-jarige Ranomi Kromowidjojo en kwam ik ook bij FC Groningen om voorbeschouwingen en reportages te maken voor 'Mijn Club.'

In die tijd maakte ik mijn allerleukste radiointerview. Vlak voor de verhuizing van de FC van het Oosterpark naar Euroborg, eind 2005, waren Peter Houtman en oud-trainer Theo Verlangen te gast in een forum. Na afloop van dat forum haalde ik beide voor de microfoon. Het werd een hilarisch gesprek van vijftien minuten die de volgende dag integraal op de radio werd uitgezonden.

De jaren daarna maakte ik ook voor andere opdrachtgevers reportages. Zo ging ik voor RTV Drenthe naar de NK wielrennen, voor Rabosport naar de Ronde van Spanje, interviewde ik Sven Kramer voor RTL Nieuws, zwaaide ik de hockeyvrouwen uit richting de Spelen in Beijing en maakte ik een reportage voor Studio Sport over de NK ploegenachtervolging schaatsen.

Het is maar een heel kleine greep uit de reeks bijzondere evemenenten waar ik verslag van deed. Het resulteerde in 2009 in het mogen maken van FC Groningen-TV voor Eredivisie Live. Eerst onder de vlag van RTV Noord, en vanaf 2011 in eigen beheer, maak ik sindsdien wekelijks met collega Jos Schoenmaker uitzendingen over het wel en wee van het eerste elftal van FC Groningen.

Meteen in het eerste seizoen kreeg ik de kans een reportage te maken over de speaker van Feyenoord: Peter Houtman. Ik zal nooit meer vergeten dat ik de eerste helft naast Peter zat en hem vertelde dat hij ooit mijn idool was. Hij werd er een beetje stil van. Nu zijn we collega's, Peter is presentator van Feyenoord-TV, en komen we elkaar een paar keer per jaar tegen. Ik had als jongetje van tien nooit gedacht dat ik Peter in 2015 een app-je zou sturen om hem te feliciteren met zijn verjaardag.