’t Groningen Gevoel van…

... Arjan Taaij

Foto: Jan Kanning

“Ain Pronkjewail in golden raand!”

“Een provinciale stad, maar wel eentje met allure.” Het is de ondertitel van het boek: “Het Groningen gevoel” van Inge Heslinga. De stad is wat de inwoners er van maken. Wat ze er bij voelen, wat ze er bij beleven. Groningen is zo’n stad. Een stad met vele identiteiten. Het is de stad van studenten, een stad met twee markten, van cultuur, wetenschap, fietsers, de mooiste toren van Nederland en ook de stad van topsport. Het is kleinschalig, bruisend, dynamisch en met een “nait-soezen” mentaliteit. Groningen is bovenal progressief. Wie een voet zet over de provinciale grens, en zichzelf de tijd geeft om te genieten, is verknocht. De mensen die er wonen, willen niet meer weg en de mensen die onverhoopt moesten verhuizen, denken met weemoed terug aan hun tijd in die kleine metropool. In dit stuk leest u over mijn Groninger identiteit, mijn gevoel bij de stad en de provincie. Mijn belevenis van Groningen, de provincie waar ik van houd.

30 december 2014 iets voor vieren in de nacht. Ik schrik wakker, zit recht op in bed. Ik kijk naar links en zie Evelien ook recht op zitten. Voelde jij dat ook? Hoorde jij ook die knal? Een aardbeving? Ik pak mijn telefoon en zie via de app van RTV/Noord al snel de bevestiging dat het inderdaad een aardbeving was. Het epicentrum in Woudbloem en met een 2.8 op de schaal van richter tevens een heftige. Dichtbij ons huis, nog nooit zo dichtbij. Voor het eerst voelen wij ons huis trillen, voor het eerst voelen wij wat al weken actueel is op het nieuws, voor het eerst word je geconfronteerd met de consequenties van de aardgaswinning. Voor het eerst denken wij echt na over wat wij vinden van de aardgaswinning. De aardbeving van 30 december is een klein scheurtje in het vertrouwen dat je veilig woont en kunt leven in Groningen. Het is een actueel thema dat op dit moment bijna symptomatisch lijkt te zijn voor het leven in Groningen. Aardgas, het lijkt bijna het leven van de Groningers te beheersen. Groningen, de plek waar ik al 31 jaar met plezier woon, staat in het teken van aardbevingen.

Een echte Groninger, tenminste zo voel ik me. Een zoon van twee ouders die ook geboren en hun leven gebleven zijn in Groningen. Mijn moeder groeide op aan de dijk in Nansum en mijn vader aan de rand van het Slochterbos in het dorpje Stootshorn. Allebei uit een boerenfamilie. Een leven midden in de natuur dat gekenmerkt werd door rust en ruimte. Later toen ze gingen trouwen vertrokken ze naar Harkstede en lieten ze het boerenleven achter zich. Harkstede is tevens de plek waar ik ben opgegroeid en waar ik woonde tot mijn 18de. Een dorpje onder de rook van de stad Groningen. Dichtbij de Grote Markt maar tegelijkertijd ook echt in de provincie. De plek wat mij, als actieve jongen, alles kon bieden.

Op mijn 18de vertrok ik naar de stad. Ik ging studeren aan de ALO en genoot intens van het studentenleven. Bijna vanzelfsprekend, zou ik zeggen, ging ik op kamers wonen. Samen met mijn broer woonde ik aan de Eeldersingel. Een mooi plekje dat centraal gelegen ligt tussen Corpus den Hoorn, waar het voormalige ALO gebouw was gehuisvest, en sporthal Selwerd, de plek waar ik volleybalde. Op de fiets was ik in twee minuten in hartje centrum. Ook deze kleinschaligheid is een van de mooiste karakteristieken van de stad Groningen. Het is groot maar tevens compact en zo dichtbij. Tijdens mijn studententijd genoot ik volop van al het nachtleven wat de stad te bieden heeft. De draai-bar, de Pintelier, de ENZO, piekuur in de blauwe Engel en natuurlijk dé volleybal kroeg Havenzicht. Vaak denk ik met weemoed terug aan deze tijd. Jong en onbevangen, volop genietend van het leven. Als ik overdag de tijd had ging ik tussen het studeren en volleyballen een bakkie doen bij Huis de Beurs op de hoek van de vismarkt. Met het piano muziek op de achtergrond pakte ik een krantje, mijn moment van rust in vooral een druk en hectische tijd.

Groningen, tevens de plek waar topsport groot is. Ik denk er regelmatig over na, maar er zijn in Nederland weinig steden waar sport zo doordringt in de aderen van de stad en ommeland. De enige stad in Nederland die zo veel diversiteit kan aanbieden op alle onderwijsniveaus wat betreft sportopleidingen. Waar de publieke belangstelling voor topsport, in verhouding tot het inwonersaantal, erg groot is. Nergens in Nederland is zo veel topsport op het hoogste niveau. Dat is ook de reden waarom ik nog steeds zo baal van onze verloren finale van vorige week zondag. Het winnen van de beker zou de bevestiging zijn voor wat ik al zo lang voel en realiseerbaar acht in Groningen. Namelijk het winnen van prijzen!

Tegenwoordig kom ik weinig meer in de stad. Terug in Harkstede de plek waar het begon. Hier genieten nu mijn beide dochtertjes van dezelfde ruimte, rust en veiligheid als die ik zelf heb ervaren tijdens mijn jeugd. Afgelopen week was ik even terug in het centrum. Ik kocht een take-away cappuccino bij Simon Levelt en een praline-rijst bonbon. Via de vismarkt loop ik door de leukste winkelstraat van Nederland, de Folkingestraat. Allemaal kleine en authentieke eigentijdse winkeltjes passeer ik. Aan het einde van de Folkingestraat sla ik linksaf het Zuiderdiep op, ik passeer de Heerestraat om vervolgens bij de Rademarkt mijn in auto in te stappen. Binnen vijf minuten sta ik buiten, in de provincie. Ik rij terug naar Harkstede.

Groningen! Het voelt als thuis. Vaak als trots. Een gevoel dat moeilijk te beschrijven is dan wel onder woorden te brengen valt. Het is als liefde. Een wijze man zij ooit eens tegen mij: “Als je liefde kunt verwoorden dan is het over”. Ik koester dan ook de zoektocht en het gevoel er gewoon laat zijn. Het voelt goed! Groningen mijn thuis! De plek waar ik gelukkig ben. Als ik Groningen ooit zal verlaten om mijn ambitie achterna te gaan, zal ik met weemoed terugdenken, maar terugkeren zal ik altijd.