't Groningen gevoel van...

Op 27 juni 1978 zag ik het levenslicht in de Vogelkersstraat 2, wijk Selwerd in Stad. Mijn eerste herinneringen aan een zeer gelukkige jeugd gaan meteen over sport. Op kleine rode klompjes (tot ze letterlijk verzoold moesten worden) eindeloze rondjes maken om de salontafel om Hilbert van der Duim, Tommy Gustafson en Geir Karlstad na te doen. Samen met oom Bert Kamstra, een scheidsrechter en prominent lid van de COVS (Scheidsrechtersvereniging Groningen) en mijn vader kijken hoe Nederland door België werd uitgeschakeld voor het WK 1986 door die vermaledijde kopbal in een ijskoude Kuip van Geogres Grün. Potloden naar de televisie en met een hevig betraand gezicht naar bed.

Het ontbijtjournaal tijdens de Olympische Spelen in 1988 Calgary met Harmen Siezen en Koos Posthuma. Verliefd op Yvonne van Gennip, de zilveren race van Jan Ykema op de 500 meter. Rondetijden zelf meeschrijven in een schema dat altijd bij de krant zat. Zelf beginnen met georganiseerd voetballen bij Potetos, de klassieke PTT-club in Selwerd waaraan we ieder jaar een trainingspak overhielden volledig in de voor dat seizoen geldende postkleuren.

Na inspiratie te hebben opgedaan bij Donar, in de toen nog Evenementhal gewapend met een zak verscheurde kranten als snippers ter aanmoediging, een basket maken van een oude trommel, die ophangen in de woonkamer en samen met een vriendje ‘vierkant door het raam gaan’..en vlak daarna weer doorspelen alsof er niets gebeurd was. ‘Ijshockeyen’ op rolschaatsen achter het huis, Johan Toren naspelen die ik met GIJS had zien schitteren in de ijshal in het Stadspark dankzij twee gewonnen vrijkaartjes. De liefde voor de sport zat er bij mij al heel vroeg in. Mijn ouders vroegen zich weleens af waar dit fanatisme vandaan kwam, maar lieten me gelukkig begaan.

Gelukzalige avonden op het pleintje aan de Ranonkelstraat, avond aan avond voetballen. Met een enorm rood gezicht snel een paar broodjes naar binnen schrokken bij een tante en tot zonsondergang de klimrekken en andere obstakels ontwijken. Radio’tje in het doel om de sportuitzendingen te volgen. Tot op de dag van vandaag profiteer ik van de techniek die ik daar opdeed. Al snel raakte ik ook besmet met de sportverslaggevers bacterie. Samen met Rob de Vries, nu net als ik ook werkzaam bij Radio Noord, hele uitzendingen van Langs de Lijn namaken met heuse draaiboeken en al doende de stemmen van Jaap Bax en Bert Nederlof nabootsend. Verder geïnspireerd geraakt door de BBC en hierdoor ook een voorliefde voor cricket, rugby en paardensport gekregen. En natuurlijk het onvergetelijke, toen al, Match of the Day.

Een logische stap was het dan ook om in 2001 mijn eerste echte journalistieke stappen te zetten bij het onvolprezen OOG-radio. Onder de toen bezielende leiding van Theo Sikkema en Rein van Kats alle amateurvelden in Groningen afstruinen. Van het GRC van Ger van Gelder naar sportpark de Kring, PKC’83. Gert Haak, Freddy de Grooth en Robert Groninger interviewen. Joost van Geel over het studentenhockey, een uitzending die dankzij de sneeuw volledig de mist in dreigde te gaan opgelost door een middag lang verslag te doen van een paardenkeuring op de drafbaan. Onvergetelijke ervaringen met een groep enorm gedreven vrijwilligers die bijna zonder uitzondering allemaal naar regionale of landelijke media zijn doorgestroomd. De kneepjes van het vak met veel vallen en weer opstaan onder de knie gekregen.

Na zeven jaar OOG kwam de kans om naar RTV-Noord te gaan. Het instituut, de omroep waarvoor ik als HAVO-leerling Henk Kok nog interviewde en die op het einde van dit vraaggesprek zich moest verontschuldigen omdat er nieuws was omtrent Milko Djurovski. Een droom kwam uit. De eerste test, een wedstrijdverslag bij PKC’83. Gert Haak interviewen en als een gek op de fiets om het item in de studio te monteren voor het sportoverzicht van 17:45 uur, toen nog gepresenteerd door Bert Haandrikman. De opluchting toen het gelukt was, het begin van een zeer gelukkige tijd als freelancer waarin alles wat er in Groningen op sportgebied aan bod kwam te volgen. Het wekelijkse verzoek van Jan van der Veen vanuit de redactie op dinsdag om voor het komende weekend ‘ergens een babbeltje op te halen’. Geluk.

Na een relationele onderbreking van 2 jaar in België, het daar niet helemaal kunnen vinden, nu weer terug als freelancer bij RTV-Noord op de sportredactie. De plek waar ik me helemaal thuis voel. Het Groningen (sport) gevoel voor mij is verder in een paar zinnen (een bijna willekeurige greep uit een duizendtal herinneringen): aan de hand van mijn vader voor het eerst meegaan naar een thuiswedstrijd van FC Groningen tegen Ajax in het Oosterpark en letterlijk meegezogen worden door de supporters achter het doel die een doelpunt van de FC vieren. Met oom Bert mee naar alle uithoeken van de provincie Groningen om hem daar allerhande amateurvoetbalwedstrijden in goede banen zien leiden als arbiter. De kantine van PKC’83 die na de wedstrijd gevuld wordt met het levenslied en waar je na je werkzaamheden niet meer wegkwam. Het enorm vriendelijke onthaal van Truus Vlietstra bij Nic., waardoor je nog extra hoopte dat de groen-witten zouden winnen omdat ze anders zo teleurgesteld keek.

De modder in mijn gezicht en het oeverloze wachten bij grasbaanraces als er weer eens een coureur motorpech had. Het eeuwige optimisme van Willem Zwart na weer een nederlaag van de basketbaldames van Celeritas. De schitterende slingerende tochten in de volgwagen door het Groninger landschap tijdens de Ronde van de Groningen en de ontlading bij de NWVG als er een thuisrenner wist te winnen. Het tweeluik FC Groningen-Fiorentina. De opluchting als de verbinding in een uitwedstrijd van de FC ‘stond’. Blijft Oranje Nassau wel of niet in de hoofdklasse van het amateurvoetbal? Na elke wedstrijd tijdens het WK 2010 bellen met de vader van Arjen Robben en hem horen fulmineren over scheidsrechter Webb in de finale. Kortom: sport in Groningen is voor mij een warm bad met mooie, louterende, passievolle en inspirende verhalen. Bedankt aan iedereen die dit door de jaren heen mede mogelijk heeft gemaakt.