't Groningen gevoel van...

… Gert-Jan Swaving

1986: mijn eerste kennismaking met Donar. Dewayne Shepard heerste onder de borden. Bijzonder toch dat ik me de beelden van dat eerste jaar beter herinner dan van vele daarna. En ook, natuurlijk, van Bernard “hangtime” Day, onze eigen Michael Jordan: die staan zeer stevig op mijn netvlies gegrift. Vanaf dat moment was ik verkocht, en ruilde ik de losse kaartjes in voor een seizoenkaart.

In de tussentijd was ik bestuurslid van de Groene Uilen geworden. Heren 1 promoveerde naar de eerste divisie. Dus we organiseerden een sponsordag, met o.a. een oefenwedstrijd, om geld op te halen. Om de wedstrijd cachet te geven vroegen we een aantal spelers van Donar om hieraan mee te doen, en aan mij de taak om Martin de Vries te benaderen. Spannend vond ik dat, zomaar een speler van het grote Donar bellen. Niet wetend dat ik ca. 25 jaar later met hem in het bestuur van datzelfde Donar terecht zou komen. Gelukkig, hij zei ja!

De komst van de kinderen maakte dat we het bezoek aan de wedstrijden wat terug moesten schroeven. Tót in 2003 Ton Boot de coach werd, dat was het moment om weer helemaal aan te haken. En hoe! Uren heb ik in de rij gestaan om extra kaarten te bemachtigen, tussen de dranghekken, en ik voel nog mijn kont als ik terugdenk aan de houten bankjes waarop ik, lang voor de wedstrijd begon, zat om “onze” plaatsen veilig te stellen. Voorzien van de laatste gastoeters die er in de Stad te koop waren. En ik ben weer schor bij de gedachte aan die magische “uitwedstrijd” in Amsterdam, waar we met meer dan 1100 Donarfans de halve finale wonnen. Fan zijn is ook topsport!

MartiniPlaza werd verbouwd, en wij kregen de mooiste Seizoenkaartplaatsen die er zijn. De vraag “zijn de gordijnen open?” werd in de jaren daarna steeds minder vaak gesteld, en werd helemaal overbodig. Ondertussen was ik bij Exercitia ’73 in Eelde gaan spelen, waar ik ook enkele jaren in het bestuur mocht zitten. Mijn kinderen begonnen te basketballen: naast het vervullen van de logistieke opgave die dat met zich meebracht gaf ik training, coachte, floot wedstrijden. En bleef Donar bezoeken.

Tot mijn buurman aanbelde. Of ik bestuurslid van Donar wilde worden.

Het duurde nog ruim een jaar voor dit ook echt gebeurde. En laat ik het zo zeggen, het begin was vooral erg leerzaam. Op de opbouw, de groei en het succes sindsdien ben ik heel trots. Dat ik deel uit mag maken van en bij mag dragen aan ons Donar, dat zoveel betekent voor Stad en Ommeland, beschouw ik als een enorm voorrecht.

#together