’t Groningen gevoel van...

...Edwin Pasveer

Met mijn jongste zoon wandel ik de Euroborg in. Herstel: het Hitachi stadion.
FC Groningen speelt de eerste thuiswedstrijd van het seizoen en we hebben er zin in.
Mijn jongste is 12 en een hardwerkende rechtsback in zijn D4-elftal.
Op de drempel van de middelbare school wil hij inmiddels niet meer mijn hand vastpakken, of ik de zijne, op weg naar het stadion. Ik vind het stoer en jammer tegelijk.

We zijn een uur te vroeg maar gaan toch alvast zitten. Hij wil zich vergapen aan alles wat er op en om het veld gebeurt.
Mijn gedachten gaan terug naar het Oosterpark. Mijn vader en ik waren vaste zondagavondvoetbalkijkers. Samen voor de buis. Af en toe gingen we samen, mijn hand in de zijne, naar het Oosterpark. Ik heb daar Johan Neeskens nog zien debuteren. En mijn tenen vroren er bijna af in een wedstrijd tegen Ajax. Het zijn mijn jeugdherinneringen.

Mijn eigen voetbalcarriere duurde zegge en schrijve twee weken. Ik was 6 jaar jong en wilde op voetbal. Het werd Be Quick. De ambitie was er, het talent ontbrak. Mijn nieuwe teamgenoten voelden dat al snel haarfijn aan. “Niet naar hem, hij kan er niks van”, hoorde ik al tijdens de eerste training. Na twee weken besloot ik dat het genoeg was. Of, in de taal van een 6-jarige: ik wilde niet meer naar dat stomme voetbal.

Liefhebber bleef ik wel en zo af en toe schopte ik nog tegen een bal. Zeker op straat in Vinkhuizen, waar ik opgroeide. Twee garagedeuren waren de doelen. Ze zaten vol met deuken, tot grote ergernis van de eigenaren.
In mijn studietijd speelde ik met wat vrienden zaalvoetbal en had ik de heldere rol van niet-scorende spits. Met RTV Noord speelden we ooit een legendarische wedstrijd tegen RTV Drenthe (5-2 winst). Ook deed ik mee in een wedstrijd tegen de ondernemers rond BV Veendam. Om onduidelijke reden had coach Jan van der Veen mij een basisplaats gegeven op het middenveld. Dat misverstand leverde een week flinke spierpijn op.

Na mijn korte voetballoopbaan ging ik volleyballen. Met meer enthousiasme en meer succes. Na 6 jaar Oranje Nassau stapte ik over naar vv Lewenborg, toen een club met een bloeiende jeugdafdeling. Ik had er prachtige jaren in een goed team, een echt vriendenteam. We werden zelfs nog een keer, onder leiding van onze legendarische coach Gabe Westerdiep, kampioen van Groningen. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik als middenspeler (en later spelverdeler) wel vaak op de bank begon.

Door ons kampioenschap plaatsten we ons zelfs voor de strijd om de nationale titel. Het kampioensteam was echter leeg gelopen. Ik was inmiddels aanvoerder van het verjongde team en met een gehuurd busje reisden we een paar keer het land in voor een serie wedstrijden. Voor het eergevoel is het beter het verhaal hier te stoppen, maar -eerlijk is eerlijk- we werden laatste.

Na het volleyballen begaf ik mij een flink aantal jaren op de squashbaan. Sinds een jaar of acht tennis ik, in mijn dorp. Een fijne sport. Inmiddels ben ik aardig actief binnen de vereniging, als lid van de technische commissie en mede-organisator van de jaarlijkse clubkampioenschappen.
Een tennistopper zal ik nooit worden, hoewel we met ons team ooit vier weken bovenaan hebben staan. Dat hebben we destijds zo uitvergroot binnen de club (alleen wijzelf vonden dat erg leuk) dat er nog steeds mensen zijn die denken dat we kampioen zijn geworden. We werden vierde.

Terug naar het voetbal. Dat bleef altijd wel een rol spelen in mijn leven. Bij RTV Noord kreeg ik, na een stage, een bijbaantje op de sportredactie. Eenmaal in dienst presenteerde ik sportuitzendingen, was ik eindredacteur sport, presenteerde op de Open dag van de FC, presenteerde uitzendingen rond de promotie van de FC, de bekerwinst van de FC en de daden van Donar.

Intussen was mijn jongste zoon gaan voetballen. Drie jaar lang was ik, niet gehinderd door echte voetbalkennis, leider van de F-jes. Het puurste voetbal wordt daar gespeeld. Prachtig. Toen het wat serieuzer werd liet ik het over aan een andere vader. Maar zoals dat gaat binnen verenigingen, inmiddels ben ik -samen met wat andere vaders- toch weer betrokken bij het team. Als we aan het einde van een training een potje spelen leg ik het uiteraard af tegen de handige 12-jarigen.

FC Groningen verloor vrijdagavond van Willem 2. Zoon en ik wisten na afloop natuurlijk precies wat er aan schortte. We bespraken het op de terugweg van ons vader-zoonavondje. Op weg naar de auto pakte hij per ongeluk weer even mijn hand vast. Toch winst op vrijdagavond.

Edwin Pasveer

(c) Foto: RTV Noord