’t Groningen Gevoel van…

... Peter Barla

Beeld: Archief Jan Kanning

Van de klei van het Grunniger Hogeland, daar komt de familie Barla vandaan. Uit de illustere streek de Oosterhoek waaruit de dorpjes Heveskes, Oterdum en Weiwerd verdwenen om plaats te maken voor de belofte van vooruitgang. Ook enkele Barla’s hebben moeten wijken voor deze beloofde vooruitgang en daarna is het nooit meer goed gekomen met dit ooit zo mooie gebied. Of er een causaal verband is weet ik niet. Vast wel. De familie van mijn vader verhuisde naar het nabijgelegen Appingedam alwaar hij mijn uit Delfzijl afkomstige moeder ontmoette. Via de stad Groningen en Hoogezand zijn mijn ouders verder afgezakt naar Veendam waar ik ben geboren en gedurende 18 jaar een onbekommerde jeugd heb gehad.

De regelmatige ritjes naar de opa’s en oma’s voerden via de N33 over het desolate landschap van Veendam naar Appingedam of Delfzijl. Van de veengrond naar de zeeklei, van de Veendammer wind naar de zeewind. Wandelingetjes rond Biessum, de haven van Delfzijl, met opa vissen op een bootje op het Schildmeer; het zijn beelden uit mijn vroege jeugd. Beelden van een iets mistroostig en desolaat gebied dat zeker een bepaalde schoonheid heeft.

En Veendam? Veendam is een uit de kluiten gewassen veendorp dat zichzelf pretentieus “Parkstad” noemt.

Misplaatste pretenties natuurlijk waarvan de oorsprong alleen maar kan liggen in het vergelijk met omliggende plaatsen als Hoogezand, Stadskanaal en Winschoten. Dat is dus Veendammer wind, maar laten we het bravoure noemen. Het is makkelijk lullig doen over Veendam, maar het is er eigenlijk helemaal niet zo slecht wonen.

Bovendien heb ik er toch maar mooi voetballers als Marco van Basten, Ruud Gullit en Romario tegen de lokale BV zien spelen. Op school zongen we uit volle borst en in alle ernst: Aan de laaange leegte, klapklapklapklap, in Parkstad Veendam! Daar speelt een groot kampioen! (voor de liefhebber: http://members.home.nl/nijborg/veendam.htm)

Zou dat lied ooit nog eens gezongen worden? Niet voor te stellen. Vergane glorie in de zuiverste vorm.

En toch is het gek dat als ik terug ben in Veendam alles meteen weer zo vertrouwd aandoet. De mensen incluis. Onbekenden, maar bekende en vertrouwde Veendammer koppen. Ligt dat aan mij of hebben Veendammers karakteristieke koppen? En heb ik ook zo’n kop? Zou er iets in de grond zitten?

Komende uit de Parkstad was de echte stad heerlijk. Veel jonge energieke mensen, studentenstad, sportstad en cultuurstad bovendien. De eerste jaren was het een onbezorgd leventje van sporten, op stap gaan en studeren. Min of meer in die volgorde.

Cafe Havenzicht, een klassieker in de volleybalwereld, was natuurlijk vaste prik. Vanuit de ACLO op de fiets rechtstreeks naar Bé van der Laan Hij had het cafe inmiddels overgenomen van de fameuze oud-volleyballer Jan Koster. Daarna nog even de binnenstad in of via de Benzinebar naar het Land van Belofte om te spiekerhokkn, een spel met een hamer, spijkers en een boomstam en om vriend Roelof Luinge even te groeten.

Daarna werden zowel studie als volleybal serieuzer. De ACLO werd verruild voor sporthal Selwerd waar Lycurgus net weer een jaar eredivisie speelde. Trainer Gerard Smit was er uiteraard al geruime tijd. De kantine zat nog aan de voorkant en werd bestierd door Ab en Tiny, bekend in heel volleyballend Nederland vooral vanwege de fameuze gehaktballen. In de kantine kon uiteraard nog naar believen gerookt worden. Het was feitelijk een bruin café .

Cafe Havenzicht was van Donitas en Lycurgus bezocht café de Toeter. Het toeval wilde dat mijn favoriete café in Veendam ook de Toeter was geweest. Beide Toeters leken erg op elkaar want waren ooit van dezelfde eigenaar. De Toeter in Groningen zou ik uiteindelijk nog veel vaker bezoeken dan de Veendammer Toeter. Ik heb er mijn vrouw ontmoet en we hebben er zelfs ons trouwfeest gegeven. Het is bovendien de beste whiskybar van Nederland.

Naarmate de professionaliteit bij Lycurgus toenam, nam het kroegbezoek af en werd een vertrek uit Selwerd onvermijdelijk. Uiteraard is de topsporthal van het Alfa college velen malen geschikter dan Selwerd, maar de verhuizing had wel een prijs. Het heeft de sfeer en ook de binding met de vereniging Lycurgus gekost.

Momenteel is sporthal Beijum de plek waar ik wedstrijdjes afwerk. Het heeft wel wat van Selwerd. Alleen helaas een beetje uit de richting voor kroegbezoek. Maar ach, kroegbezoek staat toch op een laag pitje. Ik ben nu stamgast bij de kinderboerderij in het Stadspark en de speeltuin in Appelbergen.

Groningen, overal zijn er mijn herinneringen. Groningen, de metropool van het Noorden.