't Groningen Gevoel van...

...Martin Cusiel

Ze groeiden op een steenworp afstand van elkaar op, zonder te weten dat ze later zouden trouwen en twee zonen zouden krijgen. In de jaren vijftig was de Bedumerstraat het domein van mijn ouders, toen nog geen tien jaar oud.
In de periode dat ze ’s avonds old school gingen dansen, lukte het mijn vader om mijn moeder aan de haak te slaan. En ja, het ging om de enige lege kruk naast mijn moeder. En ja, die werd met het cliché ‘is deze kruk bezet?’ ingepikt. Dankzij zijn versierpoging sta ik op deze aardkloot, net als mijn 7 jaar oudere broer.

Mijn gehele jeugd bracht ik door in Paddepoel, net op ’t randje. Als je ver genoeg spuugde, kwam de fluim neer in Selwerd. We woonden in de Morgensterflat. Ik ben er geboren en heb daar meer dan 20 jaar gewoond. De voornamelijk oudere mensen in de flat waren als opa’s en oma’s voor mij. Toen ik te oud was om Sint Maarten te lopen, kwamen meerdere flatbewoners een dag later bij ons aan de deur om snoep af te geven. En als we op het grasveld achter de flat aan het voetballen waren, was er altijd wel iemand die snoep of een ijsje naar beneden liet zakken via een touwtje.

Sport speelde altijd een grote rol thuis. Mijn opa was erelid van Oosterparkers waar mijn oom op een behoorlijk niveau een balletje trapte. Mijn vader maakte een ietwat gevoelige keuze in huize Cusiel. Hij kwam op een dag thuis met de mededeling dat hij bij GVAV-Rapiditas ging voetballen. Opa sputterde behoorlijk tegen, maar het kwaad was al geschied. Zodoende speelde hij bij GVAV, net als mijn broer later.

Waar mijn broer al van kleins af aan succesvol pingelde bij GVAV kon ik nog niet warm worden van de bal. Ik keek notabene uit op het voetbalveld van wijlen VV Astrea, maar ook dat wakkerde het vuurtje niet aan.

Maar omdat bijna ieder jongetje van mijn leeftijd voetbalde, besloot ik mij toch maar aan te melden bij Astrea, het andere oranje. Mijn moeder stond met de handen voor haar ogen tijdens mijn eerste helft als voetballer. Het is nog enigszins bijgetrokken, maar laten we het subtiel zeggen: ik kon er geen ene reet van. Dus wat doe je dan als trainer? Dan grijp je de laatste strohalm en probeer je die ene positie die niemand wil: onder de lat.

Het bleek een gouden zet, want daar vond ik mijn passie. Ik verdedigde het doel van Astrea in de jeugd. Toen dit elftal uit elkaar ging, maakte ik de overstap naar VV Gruno. Daar doorliep ik de jeugd en als A-junior draaide ik de voorbereiding bij het eerste mee. Tot zover mijn bescheiden hoogtijdagen, want daarna koos ik ervoor om samen met broer in een lager elftal bij GVAV te gaan voetballen.

Inmiddels was ik ook passief van sport gaan houden. Aan de hand van mijn vader bezocht in wedstrijden van GIJS, waar ik zelfs nog een puck van heb, Lycurgus, Donar en de FC. En zelf was ik niet weg te slaan bij Astrea, waar destijds met Harrie Zwiers, Brian Lotz en Jack Labahn leuke voetballers rondliepen.

Zelf voetbal ik nog steeds bij GVAV in een lager elftal, nog net categorie A. Keepen doe ik vanwege een blessure niet meer, dus val ik terug op mijn matige kwaliteiten als voetballer. Steeds vaker tegen jonkies die tien keer zo snel en wendbaar zijn. Al kan dat al snel.

Privé heb ik inmiddels de stad verlaten. Nou ja, soort van, want op straat in Eelde hoor ik vaker Gronings dan Drents. Ik ben en blijf een echte Groninger, een trotse Groninger. Daarom zit nu zo op mijn plek bij RTV Noord. Ik heb hier in de regio alles en ben tevreden.

De roots van mijn ouders in de Bedumerstraat, de Van Slingelandstraat waar ik als klein jongetje op bezoek ging bij opa en oma, mijn geboortewijk Paddepoel en de Westindischekade waar ik zes jaar met heel plezier woonde. Ik kom er nog met plezier. En dat gevoel gaat nooit meer weg.

--
Martin Cusiel is geboren Stadjer en redacteur tv, online en social bij RTV Noord. Voorheen werkte hij als redacteur bij diverse weekbladen in de provincie Groningen en waren zijn weekenden jarenlang gevuld met het schrijven over amateurvoetbal voor Dagblad van het Noorden.