
Voorspelbaar potje volleybal van Lycurgus
Tekst: Dick Heuvelman
Foto’s: (c) Arnold Meijer
Topsport kan mooi en enerverend zijn, maar dan moet er wel een stevige spanningsboog op staan. In de eredivisie van het Nederlandse volleybal ontbreekt het daaraan doorgaans. Op ons hoogste platform zijn slechts drie ploegen die als topploeg aangemerkt kunnen worden. De zeven overige clubs fungeren als puntenleveranciers. Kan in het voetbal FC Groningen op een onbewaakt moment nog eens winnen van Ajax, in het volleybal is dergelijk stuntwerk uitgesloten. Dat heeft ook te maken met de aard van deze zaalsport. Een net scheidt de spelers van de twee strijdende partijen, zodat er op basis van fysieke strijdlust geen speltechnische tekortkomingen kunnen worden gecompenseerd.
In het volleybal wint simpelweg de beste en dat geeft deze sport een hoog voorspelbaar karakter. De wedstrijd die Amysoft/Lycurgus afgelopen zaterdag speelde tegen het Talentteam Papendal, was daar een schoolvoorbeeld van. Van tevoren staat de uitslag vast, het enige waarop zo'n duel voor een eventueel totoformulier interessant zou kunnen zijn is het gokken op het totaalaantal punten van de gedoodverfde verliezer.
De jongelui van Papendal kwamen tot 52, verdeeld over drie sets. Alleen in de eerste set konden ze nog een beetje meekomen, maar dat had vooral te maken met het feit dat Lycurgus maar langzaam op toeren kwam. Toen het eenmaal warm gedraaid was, werden de 'beloftevolle' Papendallers snel naar de uitgang van de lege hal in het Alfa College gedirigeerd. In een tijdsbestek van exact 72 minuten, zo had Sport in Stads eindredacteur Jan A. van der Veen geklokt, was het via 25-21, 25-14 en 25-17 over en sluiten.
We waren te goed, trapte Lycurgus-coach Arjan Taaij na afloop een open deur in. Komende zaterdag wacht weer eens een serieuze krachtproef, Orion uit. Altijd lastig in Doetinchem. Maar het Grote Wachten is op een betere competitie, de BeNeliga dus. De basketballers gaan er dit jaar - na een jarenlang onderzoek - mee beginnen. De vraag is hoe lang het nog gaat duren alvorens de volleyballers dit voorbeeld zullen volgen. Met een technisch directeur als Joop Alberda, Mister Ambitie zelve, moet de NeVoBo dit project toch eens snel in de steigers kunnen zetten.